Highlights postmodernistische revival Cullberg Ballet
In het kader van Holland Festival, vond vrijdag 19 juni de Nederlandse première plaats van Highlights van het Zweedse Cullberg Ballet. Highlights is een double bill met The Return of the Modern Dance van de Amerikaanse choreograaf Trajal Harrell en Reproduction van de Hongaarse choreograaf Eszter Salamon, welke 19 maart 2015 in Malmö in Zweden hun wereldpremière beleefden. Anders dan de naam van het dansgezelschap doet vermoeden, zit er geen ballet in de dansvoorstelling van het Cullberg Ballet. Het werk van deze ‘opwindende’ choreografen is echter wel de moeite waard - mits je intellectuele stimulatie kan waarderen en niet op zoek bent naar toegankelijk entertainment.
Highlights van het Cullberg Ballet
Sinds mei 2014 is de Nederlander Gabriël Smeets, die eerder zeven jaar de scepter zwaaide over de School voor Nieuwe Dansontwikkeling en interim directeur was voor het Springdance Festival, artistiek directeur van het Cullberg Ballet. Dat is vanavond tijdens de contributie van het Zweedse dansgezelschap aan Holland Festival goed merkbaar. Harrell en Salamon worden omschreven als twee van de meest interessante eigentijdse choreografen en presenteren in Highlights hun door het (post)modernisme geïnspireerd werk.
Trajal Harrell - The Return of the Modern Dance
In The Return of the Modern Dance gaat Harrell op zoek naar ‘the spirit of modern dance’, die volgens hem in de loop der jaren verloren is gegaan. Hij verwijst daarbij naar iconen zoals Isadora Duncan, Ruth St. Denis en Martha Graham.
Aan het begin van de dansvoorstelling wordt fadomuziek gespeeld. Op een klein wit vierkant speelvlak worden achtereenvolgend verschillende solo’s gedanst waarin naar de spirit van flamenco wordt gezocht. Op mij komt het over alsof de dansers in hun eigen woonkamer staan, zonder publiek erbij. Ze dansen ingetogen, vol gevoel en met expressieve handen, maar ze dansen geen flamenco. Het doet me denken aan St. Denis die zich liet inspireren door (dansen uit) andere culturen, voornamelijk uit de Orient, maar wier interpretaties het origineel niet altijd recht deden.
In The Return of the Modern Dance wordt ook kort gerefereerd aan Lamentation van Graham. Een mannelijke danser gaat op een ander wit speelvlak in tweede positie op de grond zitten en slaat een paarse doek om zich heen. Later verschuift hij naar een vierde positie, maar heel veel meer beweegt hij niet. De ‘cupped hands’ en ‘contraction and release’ - en daarmee het emotionele conflict dat Graham tot uiting bracht - zijn in deze referentie echter afwezig.
Aan het einde van de choreografie maakt de groep dansers ook nog een verwijzing naar Duncan. In zwarte tunieken huppelen en springen zij over het podium, maar omdat hun bewegingen niet hun oorsprong vinden in de zonnevlecht (een energiepunt in het lichaam net onder de ribbenkast) stralen zij niet dezelfde vrijheid en levensvreugde uit als Duncan deed.
Harrell lijkt te zijn vergeten dat de danstechnieken die door de pioniers van moderne dans ontwikkeld zijn, in het verlengde liggen van hun filosofieën over dans. Door op zoek te gaan naar de spirit van moderne dans zonder gebruik te maken deze technieken, bereikt de choreograaf zijn doel niet. The Return of the Modern Dance komt op mij juist over als een postmodernistische choreografie waarin een klassieke spanningsboog ontbreekt. Het oogt meer als een collage.
Trailer The Return of the Modern Dance van Trajel Harrell
Eszter Salamon - Reproduction
Met het Cullberg Ballet presenteert Eszter Salamon een nieuwe versie van Reproduction, een werk voor acht dansers, uit 2004. Hierin herken ik wel de beschrijving van Smeets over het op de proef stellen van onze gangbare ideeën over seksualiteit, transformatie en identiteit. Salamon speelt met het concept ‘gender’, dat staat voor de socioculturele aspecten van mannelijkheid en vrouwelijkheid; dit in tegenstelling tot de lichamelijke aspecten.
Reproduction begint met een stevig rocknummer (Fugazi - Target) waarbij de dansers in stoere mannenkleding zelfverzekerd het podium oplopen. Vervolgens blijven ze een tijd lang stilstaan en kijken ze het publiek uitdagend aan. Wanneer ze in slowmotion beginnen te bewegen stopt de muziek en ‘dansen’ ze in stilte. Ik hoor voornamelijk de man achter mij, die moeite lijkt te hebben met ademen en te pas en te onpas zucht en smakkende geluiden maakt. Als de dansers zich geleidelijk manoeuvreren tot duetten en elkaar gaan droogneuken, maakt dit omgevingsgeluid de scène voor mij extra intens.
In het tweede gedeelte van Reproduction transformeren de mannelijke dansers zich tot vrouw. Eén bijzonder slanke danser draagt een felrode, glimmende skinny broek met een topje van zelfde kleur, en blonde pruik. ‘Ze’ beweegt verleidelijk. De andere dansers, zichtbaar onder de indruk, verdwijnen vervolgens backstage om eveneens in travestie terug te keren. Ook nu ontwikkelt de choreografie zich tot droogneuk-scènes, maar deze blijken niet provocerend. Er wordt ontspannen om gelachen.
Reproduction eindigt waar het begon; met het rocknummer van Fugazi in de originele formatie, maar nu zijn het vrouwen die ons aankijken. Door het bewegings- en gedragsaspect van gender te benadrukken, toont Salamon de betrekkelijkheid van mannelijkheid en vrouwelijkheid. Gender is ‘fluid’. Achteraf twijfel ik namelijk of alle dansers wel mannen waren.
Trailer Reproduction van Eszter Salamon
Highlights als postmodernistische revival
Smeets zegt over de choreografen van Highlights: “Zowel Trajal Harrell als Eszter Salamon ondervragen de wetten van het theater en hoe de blik van de toeschouwer bepaalt hoe wij lichamen op het toneel zien. Door middel van verschillende stijlen en benaderingen onderzoeken beide choreografen hoe het lichaam wordt gebruikt in marketing en reclame. De twee stukken zullen onze gangbare ideeën over seksualiteit, transformatie en identiteit op de proef stellen.”
Wanneer ik dit na afloop van de dansvoorstelling lees, probeer ik mijn ervaring van de twee choreografieën te rijmen met de beschrijving. Dat lukt me eigenlijk alleen bij Salamon, die overduidelijk met ideeën over seksualiteit en identiteit speelt. Ik kan wel zien hoe Harrell speelt met de blik (of de verwachtingen) van de toeschouwer en hoe we naar lichamen kijken. Hij gebruikt fenomenaal getrainde dansers, maar zet hen niet in om ideaalbeelden over dans te verbeelden. Wat dit te maken heeft met marketing en reclame is mij echter onduidelijk.
The Return of the Modern Dance en Reproduction zijn choreografieën waarover ik geen eenduidige mening kan vormen. Ze zijn intellectueel stimulerend en vermakelijk, maar niet erg toegankelijk omdat ze veel achtegrondkennis vereisen. Dat het publiek eveneens onbesloten is wordt mij duidelijk omdat zij bij afloop van beide stukken niet helemaal wist wanneer ze moest applaudisseren. En of ik de choreografieën eigentijds moet noemen…? Bij het verlaten van het Theater Bellevue hoor ik een vrouw zeggen: “Dat was wel heel erg jaren ’70!”