Oerol: cocktail met een vleugje dans
Door Joost Goutziers
Gezien: Periode van 9 tot en met 17 juni op Oerol, Terschelling
Dans en slagwerk, dans en klassieke muziek, dans en Grieks drama. Op theaterfestival Oerol op Terschelling is voelbaar dat dans makkelijk samengaat met andere disciplines. O, ja, dans en circus, bijna vergeten.
Laten we beginnen met de voorstelling die de meeste indruk maakt. Tsukumogami van de Japanse slagwerkgroep Dadadakan Tenko. Die voorstelling staat op het strand bij West aan Zee. Die zee, de golven, de kracht ervan, blijft tijdens de voorstelling aanwezig. Het jaar 2011, de zeebeving in Japan: 20.000 doden en 2050 vermisten. Dat schreeuwt om een betrokken voorstelling. Dadadakan Tenko doet dat op een prachtige en uiterst respectvolle manier.
Tsukumogami van Dadadakan Tenko
In het mulle zand liggen kleine, grote en nog grotere trommels, gevangen in visnetten. Er is een regenton, een olievat. Daar tussenin, half verscholen, zijn danseressen. Eerst zijn ze roerloos, maar langzaam ontstaan kleine bewegingen. Met minimale passen, in slow motion, slepen ze zich richting de trommels. In hun handen dragen ze attributen, een fluit, een pan, een lampion. De resten van een ramp. De voorstelling bouwt traag op, al kun je op je vingers natellen dat er op enig moment stevig getrommeld zal worden.
Bij Dadakan Tenko loopt beweging en percussie als vanzelf in elkaar over. Dansers zijn trommelaars of zijn trommelaars dansers? Acht, negen trommelaars op het strand, dat beeld is prachtig. De spelers trommelen ritmisch, razendsnel en synchroon. Af en toe kijken ze angstig naar de zee. Je weet maar nooit of daar een nieuw monster schuilt.
En er is oog voor traditie. Vanachter een kunstwerk met linten – voor elke vermiste een lint – komt een monsterlijk wezen te voorschijn. Dat is het onheil, de tsunami die levens bedreigd. Het monster blijkt niets ontziend, al is de grote trommel die uit een boothuis komt nog krachtiger. Na afloop buigen de spelers eerbiedig naar de linten, de vermisten.
Penthesilea - NNT, het Noord Nederlands Toneel en Club Guy & Roni
Bij Dadadakan Tenko vullen dans en muziek elkaar aan. Dat mag je ook verwachten van de samenwerking tussen NNT, het Noord Nederlands Toneel en Club Guy & Roni. Dat zijn grote namen. Op het Noordzeestrand staan twee hoge tribunes die verwijzen naar de poort van Troje. Ook hier is de zee maar zo’n honderd meter weg. Daartussen in een langwerpige vijver met rood water, de bühne voor Penthesilea, het Griekse drama waarin de koningin van de Amazones haar hart verliest aan Achilles.
Deze pretentieuze voorstelling is krachteloos, mist spanning en is soms moeilijk te volgen omdat niet altijd duidelijk is wie aan het woord is. Ook met de enorme ruimte op het strand wordt bijster weinig gedaan. En ja, er is dans te zien. Een danseres wordt door krijgers op handen gedragen. Later bewegen diezelfde krijgers synchroon en lijkt het warempel wel een choreografie. Maar de inbreng van dans is beperkt en dan mag je hopen dat Club Guy & Roni zich toelegt op het maken van eigen voorstellingen. Ook daar lopen dans en theater in elkaar over, maar dan klopt het wel.
NNT en Club Guy & Roni hebben een excuus. Enkele dagen voor de première op Oerol was het weer barslecht op Terschelling. De zee nam de rekwisieten mee en de tribune dreigde te verzakken. De dagen die hard nodig zijn om de voorstelling af te monteren hadden de spelers nodig om puin te ruimen.
Rite of Spring - MAAS theater en dans
In de naam van MAAS theater en dans is al duidelijk dat bij het gezelschap meer disciplines te zien zijn. Op Oerol bracht het gezelschap een nieuwe versie van Rite of Spring. Het stuk over de overgang van meisje naar vrouw was al eerder in de theaters te zien, maar het is na een reis door Zuid-Afrika met een nieuwe cast opnieuw gemaakt. Tijdens Oerol dansten in het stuk naast Nederlandse en een Vlaamse danseres, vier danseressen uit Zuid-Afrika. Die dames uit Kaapstad en `Durban voegden veel energie, speelsheid en brutaliteit toe.
Rites of Spring is natuurlijk afgeleid van de choreografie van Vaslav Nijisky uit 1913, maar is vooral een eigentijds stuk over de worsteling van meisjes op zoek naar identiteit, vrouwelijkheid en volwassenheid. Die strijd speelt zich af in en op een ovalen catwalk midden in het bos. De danseressen paraderen, zoeken conflicten op, verleiden en ontpoppen zich alsmaar meer tot dames met een eigen persoonlijkheid. Het is een theatrale voorstelling waarin goed wordt gedanst en blijkt dat elk karakter een eigen manier van bewegen heeft.
Dat de dansvoorstelling in het bos speelt biedt veel mogelijkheden. Danseressen verdwijnen soms achter de bomen en aan het slot dansen ze in een parade het donkere bos in. Dat is een mooi beeld en voegt werkelijk iets toe.
Of er nog meer dans was op Oerol? Zeker. LeineRoebana danste in een opblaasbare koepel van Plastique Fantastique en werd begeleid door muziek van het Stolz Quartet. Bij Groupe Acrobatique de Tanger uit Marokko mondde een feest op het strand telkens uit in dans en acrobatiek.