Home » Reportage

Legendarische voorstellingen: 'Le Sacre du Printemps' veroorzaakte opschudding in het theater

Tegenwoordig zijn we wel wat gewend op dansgebied. Maar toen de dansvoorstelling Le Sacre du Printemps op 29 mei 1913 in première ging, veroorzaakte het stuk veel opschudding. De toeschouwers overstemden de atonale, dissonante en ongebruikelijk ritmische compositie die Stravinsky voor de choreografie maakte. Het orkest kon niet verder spelen en de voorstelling moest onderbroken worden.

Spraakmakende choreografie

Alleen al het onderwerp van de spraakmakende choreografie deed stof opwaaien. In een prehistorisch tijdperk viert een Slavische stam de komst van de lente met een occult ritueel. Uit verbondenheid met de aarde kiezen ze een maagd uit. Zij is het ‘voorjaarsoffer’, ze danst net zolang tot ze dood neervalt.

Le Sacre du Printemps is gechoreografeerd door de legendarische Russische balletdanser Vaslav Nijinsky. Hij danste bij Les Ballets Russes. Sergej Diaghilev stond aan het hoofd van dit balletgezelschap, en hij moedigde zijn muze Nijinsky aan om ook te choreograferen. Dat deed Nijinsky, en zijn werk bleef zeker niet onopgemerkt.

Instinct 2.0

Natuurlijk was het verhaal van Le Sacre du Printemps, dat de menselijke oerdriften verbeeldt, deels de oorzaak van de commotie. Het romantische klassieke ballet liet de mens in al zijn lichtheid en verhevenheid zien. De spitzen en ballet blancs lieten in de negentiende eeuw weliswaar ook de dromerige, gevoelige en intuïtieve kant van de mens zien. Nijinsky ruilde dit droombeeld in voor een rauwe versie van de mens, die de toeschouwers liever vergaten. Hij liet zijn dansers woeste, stampende bewegingen maken. Ook hier stond het instinct, gevoel en de intuïtie centraal, maar dan wel een instinct 2.0. Zijn choreografieën worden daarom ook wel ‘neoromantisch’ genoemd.

L’après-midi d’une faune

Dit was pas de tweede choreografie die Nijinsky op de planken bracht. Ook zijn eerste werk, L’après-midi d’une faune, veroorzaakte ook al commotie. De toeschouwers dachten dat Nijinsky, die openlijk homoseksueel was en een relatie had met Sergej Diaghilev, in zijn choreografie masturbeerde met de sjaal van een nimf. De hoekige, staccato bewegingen en het feit dat Nijinsky ook maar zonder een enkele sprong over het podium gleed, maakten zijn choreografie totaal anders dan de klassieke stukken die de balletdanser tot die tijd bracht.

Originele choreografie

De originele versie van Le Sacre du Printemps is maar negen keer opgevoerd. Toch leeft het stuk tot op de dag van vandaag voort. Talloze choreografen brachten het stuk vanaf 1920 in allerlei versies op de planken. Onder andere Martha Graham, Mary Wigman en Pina Bausch voerden de choreografie van Le Sacre du Printemps op. Rellen om een dansvoorstelling gebeurt weinig meer. Toch accepteert ook het publiek van vandaag niet alles. Zo werd in 2011 de dansvoorstelling Q61 afgeblazen. Enkele Alkmaarders wilden niet dat de choreografie op hun kerkhof gedanst werd. Le Sacre du Printemps is vandaag de dag echter alom geaccepteerd als een sleutelstuk uit de dansgeschiedenis.

 


Heb jij een passie voor dans? Lees dan Dans Magazine! Neem een abonnement. 

Of schrijf je in voor de nieuwsbrief voor het laatste dansnieuws, spannende reportages en de mooiste interviews. 


 

Bibliografie:

Acocella, J. (2005) ‘Le Sacre du Printemps’, in: The International Encyclopedia of Dance (ed. Cohen, S.J. & Dance Perspectives Foundation). Oxford University Press Online.

Hodson, M. (1985) ‘Ritual Design in the New Dance: Nijinsky's "Le Sacre du Printemps", in: Dance Research: The Journal of the Society for Dance Research, vol. 3, no. 2. Edinburgh University Press, p. 35-45.

Meer inspiratie