Door Amber Droog

’Hoe maak ik een goede plié?' Dat is een de vraag waar veel dansstudenten zich (terecht) druk om maken. De plié is een ogenschijnlijk makkelijke beweging en de absolute basis voor iedere (ballet)danser. Maar het buigen van beide benen (in uitgedraaide positie), omhelst meer dan een danser in eerste instantie verwacht.

De functie van een plié

Een plié is binnen dans, ongeacht wat voor dansstijl je ook doet, van enorm belang voor overgangen, sprongen, balansen en draaien. Een plié vormt namelijk de basis van zowel je sprong- en draaiafzet als het opvangvermogen. Daarnaast geeft het je als danser de vrijheid om passen vloeiend met elkaar te verbinden. Door te begrijpen hoe het lichaam werkt kun je deze leren beheersen. Naast letterlijk doen is het begrijpen en visualiseren van een beweging dan ook cruciaal voor het verbeteren van danstechniek en prestatie.

Zeven stappen voor de perfecte plié

Sta om te beginnen in een uitgedraaide eerste positie. Het centrum is lichtjes aangespannen en opgestrekt, je kruin ( het topje van je hoofd) wijst richting het plafon. Je armen kun je ontspannen voor je op de barre leggen of in je zij plaatsen.

Stap 1: Zorg dat de drie steunpunten in de voeten – het midden van de hiel, de grote teen en de kleine teen – contact houden met de vloer en actief betrokken blijven bij de beweging. Til de tenen niet extra op, dit zorgt voor een disbalans die je lichaam ergens anders weer moet compenseren.
 
Stap 2: ‘’Spreid’’ je voeten uit over de vloer: lift de voetwreef niet overmatig op maar laat je voeten ook niet naar binnen rollen. Ga op zoek naar het stabiele midden. Dat doe je door het gewicht overdreven naar voor/achter/opzij te bewegen om deze beweging vervolgens kleiner te maken en te voelen waar voor jou de balans ligt.
 
Stap 3: Visualiseer je bekken nu als een kom met water. Deze wil je niet te ver naar voor- of achter kantelen, want dan valt het water eruit. Door je bekken naar achter te bewegen, kantelen ze naar voor waardoor het water er voor uit valt. Door je bekken naar voor te bewegen (of ‘’het stuitje onder te trekken’’), kantelen ze naar achter waardoor het water er achter uit valt. Houd het bekken zo goed mogelijk in een natuurlijke balans. Dit betekent dus niet vastzetten, maar subtiel meebewegen terwijl je je benen buigt en strekt.
 
Stap 4: Richt het staartbeen (onderste stukje van de wervelkolom) omlaag. Beeld je in alsof hier een gewichtje aan hangt die door de zwaartekracht recht omlaag valt. Let op! Kantel hiervoor je bekken niet te sterk en span je billen evenmin overmatig aan. Zorg voor een natuurlijk zwaartepunt die niet geforceerd wordt.
 
Stap 5: Buig en strek de benen geleidelijk. Stort dus niet in ene neer, maar beweeg in één tempo omlaag en omhoog. Beweeg de knieën in dezelfde richting als de tenen. Houd hierbij de opwaartse strekking en energie die je hebt opgebouwd in de beginpositie. Ook al ga je omlaag: behoud de energie omhoog! En ook andersom: ga je omhoog, denk dan de energie weer terug de vloer in. Deze tegengestelde richting is essentieel voor een goede plié.
 
Stap 6: Houdt de rug lang en de schouders omlaag. Zak niet in bij het buigen van de benen, houdt de rug gestrekt en trek de schouders niet op bij het omhoog komen. Dat doe je door het centrum lichtjes aan te spannen (navel richting de rug), de rug en schouderbladen te verbreden en door de schouders daar ’bovenop’ te ontspannen terwijl je omlaag en omhoog beweegt.
 
Stap 7: Haal adem! Vaak zetten we onze adem vast als we over veel dingen na moeten denken of als we ons op willen strekken. Een plié is een verbindende pas, adem dan ook mee met de plié mee. Zie het als een lichte, fijne en doorgaande beweging die jou als danser(es) in staat stelt om zeggingskracht in beweging te leggen!

De perfecte plié gaat gelijkmatig en soepel langs de centrale as van het lichaam loodrecht omlaag en terug omhoog, zonder overmatige (in)spanning.

Dans Magazine brengt je nuttige danstips die je zullen helpen bij het ontplooien van je dansvaardigheden.