5 tips om een betere danser te worden
Ondanks dat goed leren dansen te maken heeft met talent en inzet, heeft de wetenschap een aantal tips over hoe jij een betere danser kan worden.
Tip 1: Verbeter je bewegingen door je bekken te trainen
Vanaf een jaar of twee beginnen kinderen mee te bewegen op muziek of simpele danspassen uit te voeren. Dit kan vanaf het moment dat ze hebben geleerd te staan met de bekken in natuurlijke houding. Hierbij staan het hoofd, de schouders en de heupen recht onder elkaar met een kleine curve in de onderrug. Deze houding lijkt het makkelijker te maken om specifieke bewegingen te maken met de heupen en de onderrug, zo schrijven Clara Fischer Gam en Elsa Urmstom in een artikel op the International Society of Dance Medicine and Science.
Maak dus gebruik van bevindingen! Hoe kan je oefenen met deze houding?
- Ga op de grond liggen met je knieën gebogen.
- Laat je rug en je heupen zwaar worden op de grond.
- Maak een driehoek van je duimen en wijsvingers die tegen elkaar rusten en plaats de hielen van de handen op de heupbeenderen. De wijsvingers wijzen naar beneden.
- Bekijk deze driehoek. Pas de houding van je bekken aan totdat de driehoek van je vingers waterpas ligt. Dan heb je de goede houding gevonden.
- Deze oefening werkt ook terwijl je tegen de muur aan leunt.
Tip 2: Doe een warming up
Nadat je een neutrale houding van je bekken hebt gevonden, is het tijd voor wat strekoefeningen. Dit is een eenvoudige manier om het bereik van je dansbewegingen te vergroten. Het voorkomt ook blessures. Marijeanne Liederbach van NYU Langone's Harkness Center for Dance Injuries: “Om de spieren te stimuleren om op een veilige manier dit grotere bereik te krijgen, moeten ze eerst opwarmen.” Dan zijn je spieren bewegelijker en kan je makkelijker draaien en buigen tijdens het dansen. Lees daarom deze 4 tips om effectiever te stretchten.
Tip 3: Oefen met op één been bewegen
In een Brits onderzoek uit 2013 werd een groep van 48 mannen en vrouwen gevraagd om de bewegingen van 30 mannelijke dansers te bekijken. Hun bewegingen werden beschreven als gedurfd met gevarieerde bewegingen zoals heen en weer draaien, terwijl ze krachtige armbewegingen gebruikten. In 2017 deden dezelfde onderzoekers een vergelijkbare test, deze keer met 39 danseressen. Zij legden meer nadruk op grote heupschommelingen en asymmetrische bewegingen van de benen en armen. Deze verschillen in bewegingen kan je ook oefenen:
- Leun op één been en probeer het been te buigen.
- Beweeg dan met je armen en andere been. Het kan helpen om te denken aan een opblaasmannetje die bijna agressief beweegt in de wind.
- Je kan deze oefening ook doen zonder je been te buigen.
- Leun op je andere been en herhaal je bewegingen.
Liederbach ziet voordelen van deze oefening: “Als je terug blijft komen naar deze basiselementen van bewegingen, kan je na een tijd makkelijker beslissen welke beweging je wilt doen en deze uitvoeren.”
Tip 4: Maak een connectie met je mededansers
Dansen draagt bij aan een sterkere band met je medemens – of in dit geval mededansers. Neuroloog John Krakauer schrijft deze connectie toe aan cellen die we spiegelneuronen noemen, waardoor je brein geactiveerd wordt tijdens het dansen of terwijl je andere dansers bekijkt. “Onbewust plan en voorspel je hoe een danser zou bewegen op basis van wat je zelf zou doen,” schrijft Krakauer. Wanneer je dan meedanst en de ander spiegelt, versterk je onbewust de onderlinge band. Goed dus om af en toe te doen met andere dansers!
Tip 5: Wees authentiek
Volgens antropoloog Judith Lynne Hanna is het belangrijk om te onthouden dat de manier van dansen verandert door persoonlijke voorkeuren, dansstijl en cultuur. Flamencodansers hebben bijvoorbeeld een diepe connectie met de grond tijdens het dansen, terwijl ballerina’s juist hun lichaam zover mogelijk van de grond tillen. Welke stijl je ook danst, het is belangrijk om jezelf te zijn.
Bron: Mental Floss