Elke dansstijl kent zijn eigen kledingvoorschriften. Daarnaast hebben de meeste scholen richtlijnen voor welke soort kleding geschikt is voor op de dansvloer. Ook hebben veel docenten een eigen voorkeur voor de kleding in de les. Hoe je je kleedt op de dansvloer is hierdoor meestal vrij duidelijk. Mocht dit toch niet het geval zijn, dan heeft Dans Magazine hier wat tips op een rijtje gezet.

De standaardvoorschriften

Bij de meeste dansstijlen is het de bedoeling dat je strakke kleding draagt. Dat kan bijvoorbeeld een yogabroek of strakke joggingbroek zijn. Zo kan je in de spiegel je eigen bewegingen namelijk beter zien en zit je kleding bovendien niet in de weg bij het dansen. Ook is het belangrijk dat je kleding je past. Het is namelijk nogal irritant als je constant je shirt recht moet trekken of je broek moet ophijsen. Verder is het belangrijk dat je kleding van het juiste materiaal koopt. Katoen of polyester wordt vaak aangeraden, omdat die luchtdoorlatend en snel drogend zijn.

Draag jij je haar lang, zorg er dan voor dat het uit je gezicht blijft. Maak een knotje of paardenstaart. Bij snelle pirouettes wil je natuurlijk niet verblind worden door je eigen lokken. Draag verder niet teveel make-up: dit zweet je eraf en het blijft daardoor niet altijd mooi zitten. Ook goed om te onthouden: spijkerbroeken zijn over het algemeen not done bij danslessen.

Modern en contemporary op blote voeten

In tegenstelling tot klassiek ballet, waar het vaak net lijkt alsof je op je spitzen zweeft, ligt de focus bij modern op contact met de grond. Daarom wordt modern en contemporary tijdens de les vaak op blote voeten gedanst. De meeste dansers houden van direct contact met de vloer bij deze dansstijlen.

Ballet: maillot en spitzen

Een maillot en een balletpakje zijn de standaarduitrusting van een ballerina. In de meeste gevallen is die kleding lichtroze, maar dat is niet bij iedere dansschool verplicht. Verder moet je lange haren in een balletknotje opsteken. Een ballerina draagt balletschoentjes of spitzen. De heren dragen vaak een strakke legging, een strak shirt en balletschoentjes.

Hiphop en streetdance: losse kleding

Waar balletpakjes vaak zo strak mogelijk zitten, is het bij hiphop juist de bedoeling dat je losse kleding draagt. Dat betekent: een wijde joggingbroek met T-shirt of trui. Let er wel op dat de broek past en niet afzakt tijdens de repetitie. Verder zijn sneakers verplicht. In sommige gevallen mag je sieraden en petten dragen. Bij streetdance dragen dansers ook vaak met kniebeschermers.

Salsa

Bij salsa gelden er maar weinig belangrijke kledingvoorschriften. Vaak is een yogabroek of legging prima. In uitzonderlijke gevallen mag je zelfs in een spijkerbroek dansen. Wat wel altijd voor de dames aangeraden wordt, is het dragen van hakken. Het is daarnaast verplicht om haren in een knot te dragen. Je wilt voorkomen dat je je partner raakt met je haar als je een snelle draai maakt.

Paaldans

In tegenstelling tot wat veel mensen denken, hoef je bij paaldansen gelukkig niet helemaal uit de kleren te gaan. Wel is het verstandig om een kort broekje te dragen. Dat is om de simpele reden dat je huid meer grip geeft als je aan de paal hangt. Door stof glijd je namelijk weg. Wat je in de les als top draagt maakt niet veel uit: een T-shirt of hemd volstaat meestal. Verder moet je hier op blote voeten dansen. Ook dit is om de reden dat je meer grip hebt.​