Edgar Degas: schilder van dansers
Edgar Dégas was beroemd om zijn balletwerken zoals La classe de danse (De balletklas). Ondanks zijn succes raakte Degas door zijn tegendraadsheid en onafhankelijkheid in een sociaal isolement, omdat een schilder volgens hem ‘geen sociaal leven kon hebben’. Zonder dat hij het zelf wilde, wordt Dégas gezien als één van de pioniers van het impressionisme in de schilderkunst. Dit jaar is het 100 jaar geleden dat hij overleed.
Schilder Edgar Dégas
Dégas werd op 19 juli 1834 in Parijs geboren als zoon van een Célestine Musson, een Amerikaanse creoolse, en haar man, de vrij rijke bankier Augustine Dégas. Toen hij dertien jaar oud was stierf zijn moeder. Hij was toen al begonnen met schilderen en richtte in het huis van zijn vader een kamer in als atelier. Een professionele schilderscarrière zat er echter niet in want zijn vader zorgde ervoor dat hij rechten ging studeren aan de universiteit. Hier voerde hij echter weinig uit en in 1855 ging hij alsnog naar de École des Beaux-Arts. Hier leerde hij op de conventionele, klassieke manier schilderen. In 1856 reisde hij naar Italië om inspiratie op te doen bij de Italiaanse meesters. Hij bleef uiteindelijk drie jaar weg, waarin hij vele kopieën maakte van beroemde werken van onder andere Michelangelo en Raphael en zijn eigen stijl verfijnde.
Degas' balletwerken
Vanaf het begin van de jaren 1870 schilderde Degas een grote reeks voor die tijd revolutionair opgezette taferelen met het ballet en het theater als thema. Meestal beeldde hij de ballerina's af tijdens repetities of achter de coulissen, schier terloops, tijdens een onbewaakt ogenblik. Hij werd vooral geboeid door de menselijke gestalte en toonde daarbij zijn uitstekende tekenvaardigheid, onder invloed van Dominique Ingres. 'Een danseres', zo schreef hij eens, 'geeft me de mogelijkheid prachtige stoffen te schilderen en beweging weer te geven'. Voor vrijwel al zijn werken maakte hij talloze schetsen als voorstudies. De invloed van de impressionisten blijkt vooral uit de levendige penseelvoering en lichte, heldere kleuren. Meestal gebruikt hij een beperkt coloriet, met veel wit, dat hij afwisselt met zuivere kleuraccenten. Verder kunnen ook de Japanse prentkunst en de fotografie genoemd worden als belangrijke inspiratiebronnen, vooral ook in de compositie: hij werkte veel met afsnijdingen aan de zijkant, decentrale positionering van figuren en strakke vlakverdelingen. Voor zijn tijd waren zijn schilderijen sterk vernieuwend, maar tegelijkertijd behielden ze de technisch sterke lijnvoering iets klassieks, waarmee de bewondering van Degas voor de oude Hollandse meesters zichtbaar blijft.
Dégas minst impressionistische impressionist
Inmiddels had Dégas ook Renoir, Monet en andere schilders ontmoet die later de Impressionisten genoemd zouden worden. Dégas voelde affiniteit met hun wens om te breken met de traditionle schilderkunst, maar kon het nooit echt goed vinden met de groep schilders. Zijn schilderstijl was anders dan die van hen en hij wordt inmiddels dan ook wel de ‘minst impressionistische van de impressionisten’ genoemd. Aan het einde van zijn leven werd Dégas steeds moeilijker in de omgang en al gauw isoleerde hij zichzelf volledig, zich totaal op zijn werk richtend. Alleen Renoir kwam af en toe nog bij hem op bezoek. Dégas stierf op 27 september 1917.
Dit artikel is eerder (gedeeltelijk) verschenen op IsGeschiedenis.