Mara Hulspas over Free Spirit: The Experimental Battle
Door Caitlin de Ruijter
Wat gebeurt er als een klassiek geschoolde danseres de hiphop-scene in duikt? Tegen welke verschillen zal zij aanlopen? Waar de afstand in het theater tussen de danser en het ingetogen publiek groot is, is dit tijdens een battle het tegenovergestelde. Het publiek zit er bovenop en leeft helemaal mee. Ze schreeuwen, klappen luid na een interessante move en stimuleren de dansers. Dit verschil ondervond Mara Hulspas tijdens Free Spirit: The Experimental Battle.
Mara Hulspas is danseres bij het Scapino Ballet sinds 2013. Haar opleiding genoot zij aan het Koninklijk Conservatorium in Den Haag. Voordat ze bij het Scapino Ballet kwam, heeft ze eerst vier jaar bij Introdans gedanst. Deze stap maakte zij omdat ze vond dat het tijd was voor iets nieuws. Ze wilde niet meer het schattige meisje zijn dat steeds netjes haar voet moest strekken, maar aardser leren dansen en zo dichter bij haarzelf komen. Voor de Free Spirit: The Experimental Battle ging ze aan de slag met een van haar andere doelen: onzekerheid, vooral tijdens improvisatie.
Voordat je de workshop kreeg, wist je eigenlijk nog niets over de battle scene. Tot hoever wist je er iets over?
“Ik heb misschien ooit een paar lesjes gedaan op de sportschool. Ik vond het wel leuk, maar meer ook niet. Ik wist er dus eigenlijk niet helemaal niets over. Experimental urban dance is een combinatie van alle stijlen. Je hebt dus niet alleen popping and locking of een andere losse dansstijl. Toch zijn er qua werkwijze wel gelijkenissen met Scapino. Zo zijn we de afgelopen periode veel bezig geweest met onze dansvoorstelling Henry waarvoor we bij de creatie ook moesten improviseren.
Een verschil is echter dat je bij een battle alles in één minuut moet laten zien. Je moet dus 180 procent geven en die minuut moet bestaan uit al je beste stukken. Bij het creëren van een moderne creatie ben je juist bezig met een geheel. Je kan dan ruim een uur improviseren en dingen opbouwen. Er zit dan meer nuance in.”
Wat hield die workshop in en hoe heb je die ervaren?
“Het begon met een uitleg van de battle door Andre Grekhov. Daarna kregen we verschillende opdrachten. In de eerste ronde moesten we one-on-one. Dus eerst moest ik een minuut improviseren, daarna de andere danser, toen ik weer en als laatste de ander. Bij de tweede opdracht gooide Grekhov een stapel papieren in de lucht en zei: “Be creative!” En daar sta je dan, want het is iets dat je helemaal niet kent. Je hoofd draait overuren. De dansers die bekent zijn met het battlen hebben daar meer ervaring in en wij klassieke dansers gaan toch anders met de opdracht om dan de anderen. Herkenbaarder was de tweede opdracht van de battle. Op de grond lagen stickers en je moest van de één naar de andere bewegen. Op elke sticker stond iets geschreven, en onderweg naar de sticker veranderde je daar in. Dat is voor ons herkenbaar, maar toch interpreteren wij dat weer anders.”
Je zegt dat jullie anders omgaan met de opdracht. Wat zijn volgens jou de grootste verschillen tussen hip hop dansers en klassiek geschoolde dansers?
“Urban danser zijn meer theatraal. Neem die opdracht met de stickers. Op een van de stickers stond dat je in kauwgom moet veranderen. Ik zag een meisje die op weg naar deze sticker in ‘kauwgom’ stapte en zo vast kwam te zitten aan de grond. Terwijl wij klassiek geschoolde dansers sneller de kauwgom zelf worden. Wij gaan langzaam en stroperig bewegen. De setting is ook wel anders. Wij staan op een podium en het publiek zit in de zaal met af en toe een ingetogen applaus. Bij de urban staan ze veel dichterbij. Er is direct contact, mensen staan te schreeuwen en leven helemaal mee.”
Waar heb jij je inspiratie vandaan gehaald voor je bewegingen?
“Bij mij komt het uit mijn achtergrond. Het is een combinatie van alles wat ik al heb gedanst. Het klassieke van mijn opleiding gecombineerd met het moderne van het repertoire van Introdans en Scapino. We zijn de laatste twee maanden heel intensief bezig geweest met de voorbereiding van Henry van choreograaf Itamar Serussi. Ik heb ook wel voor een deel zijn bewegingsstijl gebruikt.”
Wat heb je van deze battle geleerd?
“Ik wilde meedoen om over een bepaalde onzekerheid te stappen. Ik heb tijdens mijn opleiding niet heel veel geïmproviseerd en voel me daardoor snel beoordeeld. Het doel was voor mij om daar overheen te komen. Deze wedstrijd was eigenlijk ter afsluiting van dat doel. Het moet daar gebeuren, je hebt geen tijd om geblokkeerd te raken. Ik ben met het resultaat heel blij en denk ook dat ik mijn doel heb behaald. Het heeft me vertrouwen gegeven. Vertrouw je in jezelf, dan hebben anderen ook vertrouwen in jou.”
Zou je nog een keer met zoiets mee willen doen?
“Ja die urban-scene is leuk. Het zijn hele open mensen en ik vind dat erg interessant. Onderling kun je dingen uitwisselen en iedereen wil veel leren. Ik ga sowieso nog een keer een battle doen. Voorlopig ga ik een aantal keer kijken. In november is er ‘Open your mind’, volgens mij alleen wel een battle met duo’s. Ik weet niet of ik dat zou doen. Niet nu ik net de één op één battles begrijp.”
Tijdens de Nederlandse Dansdagen fotografeerde fotograaf Jochem Jurgens Free Spirit/ the experimental battle. Lees en bekijk hier meer over in het komende nummer van het tijdschrift Dans Magazine, dat verschijnt op 11 december 2015.