De bloemendansen van danspionier Loie Fuller
Door Carolien Verduijn
“Een enorme lelie”, “Een roos die uit elkaar valt” en “Geen vrouw, maar een metafoor”. Zo omschreven recensenten eind negentiende eeuw de opzienbarende serpentinedansen van danspionier Loie Fuller (1862-1929). Met soms wel honderden meters zijde en gekleurd licht ontwierp ze een geheel nieuwe manier van dansen, die zich bewoog tussen het klassieke ballet ten tijde van de Romantiek en de moderne dans begin twintigste eeuw.
De inspiratie voor haar dansen vond Fuller al tijdens haar carrière als ‘skirtdancer’ in het Gaiety Theatre in Londen. ‘Skirtdance’, oftwel ‘rokkendans’, was een dansvorm waarbij vrouwen in lange, wijde rokken zwierende bewegingen maakten. Theaterlicht legde de focus volledig op de sierlijke, wervelende patronen die de danseressen met hun rokken maakten. Het publiek was betoverd door de jonge Loie Fuller, die het theater volledig inpakte. “Het is een orchidee!” en “Het is een vlinder” schijnt het publiek geroepen te hebben.
De gebroeders Lumière legden rond 1899 één van de serpentinedansen vast. Dit is niet Loie Fuller, die voor zover bekend niet op film is vastgelegd. Ze kleurden de beelden achteraf handmatig in.
Vuurdans
De enthousiaste reacties dreven Loie Fuller om haar ‘serpentinedans’ verder te ontwikkelen. Serpentine ken je misschien vooral als de gekleurde, opgerolde strookjes papier die bij feestelijke gelegenheden worden uitgeworpen. Het woord komt eigenlijk van het Latijnse serpentinus, dat ‘slang’ betekent. En dat deed Fuller: ze kronkelde, draaide en slingerde in het rond met haar vleugels van zijde.
Ze experimenteerde met het ontwerp van de kostuums en het licht. Van honderden meters zijde maakte ze rokken die ze aan lange stokken vastmaakte. Zo kon ze haar lichaam tijdens het dansen volledig verhullen in zijde. Door glasplaten in het podium liet ze gekleurd licht schijnen. Tijdens haar Fire Dance leek het hierdoor net of rode vlammen van zijde haar lichaam langzaam in bezit namen.
Copycats
Eind 1892 trad ze op in het Parijse theater Foliès Bergère. Zowel onder het grote publiek als onder de Parijse avantgarde betekende dit de doorbraak van ‘La Loie’, zoals ze haar in Parijs ook wel noemden. De Franse recensenten zagen in haar dans het symbolisme terug: een perfecte onderlinge relatie tussen idee en symbool.
Helaas lagen er een hoop copycats op de loer, en dat had Fuller van begin af aan al ingecalculeerd. Op veel van haar ideeën over belichten en kostuumontwerp lag patent. Dit werd door een rechter vernietigd toen Fuller één van haar imitators aanklaagde. Haar dans was ‘geen dramatische compositie’ en er zat ‘geen verhaal, geen emotie en geen karakter’ in. Dat was genoeg reden om het copyright teniet te doen.
Vandaag de dag circuleren er nog allerlei filmpjes van serpentinedansen over het internet, waarvan het de vraag is of Loie Fuller er überhaupt in voorkomt. Maar, copycats of niet, Fuller’s naam is nog steeds verbonden aan de serpentinedans.
De Amerikaanse Chamber Dance Company reconstrueerde één van Fuller's choreografieën.
Bronnen:
Janssen, W. (2011) Dwarsdoorsnede Dans. Alphen aan den Rijn: Groene Hart Lyceum
Sommer, S.R. (1975) ‘Loie Fuller’, in: The Drama Review, vol. 19, no. 1 (maart 1975). MIT Press.
Sperling, J. (2012) Loie Fuller. Dance Heritage Coalition.
www.etymologiebank.nl, ‘Serpentine’
www.metmuseum.org, ‘The Collection Online: Loie Fuller dancing’