De klassieke pirouette
Je hebt hem vast wel eens gedaan. De klassieke pirouette. Een move die je op één been doet, waarbij je een rondje draait van je standbeen af. Je kan hem enkel draaien of meerdere keren achter elkaar. Maar waar kwam deze move vandaan en hoe voer je hem uit?
De geschiedenis van de pirouette
Pirouette is een frans wordt en betekend ronddraaien in het Nederlands. De pirouette is ontstaan in de 17e en is één van de oefeningen dat onderdeel is van klassiek ballet. Klassiek Ballet werd beroemd door niemand minder dan de kroonprins van Frankrijk, de latere koning Lodewijk XIV. Hij richtte de eerste balletacademie op in 1686. De klassieke pirouette is net als alle andere oefeningen ontwikkeld in het ontstaan van klassiek ballet aan het begin van de 16e eeuw. Het is een van de eerste bewegingen die na het leren van de basis van klassiek ballet, aan een danser word geleerd.
Uitvoeren van de klassieke pirouette
De pirouette komt in meerdere dansvormen voor. Maar hoe voer je een goede klassieke pirouette uit?
1. Ga in vierde positie staan, in plié
De vierde positie gaat als volgt. Plaats je en voet voor de andere met een voetlengte ertussen. Buig daarna je knieën iets. Dit noemen we een plié.
2. plaats je armen in derde positie
Hiervan is één arm naast je in je ooghoek met een klein knikje en de ander voor je borst ook met een klein knikje. Als je linksom draait je is je linker arm naast je en rechtsom je rechterarm naast je.
3. Met een vaart in retire
Zet af in je plié en strek je standbeen. Sta op je tenen (op reléve). Zet van je speelbeen je voet tegen je knie aan. Plaats je voorvoet om je knieschijf heen maar plak hem niet aan je been als een banaantje. Hou je speelbeen uitgedraaid. Je arm die naast je in je ooghoek zat is nu samen gesloten. Dit noemen we een eerste positie. Als laatste maak je wat vaart om een je pirouette te kunnen draaien.
4. Spotten
Draai je meerdere pirouettes, dan kan je behoorlijk duizelig worden en de weg kwijtraken. Spot daarom. Dit doe je door steeds op één punt in de ruimte te focussen en je hoofd zo snel mogelijk te draaien zodat je weer dat punt ziet. Dit kost wel veel oefening. Maar als het eenmaal kunt kan je zoveel mogelijk pirouettes draaien als je maar wil zonder duizelig te worden.
5. Hou je balans even vast
Nadat je de pirouette hebt uitgevoerd is het natuurlijk niet mooi dat je als een olifant op de dansvloer in elkaar zakt. Hou daarom aan het einde van je pirouette even je balans om daarna zachtjes en vloeiend neer te komen. Dat kan makkelijk door je buikspieren aan te spannen en jezelf omhoog te denken. Alsof er een touwtje aan je kruin vast zit waarmee je omhoog getrokken wordt. Sluit daarna af door weer in de begin pose te eindigen.