Dansen in de lucht: het grijze gebied tussen acrobatiek en dans
Het komt steeds vaker voor dat dansgezelschappen en choreografen samenwerken met acrobaten. Waar vroeger de grenzen tussen verschillende stijlen niet overschreden werden, is het tegenwoordig steeds meer geaccepteerd om te experimenteren. Of dat nou in het theater of hangend aan een gebouw is…
Dansen tegen gebouwen
Een voorbeeld hiervan is het dansen tegen gebouwen aan, een soort mix van dans, acrobatiek en abseilen. Het dansgezelschap Bandaloop is een van de bekendste uitdragers van deze dansstijl. Oprichtster Amelia Rudolph kreeg dit idee tijdens het bergbeklimmen. Terwijl ze aan een kabel tegen de rotswand opklom, vroeg ze zich namelijk af of ze ook tegelijkertijd zou kunnen dansen. Zo gezegd, zo gedaan. Inmiddels reist Bandaloop de hele wereld over om verschillende wolkenkrabbers onveilig te maken.
Net als bij bergbeklimmen, zijn de dansers verzekerd aan touwen. Langzaam dalen ze langs de buitenmuur af. Via een grote speaker wordt de muziek gestart, waarna de dans begint.
Het grijze gebied tussen dans en acrobatiek
Steeds vaker zoeken choreografen het grijze gebied tussen dans en acrobatiek op. De Nederlandse Panama Pictures staat hierom bekend. Zij spelen met de twee kunstvormen en maken daar voorstellingen mee. Dat resulteert in spectaculaire voorstellingen, waar ook kleine, intieme momenten in zitten.
Niet alleen dansers nodigen acrobaten uit, andersom gebeurt het natuurlijk ook. Het Amerikaanse gezelschap Blue Lapis Light, dat gespecialiseerd is in luchtacrobatiek, gaat samen met dansers aan de slag om mooie voorstellingen te maken. Deze uitvoeringen doen ze bovendien vaak op locatie: in een grote fabriekshal of tegen wolkenkrabbers.
Aerial Dance
Deze dansvorm staat bekend als “aerial dance” of “vertical dance”. Het verschil tussen dans en acrobatiek, is dat dans zich voornamelijk plaatsvindt op de vloer en acrobatiek in de lucht. Aerial dance zweeft, letterlijk en figuurlijk, tussen beide kunstvormen in.
Circusartiest Tarek Rammo zegt in een interview met de Volkskrant: “Zonder deze spieren kan ik mezelf niet optillen en niet zo lang en beheerst hangen of zwieren. Dat is een groot verschil met de training van dansers: bij hen ligt de nadruk op de benen. Het circus vliegt, ballet probeert te vliegen, met sprongen en spitzen, en hedendaagse dans is op de grond gericht.”