7 vragen aan Rianne Keyzer-Slenema - docent Dance in Art
Sinds twee jaar doceert Rianne Keyzer-Slenema bij Dance in Art. Eerder werkte zij samen met de postmoderne choreograaf Merce Cunningham. Vol inspiratie begeleidt zij nu jonge dansers om hun weg te vinden naar het professionele veld.
Na haar afstuderen aan de ArtEZ dansacademie als uitvoerend danseres, ontving Keyzer-Slenema een beurs van de VandenEnde Foundation. Hiermee kon zij zich verdiepen in de techniek en de filosofie van Merce Cunningham. Het vele samenwerken met Cunningham was bijzonder voor haar: korte tijd later overleed hij namelijk. Nadat zij terugkwam in Nederland maakte zij een solo, geïnspireerd op het werk dat zij in New York deed. Zij deed dit om zo ‘aan mijn familie en vrienden iets te laten zien, omdat zij geen van mijn optredens daar hebben kunnen zien.’ Het maken van een solo beviel haar zo goed, dat ze naast haar danswerk ook choreografieën ging maken. Op het moment werk zij aan een groot project om alle Prelude’s en Fuga’s van Bach’s Well Tempered Clavier naar dans te vertalen. Tot nu toe heeft zij er tien van de in totaal 48 composities behandeld. Bij Dance in Art is Keyzer-Slenema momenteel verantwoordelijk voor alle moderne lessen. (Lessen van gastdocenten daargelaten) Professionalisme staat bij haar hoog in het vaandel.
Hoe ben je met dans in aanraking gekomen?
Als klein meisje ben ik begonnen met ballet. Ik vond het altijd heerlijk. Rond mijn 16e werd ik echt fanatiek en ben ik voor de ArtEZ dansacademie gegaan, dans uitvoerend.
Waarom doceer je aan deze dansopleiding?
Omdat ik erg in het concept geloof. Ik heb heel veel zelf moeten uitvinden na mijn afstuderen. Over freelancen, jezelf in vorm houden, overleven en wat een echt professionele houding is. Ik ben blij als ik, samen met de rest van het team, deze jonge dansers wat meer voorbereid het werkveld in kan sturen.
Hoe typeer jij jezelf als docent?
Ik ben echt bezig de dansers op een positieve manier uit te dagen om meer uit elke les te halen. Ik ben wel kritisch maar altijd op een opbouwende manier. Er wordt in mijn lessen altijd hard gewerkt en hard gelachen.
Waar haal je je inspiratie vandaan?
Een van de grootste inspirators is Merce Cunningham. Ik heb veel lessen van hem gevolgd in het laatste deel van zijn leven en hij achtte niets onmogelijk! Hij vroeg echt een open houding van de dansers. Ik heb hier geleerd niet te oordelen over bepaalde oefeningen en uit elke les en elke oefening iets te halen. The only way to do it is to do it.
Wie zijn je grote voorbeelden?
Overduidelijk Merce Cunningham. Al is het alleen al dat zijn techniek is zoals die is omdat hij het uitzicht uit de studio niet wilde verpesten met een barre. Hij was zo’n legende dat het heel indrukwekkend was om met hem te werken. Dat wil overigens niet zeggen dat mijn werk op dat van hem lijkt. Ik creëer in mijn eigen bewegingstaal, binnen de huidige tijd. Ik bewonder mensen die heel duidelijk hun eigen pad bewandelen en werken met een authentieke stijl, of dat nu docenten zijn of choreografen.
Dans je zelf nog naast het doceren?
Zeker. Soms in meerdere en soms in mindere mate. Ik choreografeer ook. Dus soms is het beter voor het creatieproces om er niet zelf in te staan. Ik wil alleen graag zelf datgeen beheersen wat ik mijn dansers vraag, dus ik zorg wel dat ik mijn instrument gestemd houd.
Is er nog leven naast de dans?
Absoluut! Ik ben sinds 10 maanden moeder. Dat geeft een hele andere dimensie aan het leven. Het is een absoluut feest. Ik geef ook regelmatig workshops in andere domeinen dan de dans. Dat is echt heel leuk om te doen.