Maandenlang non-stop dansen tijdens de Dansplaag van 1518
Dansen totdat je uitgeput bent, dat heb je vast een keer gedaan. Maar heb je wel eens gehoord dat er in de middeleeuwen dansplagen waren waaraan mensen bijna zijn overleden? De meest bekende dansplaag: Straatsburg in 1518.
Wat gebeurde er?
De Dansplaag begon halverwege juli in 1518 in Straatsburg. Een vrouw, bekend als Frau Troffea (of Trauffea), begon op straat te dansen en daar ging ze in eerste instantie vijf dagen mee door. Raar genoeg was er geen plezier op haar gezicht te zien. Na een paar dagen sloten zich tientallen andere bij haar aan die ook onbeheersbaar begonnen te dansen en te muziek maken. De groep groeiden uit tot ongeveer vierhonderd mannen en vrouwen. Even hun gang laten gaan en dan gaat het weer over, dacht men. Helaas was dat niet het geval en was in augustus de dansmania in Straatsburg nog steeds bezig.
Eind augustus stopte de bevolking met dansen en de stadsraad dacht dat dit een goddelijke straf was, dus er moest een boetedoening komen voor de dansers. Ze werden meegenomen naar een heiligdom gewijd aan Sint-Vitus, dat lag in de heuvels bij Saverne. De dansers kregen schoenen aangetrokken en moesten om een houten relikwie dansen. Het duurde nog een aantal weken, maar daarna stopten de dansers en hield de epidemie op. Sommigen kregen hartaanvallen, andere een beroerte of stortte door uitputting ineens in. Of er doden zijn gevallen is nog steeds niet helemaal duidelijk.
Hoe heeft dit kunnen gebeuren?
Niet veel mensen kennen die ziekte choreomanie: een ziekelijke drang om te dansen, wat ook wel Sint-Jansziekte, danszucht of danswoede wordt genoemd. Tijdens de Middeleeuwen stak deze ziekte meerdere keren de kop op: in 1237 bij Erfurt en Arnstadt, in 1278 bij de rivier de Maas in Frankrijk, in 1374 in Aken, Utrecht langs de Rijn en de Moezel en in 1463 in de Eiffel. Toch is de uitbraak in 1518 de bekendste geworden. De dansplagen bleven zich voordoen tot in de zeventiende eeuw.
Oorzaken
Het dansen leek op spastische bewegingen en mensen hielden het dagenlang vol, wat bijzonder was. Medici uit die tijd dachten dat de oorzaak ‘heet bloed’ was. Ook werd er gespeculeerd dat dit een straf van God was.
Later kwamen artsen Paracelsus (1493-1541) en Thomas Sydenham (1624-1689) met andere theorieën. De ziekte werd door Paracelsus getypeerd als chorea lasciva: de danswoede als gevolg van vrouwen die in verzet kwamen tegen de mannelijke heerschappij. Sydenham noemde de ziekte St. Vitus-dans wat later Chorea van Sydenham werd waar hij onderzoek deed naar reumatologische en neurologische afwijkingen die de danswoede zouden kunnen veroorzaken.
De hedendaagse medisch wetenschappers en historici beweren dat de Dansplagen werden veroorzaakt door de kriebelziekte (ergotisme). Dit werd weer veroorzaakt door moederkoorn, een graanziekte, waarbij patiënten hallucinaties, spasmes en stuiptrekkingen kunnen krijgen.
John Waller schreef een boek over dit fenomeen: The Dancing Plague: The Strange, True Story of an Extraordinary Illness. In dit boek legt hij een verband met de ziekte, honger en bijgeloof. Het is namelijk zo dat volgens hem de dansplagen uitbraken op plekken waar toentertijd sprake was van hongersnood en ziekten. Ook schrijft hij over mass psychogenic illness. Hierbij komen mensen die erg geloven in het bovennatuurlijke in een dissociatieve geestestoestand terecht.