Danse Macabre: dansen op het kerkhof
Door Carolien Verduijn
Waarschijnlijk ken je het nog wel uit je kindertijd. De ‘Skelettendans’ van Walt Disney uit 1929, waarin vier skeletten hun danskunsten vertonen op het kerkhof. In deze ‘danse macabre’ dansten de doden letterlijk op hun graven. Disney liet zich inspireren door de dodendansen uit de Middeleeuwen. Maar anders dan in een tekenfilm kunnen de doden natuurlijk helemaal niet dansen. De levenden griezelen des te meer. Bijvoorbeeld in een Halloween kostuum.
De dood maakt geen onderscheid. Of je nu oud, jong, rijk of arm bent, iedereen komt een keer aan de beurt. Dit gegeven en de diepe angst voor de dood die mensen om deze reden jegens hun onontkomelijke lot koesterden dreven mensen tot ‘dodendansen’. Ze daagden de geesten van de doden uit om met hen te komen dansen. De dodendans kwam tot bloei in de Middeleeuwen, en is sindsdien nooit meer weggeweest.
De dodelijke St. Vitusdans
In de elfde eeuw kwamen de zogenaamde ‘dodendansen’ op. Wanneer er iemand begraven werd, riep dat uiteraard heftige emoties op. Hieraan werd uiting gegeven door middel van dans. Deze dansen begonnen meestal op het kerkhof. Extatisch voerden de mensen woeste dansbewegingen uit op de graven op het kerkhof, waarbij ze ruwe liederen zongen en obscene gebaren maakten. Daarna gingen ze naar de kerk, waar ze tot rust kwamen.
In de veertiende eeuw deed zich een nog opmerkelijker tafereel voor: in het Duitse Rijndal danste een groep mensen uit wanhoop van stad naar stad. Overal sloten zich mensen aan die hysterisch voort dansten, soms tot ze van uitputting dood neervielen. Waarom deze zogenaamde St. Vitusdans werd uitgevoerd is niet duidelijk. Vast staat wel dat de armoede, toeslaande pest en oorlogen niet bijdroegen aan het geestelijke welzijn van de Middeleeuwers.
De Groene Tafel
Hoe dans er in de Middeleeuwen uitzag, is eigenlijk niet bekend. Choreografieën werden niet uitgeschreven. Alleen schilderijen en fresco’s in kerken tonen kenmerkende houdingen. Deze verbeeldingen van de ‘dodendansen’ waren een populair thema in zowel de schilder- als de dichtkunst. Het is niet gezegd dat de dansen ook daadwerkelijk zo zijn uitgevoerd.
Het thema van de ‘danse macabre’ is dansmakers altijd blijven inspireren. Zo maakte de Duitse choreografe Mary Wigman in 1926 een dodendans. Ook haar leerling Kurt Jooss maakte in 1932 een dans geïnspireerd op de dood: in De Groene Tafel ageerde hij tegen de Eerste Wereldoorlog. De boodschap: De dood overwint uiteindelijk iedereen. De Groene Tafel is door dansgezelschappen over de hele wereld uitgevoerd. Het Nationale Ballet voerde de choreografie in 1965 en in 1996 op.
Verboden te dansen
Hoewel bovengenoemde dansers natuurlijk allang dood zijn, is de dodendans daarmee niet letterlijk een ‘dode dans’ geworden. Het thema is nog altijd populair. Zo bracht choreografe Ann Van den Broek in 2011 de dansvoorstelling Q61. Ook dit was een dodendans: de voorstelling werd gedanst op een kerkhof. Dat dodendansen tegenwoordig minder geaccepteerd zijn dan vroeger, blijkt wel uit het feit dat er een kort geding werd aangespannen tegen de opvoering van Q61. Enkele Alkmaarders wilden niet dat de dans werd uitgevoerd op hun begraafplaats. Omdat de dansers van Van den Broek ook nog eens bedreigingen ontvingen, werd besloten om de voorstelling te annuleren.
De dood is nog altijd een onderwerp dat mensen angst aanjaagt. Het dansen op een kerkhof spreekt nog altijd tot de verbeelding. Het thema van de dodendans is nooit echt weggeweest en ook vandaag de dag nog springlevend. Dans verandert, maar ook weer niet zoveel.