Baanbrekende manieren om te choreograferen
Choreograferen is het maken van een dans, van eerste idee tot een volledige choreografie. Verschillende manieren passeren dan de revue, zoals improvisatie-technieken en compositieleer. Vanuit de muziek een dans maken of andersom. Er zijn echter ook choreografen die het anders doen. De voorbeelden waar choreografen de kunst van afkijken.
Vanuit je eigen lichaam
Martha Graham, ook wel de moeder van de moderne dans genoemd, staat bekend om de Martha Graham-techniek. Graham zei eens: “Ik wilde niet beginnen met de personages of de ideeën, maar met bewegingen.” Ze bedacht de choreografieën vanuit haar eigen lichaam, niet vanuit wat de dansers konden.
Vanuit de dansers en niet vanuit het plaatje
Bob Fosse, choreograaf bekend van hitmusicals als Chicago en Pippin, maakte choreografieën specifiek voor de danser. Pas als alle passen per danser aangeleerd waren, maakte Fosse de opstellingen en de “plaatjes”. Verder liet de choreograaf zich inspireren door andere stijlen. Zo wordt zijn kenmerk vaak bestempeld als een samenkomst van burlesque en jazz.
Cunningham en kansberekening
Het meest opvallende voorbeeld van choreografen is Merce Cunningham. De choreograaf staat zelfs bekend om zijn bijzondere wijze van choreograferen. Cunningham maakte tijdens het choreograferen gebruik van kansberekening. Met behulp van dobbelstenen en het boek I Ching koos hij de volgorde van de pasjes. Verder was Cunningham van mening dat dans en muziek twee losse dingen waren. De dansers oefenden zonder muziek en kregen op de avond van de voorstelling pas de muziek te horen waar ze op moesten dansen.