Marokkaanse hiphopdansers toegang tot Nederland ontzegd
Drie Marokkaanse hiphopdansers zijn op 10 januari 2019 aangehouden op Eindhoven Airport en teruggestuurd naar Marrakesh. Dit incident heeft vorige week een rel veroorzaakt in Noord-Afrika. Door strenge Europese visumregels krijgen niet-westerse kunstenaars steeds vaak geen toegang tot Nederland. Kunst- en cultuurnetwerken proberen hier op Europees niveau verandering in te brengen.
Hiphopdansers Hamza, Omar en Ahmed maken deel uit van het Marokkanse collectief The Lion’s Crew. Zij waren uitgenodigd om deel te nemen aan een internationale dance battle in het Parktheater, Eindhoven. De dansers kwamen echter niet door de paspoortcotrole op Eindhoven Airport, omdat zij niet aan de voorwaarden voldeden die Nederland stelt aan een Schengenvisum. Ze werden naar een detentiecentrum voor illegalen in Rotterdam gebracht: twee van hen bleven daar vijf dagen en één een week. Daarna werden ze op het vliegtuig terug naar Marrakesh gezet.
Dansers behandeld als criminelen
"Ze deden net alsof wij zware criminelen of terroristen waren. Ze fouilleerden ons tot aan onze schoenen," vertelt Hamza in een interview met de NOS. Het incident leidt sinds het vorige week naar buiten kwam tot commotie in Noord-Afrika. Diverse Marokkaanse en Pan-Afrikaanse media schrijven over "de drie hiphopdansers die in Nederland als criminelen behandeld zijn."
De Nederlandse Marechausse geeft geen toelichting over het incident wegens privacyredenen, maar laat wel weten dat de hiphopdansers werden vastgehouden omdat er geen vluchten naar Marokko beschikbaar waren. De dansers zelf vermoeden dat hun visum niet werd geaccepteerd omdat er onduidelijkheid was over hun verblijfplaats en omdat zij te weinig geld op zak hadden. Wie Nederland bezoekt met een Schengenvisum moet 34 euro per dag per persoon op zak hebben of op een bankrekening hebben staan. Hamza: "Maar niemand had ons dat verteld toen we ons visum kregen."
Geen visa voor Afrikaanse artiesten
Het incident met de Marokkaanse hiphopdansers staat niet op zichzelf. De Nigeriaanse afropopartiest Tekno kreeg bijvoorbeeld geen visum voor zijn optreden op het latinfestival Pal Mundo, ondanks de inspanningen van de organisatie. Ook NTGent moest de wereldpremière van het nieuwste werk van choreograaf Faustin Linyekula annuleren, omdat vier van zijn Congoleses dansers geen visa kregen.
Linyekula’s dansvoorstelling Histoire(s) du Théâtre II gaat over ongelijkheid in de kunsten en zou na de Belgische première ook in Nederland worden opgevoerd. In een open brief laat de directie van NTGent weten dat de Europese visumregels steeds vaker samenwerking met Afrikaanse kunstenaars en artiesten in de weg staan: repetities, voorstellingen en tournees moeten worden uitgesteld of zelfs geannuleerd. “Dat heeft niet enkel financiële gevolgen voor de instellingen en kunstenaars in kwestie, maar betekent ook gezichtsverlies voor de betrokken landen.”
Strengere regels en slechte communicatie
Volgens DutchCulture, een organisatie die zich inzet voor internationale culturele uitwisseling in Nederland, is het voor artiesten steed moeilijker geworden om aan een visum te komen. De laatste jaren zijn de regels alleen maar strenger geworden.
Een van de problemen is dat artiesten aan dezelfde regels moeten voldoen als bijvoorbeeld zakenmensen. De meeste artiesten zijn echter zelfstandigen met een onzeker inkomen: zij hebben dus geen brief van de werkgever, of een bewijs van een stabiel salaris.
Ook worden visumaanvragen voor een kort verblijf sinds 2013 uitbesteed aan particuliere bureaus. Dit kan de aanvraag van een visum heel ingewikkeld maken, bijvoorbeeld als Ethiopische artiesten hun paspoorten naar Ghana moeten sturen om een visum aan te vragen. De communicatie met particuliere bedrijven loopt bovendien vaak stroef.
Speciale visa voor artiesten
Samen met andere Europese kunst- en cultuurnetwerken pleit DutchCulture voor andere regels, zoals een speciaal kunstenaarsvisum of een witte lijst voor artiesten die al eerder hebben opgetreden in Europa, zoals de dansers van The Lion’s Crew. In een Unesco-overeenkomst, die Nederland heeft getekend, staat dat het een recht is van artiesten uit ontwikkelingslanden om hier hun kunstuitingen te vertonen.
Faustin Linyekula en de directie van NTGent benadrukken dat de kunsten een belangrijk rol spelen in het debat over etnische en culturele identiteit en (de)kolonisering in Europa. “Kunst is bij uitstek de plek waar wars van diplomatieke en andere blokkades met open vizier over deze materie kan nagedacht worden, en dat resulteert in artistieke processen met een sterke maatschappelijke betrokkenheid. Daarbij is het vanzelfsprekend onontbeerlijk dat kunstenaars uit Europa samen kunnen werken met Afrikaanse kunstenaars in hun thuisland of in de diaspora.” Vooralsnog heeft de Belgische première van Histoire(s) du Théâtre II echter nog niet kunnen plaatsvinden.