Home » Reportage
Oskar Schlemmer's Triadische ballet

Het poppenballet van Oscar Schlemmer

Door Carolien Verduijn

Als tot leven gekomen speelgoed staan de twee figuren in een knalgele kamer. Gehesen in strakke harnassen in primaire grondvormen kunnen ze niet anders dan zich schikken naar hun omhulsel. Met een houterig, staccato tippelloopje geven ze zich over aan het kostuum dat hun ware lichaam en identiteit verbergt.

Dit is niet hoe de openingsscène van het Triadisch Ballet verliep. Oscar Schlemmer’s originele choreografie uit 1922 is helaas verloren gegaan. Maar zo zag één van de vele reconstructies die er sinds die tijd van het ballet gemaakt zijn er wel uit.

Het Triadisch Ballet vindt haar oorsprong in het gedachtegoed van de legendarische Duitse Bauhaus-academie. Deze kunstacademie bestond van 1919 tot 1933. De opleiding idealiseerde het idee van een totaalkunstwerk, waarin alle kunstdisciplines samenkwamen. Niet gek dat Schlemmer, die hier decorontwerp doceerde, zich stortte op het choreograferen.

Roze, geel en zwart

Schlemmer's kostuumontwerpen - 1926.Het Triadisch Ballet is Schlemmer’s bekendste choreografie. Hier ontwierp Schlemmer eerst de kostuums, en daarna pas de choreografie. En dat was maar goed ook, want de kostuums waren zo vormgegeven dat er onmogelijk vrij in te dansen viel. In bolvormige papier-maché, in spiralende tutu’s of in kubusachtige vormen konden de dansers niet anders dan hun bewegingen aanpassen aan hun kostuum. Schlemmer zag dans dan ook enkel als stijlelement, dat gelijk stond aan zaken als belichting, decor en kostuums.

Maar waarom heet dit ballet dan ‘triadisch’? De naam verwijst naar de vele driedelingen waaruit het ballet bestaat. Ten eerste bestaat het ballet uit drie aktes; geel kleurt de eerste akte, roze de tweede en zwart overheerst in de derde akte. Ten tweede vullen de drie primaire vormen - bol, kubus en piramide - en kleuren - rood, groen blauw - het verdere toneelbeeld. Ten derde zijn de twaalf verschillende dansen en achttien verschillende kostuums, getallen die allemaal terug te voeren zijn op drie, tevens het aantal dansers: een vrouw en twee mannen.

Rebelleren tegen emoties

In de hoogtijdagen van de ‘ausdrucktanz’ vol  met door emotie overmande dansers, deed Schlemmer met zijn choreografieën juist het tegenovergestelde: hij reduceerde de dansers tot een onderdeel van de performance. Ze droegen maskers, waardoor hun individualiteit hen ontnomen werd.

De elementaire vormen die hun logge, zware kostuums hadden abstraheerde letterlijk hun bewegingen. Met de simpele, mechanische en robotachtige bewegingen van de dansers af tegen het sierlijke, klassieke ballet. Geïnspireerd door de industrialisering waarin machines meer en meer het leven van de mens gingen beheersen kan Schlemmer in de futuristische traditie geplaatst worden.

Hoewel Schlemmer’s ballet maar tien jaar is opgevoerd, van 1922 tot 1932, is het vaak gereconstrueerd. Zijn originele ballet is in die tien jaar maar door zo’n duizend mensen bekeken. Het ontleent zijn beroemdheid vooral aan de kostuums, die na de opvoeringen tentoon werden gesteld. Het publiek kon zich niet voorstellen dat mensen hierin konden dansen.

Één van de navolgers van Schlemmer was Alwin Nikolais (1910/1912-1993). Deze Amerikaanse choreograaf maakte in de jaren ’60 choreografieën waarin hij de dansers ‘depersonaliseerde’. Sommigen beweerden dat dit onmenselijk was, maar Nikolais vond het juist bevrijdend. Hij bevrijdde zijn dansers letterlijk van de vorm waaraan ze gebonden waren.

Anno 2015 zijn choreografen nog steeds bezig met de impact van technologie op de menselijke identiteit. Denk maar eens aan de dansvoorstelling SMART van Danstheater AYA, een zoektocht naar de invloed van de smartphone op ons leven. De verbinding tussen mens en machine is nog steeds onderwerp van discussie, zo blijkt maar weer.

Bronnen:

Lahusen, S. (1986) ‘Oscar Schlemmer: Mechanical Ballets?’, in: Dance Research: The Journal of the Society for Dance Research, vol. 4, no. 2. Edinburgh University Press, p. 65-77.

Koss , J. (2003) ‘The Bauhaus Theater of Human Dolls’, in: The Art Bulletin, vol. 85, no. 4. College Art Association, p. 724-745.

www.brittannica.com, ‘Alwin Nikolais’             
www.digischool.nl, ‘Mechanische balletten’
www.dansmaar.kunstkijker.org, ‘Triadisch Ballet’
www.museoreinasofia.es, ‘Oscar Schlemmer, Das Triadische Ballet (1922).
www.nytimes.com, ‘Dance: Triadic Ballet, a la Bauhaus’, door J. Anderson

Meer inspiratie