De virtuositeit van imperfectie: kunst of participatie?
Door Jolanda Keurentjes
Op 28 november organiseren Holland Dance en het LKCA in Den Haag tijdens DanceAble een symposium over innovatieve projecten, werkwijzen en best practices rondom inclusiedans. Daarbij is aandacht voor artistieke én voor maatschappelijke doelen. Drie choreografen die bijdragen aan het programma vertellen over hun ervaringen in dit spanningsveld.
Kunst en participatie. Een actueel thema, dat in verschillende kringen discussie oproept. Ligt de nadruk op participatie en maatschappelijke doelstellingen, dan rijst de vraag of kunst alleen nog middel is en de artistieke kwaliteit er eigenlijk weinig toe doet. Staat de kunst voorop, is er dan nog wel een maatschappelijke meerwaarde?
Wies Rosenboom, hoofd cultuurparticipatie bij het Landelijk Kennisinstituut Cultuureducatie en Amateurkunst (LKCA) herkent het spanningsveld: "Wij vinden het belangrijk om kunst te verbinden met de samenleving. Het is een uitdaging om te zorgen dat er echt een gelijkwaardige verbinding ontstaat. Ik denk dat het mogelijk is, omdat kunst juist vanuit de artistieke kwaliteit iets kan betekenen."
Inclusie
Holland Dance heeft in DanceAble voor een specifieke insteek gekozen. Het driedaags evenement wil de bewustwording rond inclusiedans en de empowerment van dansers met een beperking een impuls geven. In bestaande en nieuw te maken voorstellingen is sprake van ‘mixed abilities’: dansers mét en zónder een beperking.
Goele van Dijck, een van de makers van de voorstelling Pitstop, beschouwt dit voor haar werk als een principiële keuze. "Ik ga uit van dans en zoek daarbij de mensen die ik nodig heb. Dansers met een beperking zijn een van de vele soorten dansers die er zijn." Voor choreografe Van Dijck begon het twintig jaar geleden met een cursus van Adam Benjamin, de medeoprichter van Candoco en wegbereider op dit terrein. Sindsdien is het werken met mensen met een beperking één van haar activiteiten. "Die dansers lokken mij zo uit mijn kot, duwen mij om oplossingen te vinden die er zeker zijn!"
Danser en choreografe Nienke Reehorst schaart zich achter de benadering vanuit verschillende vaardigheden. Zij benadrukt dat alle mensen verschillend zijn en waakt voor stigmatisering. "Iedereen heeft potentieel en beperkingen, talenten en handicaps. Mensen met Downsyndroom zijn ook niet allemaal hetzelfde. Het gaat niet om ‘ik’ en ‘jij’, maar om ‘wij’. Een fantastisch voorbeeld hiervan vind ik het project Compass van Sadler’s Wells, dat honderd verschillende mensen in beweging bracht." Reehorst geeft tijdens DanceAble een bewegingsworkshop samen met acteurs van het Turnhoutse Theater Stap. Stap is een full time theatergroep van Dagcentrum Kasteel, waar Reehorst ad interim artistiek directeur is.
Joop Oonk, choreografe en lid van de denktank van DanceAble, vindt het woord ‘inclusiedans’ te passief voor wat zij doet. Zij hanteert liever de Engelse term integrated dance, ‘geïntegreerde dans’. "Bij inclusiedans lijkt het net of er iets ‘excluded’ is, wat er nu weer bij moet." Oonk heeft een eigen dansgroep, Misiconi, en werkte als assistent-choreograaf bij Stopgap Dance Company in Guildford. In Vlaanderen is de term ‘sociaal-artistiek’ gangbaar, maar dat ervaren de choreografen als een beperkend stempel, evenals ‘community art’ in Nederland.
Gelijkwaardigheid
De gelijkwaardige verbinding die Rosenboom vanuit het LKCA beoogt, is voor de drie ondervraagden op een natuurlijke manier verankerd in hun werkwijze. Bij het maken van voorstellingen gaan zij uit van de mensen die ze voor zich hebben. Zij zijn allen geschoold in het werken met mensen met een beperking. En of er nu gewerkt wordt in een centrum voor dagbesteding, met een eigen dansgroep of op projectbasis met zelfgekozen dansers, de voorstellingen moeten goed zijn.
Reehorst: "Het begint met een integere vraagstelling en de juiste intentie. Dan kijk ik wat zich ontrolt en wat dat betekent. Je moet altijd kritisch kijken of het resultaat het niveau heeft om in een theater te tonen. Het werk moet kwalitatief resoneren in mensen die het meemaken. Het moet hen fysiek, mentaal en emotioneel verder brengen dan het dagelijkse hier en nu. Om de emancipatie van personen met een handicap te bevorderen moet je goede stukken laten zien.’ Zij werkte samen met Sidi Larbi Cherkaoui aan de zeer succesvolle voorstelling Ook, die bijna acht jaar internationaal te zien was. Ze erkent dat het feit dat Cherkaoui een dergelijke voorstelling maakte goed is geweest voor een positieve beeldvorming. Ook ging uit van de specifieke motorische vaardigheden en de esthetiek van de tien spelers van Theater Stap. "Het is belangrijk dat het potentieel van diversiteit aan bod kan komen. Het gaat bij ons om de virtuositeit van diversiteit, zelfs de virtuositeit van imperfectie, in tegenstelling tot het klassiek ballet waar perfectie wordt opgelegd."
Het maken van een voorstelling stelt dansers met een beperking voor de nodige uitdagingen. Goele van Dijck: "Deze dansers zijn niet getraind op een academie. Bovendien vraag ik hen om hun beperking niet te verbergen, en op een podium - met een lichaam dat vaak niet goed werkt - iets te vertellen. Zij botsen constant tegen hun grenzen, zowel fysiek als mentaal. Maar het is niet zo dat ik mijn eisen lager stel, omdat ik met mensen met een beperking werk. Mijn doel is het maken van kunst met mensen die zin hebben om te dansen. Zij moeten net als andere dansers open staan voor mijn werkwijze."
Perceptie
De choreografen vinden dat er op het terrein van bewustwording en professionalisering nog veel moet gebeuren. Goele van Dijck: "Een voorstelling met dansers met een beperking heeft een andere impact op de kijker. Die dansers kunnen ongelooflijk veel, ze hebben andere bewegingsmogelijkheden. Maar de moeite die het hen kost, is schokkend voor een publiek. Het zet de deur naar reflectie open. Het confronteert de kijker met zichzelf, zijn eigen leven en hoe hij dingen doet." Ze heeft ervaren dat het moeilijk is regulier theaterpubliek te trekken. De voorstelling Pitstop richt zich op een breed publiek. Het gaat nadrukkelijk niet over ‘het gehandicapt zijn’. Iedereen kent momenten van herijking zoals tijdens een pitstop, of je lichaam nu perfect gesmeerd loopt of niet.
Publiek kijkt vaak met een bepaalde blik, die van de goede bedoelingen. ‘Je doet heel goed werk, zeggen ze dan,’ vertelt Van Dijck. "In Nederland zijn de reacties extremer dan in Engeland, daar zijn ze al meer gewend," aldus Joop Oonk. "Je kunt bewustwording niet afdwingen," vindt Nienke Reehorst. "Met hoeveel vakmanschap de dansers er ook aan gewerkt hebben, het komt aan op de perceptie van de kijker."
Professioneel
Van Dijck hoopt dat op een dag dansers met een beperking deel uitmaken van reguliere dansgezelschappen. Oonk gelooft dat zij nooit helemaal geaccepteerd zullen worden. "Het begint al vóór de geboorte: baby’s worden in de baarmoeder getest om te zien of zij ‘normaal’ zijn. In het onderwijs worden er aparte clusters ontworpen als leerkrachten moeite hebben met kinderen met een beperking. Van mensen met alleen een fysieke beperking denken anderen vaak dat ze ook geestelijk beperkt zijn. Je moet constant aantonen dat je er wel toe doet."
Oonk heeft dit zelf ervaren; zij heeft een zus met Downsyndroom. "Ik hoop dat mensen meer open-minded worden. Door alle bezuinigingen lijkt dans alleen nog maar serieus genomen te worden als het commercieel is of als het in de zorg in te zetten is. Dit werk vraagt een lange adem en een goede training, in een omgeving met vakkrachten."
De ontwikkelingen in Duitsland, Groot-Brittannië en Vlaanderen zijn verder dan in Nederland. Waar hier vooral Adriaan Luteijn en hopelijk vanaf november ook Min Hee Bervoets baanbrekend werk verrichten, heeft Vlaanderen bekende choreografen als Platel, Vandekeybus en Cherkaoui. Van Dijck: "In Vlaanderen werken we in de professionele dans meer vanuit improvisatie. In Nederland is uiterlijke vorm en techniek belangrijker. Hoewel er meer belangstelling komt bij professionele choreografen, zal het nog lang de ingang vinden via het amateurdansveld." Kunst om de kunst, absoluut. Kunst met een meerwaarde voor de participanten: natuurlijk! Het pijnpunt bij inclusiedans ligt veel meer op het gebied van de maatschappelijke acceptatie.
Meer informatie
Festival en symposium DanceAble
27 t/m 29 november in Den Haag
www.holland-dance.com
Meer over de verbinding tussen kunst en maatschappij:
www.lkca.nl
Goele van Dijck: www.natgras.be
Joop Oonk / Misiconi: www.misiconidance.nl
Nienke Reehorst / Theater Stap: www.stap.be
Candoco: www.candoco.co.uk
Het festival en symposium DanceAble vindt plaats van 27 t/m 29 november in Den Haag. Meer informatie vind je op de website van Holland Dance.
Benieuwd naar de verhalen van de drie choreografen Goele van Dijck, Joop Oonk en
Nienke Reehorst? Je leest ze in het oktobernummer. Dit artikel verscheen eerder in Dans Magazine. Wil je als eerste op de hoogte zijn van het laatste dansnieuws? Neem dan nu een abonnement.