In de spotlight: het licht en decor in een dansvoorstelling
Niet alleen de kostuums zijn belangrijk bij dansvoorstellingen, maar ook het decor en licht van vitaal belang voor het succes van deze uitvoeringen. Zelfs als de dansers al hun passen perfect uitvoeren, biedt een optreden met te zwak afgestelde verlichting en gammele decorstukken immers nog steeds een treurige aanblik.
Elke voorstelling valt of staat dan ook met zijn decor en zijn lichtplan. Van beide zien we de afgelopen jaren een steeds grotere variatie. Er worden steeds meer nieuwe technieken ontwikkeld om een voorstelling vorm te geven.
Picasso als decorontwerper
Het decor brengt een tijd, plaats of atmosfeer over aan het publiek. Hoewel niet bij alle voorstellingen decorstukken worden gebruikt, zijn ze bij balletvoorstellingen eerder de regel dan de uitzondering. Het Nationale Ballet maakt bijvoorbeeld altijd gebruik van een groot decor. Op de achterwand hangt een groot doek met daarop een landschap. Die doeken hebben vaak wat weg van schilderijen. Ook het bouwen van huisjes, grote trappen of bomen behoren tot het decor. Stel je De Notenkraker maar eens voor zonder enorme kerstboom of de enorme balzaal uit Sleeping Beauty. Door groot decor toe te voegen, wordt het magische effect van een balletvoorstelling nog groter en kan het publiek zich makkelijker in het verhaal verplaatsen.
Als eerste wordt er, in overleg met de choreograaf, een ontwerp gemaakt door de decorontwerper. Dat ontwerp kan een tekening zijn of een maquette ter grootte van een poppenhuis. Als de choreograaf dat ontwerp goedkeurt, gaan de decorbouwers vervolgens aan de slag met het bouwen van het decor.
Soms worden er ook kunstenaars ingezet bij het ontwerpen van een decor. Zo was Pablo Picasso decorontwerper voor de dansvoorstelling Parade en ontwierp hij een groot doek voor diezelfde voorstelling.
Virtuele dans
Omdat het bouwen van een fysiek decor duur is, maken dansgezelschappen de laatste jaren steeds vaker gebruik van schermen. Op deze screens kunnen afbeeldingen, video’s en animaties geprojecteerd worden, die meestal dezelfde functie hebben als een fysiek decor. Op het scherm kan het publiek zien waar de voorstelling zich afspeelt en kunnen er special effects toegevoegd worden. Schermen pakken niet altijd even positief uit. Sommige mensen vinden fysiek decor mooier om naar te kijken. Vooral bij stukken die zich in het verleden afspelen wordt er vaak de keuze gemaakt om toch fysieke decors te bouwen.
Ook het gebruik van projection mapping is in opkomst. Bij projection mapping wordt er een video op een (bewegend) object afgespeeld. Door de bewegende beelden krijgt dat object ineens een 3D effect.
In de spotlights
Minstens even belangrijk voor elke dansvoorstelling is het lichtplan. Het licht brengt immers focus en sfeer aan in de voorstelling. Bij het lichtplan worden verschillende kleuren ingesteld, die samen een bepaalde sfeer kunnen creëren. Met veel verschillende kleuren kun je een feest uitbeelden, terwijl warme kleuren beter bij een woonkamer passen.
Ook kun je special effects toevoegen met behulp van de belichting. Zo kan bijvoorbeeld een stroboscoop, die een flikkerend licht maakt, goed ingezet worden bij een storm.
Als het lichtplan klaar is, plaatsen de decorbouwers de juiste lichten boven en om het podium, waarna ze bij een technische doorloop alle lichtstanden controleren op het juiste effect.
Een groep die licht en schermgebruik naar een nieuw level tilt, is de groep Light Balance. Zij doen dit jaar mee aan America’s Got Talent: