Geschiedenis van Moderne Dans
De moderne dans is ontstaan in het begin van de twintigste eeuw. Met het begrip modern werd vooral het onderscheid met de klassieke dans, het ballet, aangegeven dat als te formeel en verouderd werd gezien. Binnen de moderne dans staat de danservaring zelf en de innerlijke oorsprong van beweging centraal. Inmiddels heeft de aanduiding 'modern' zijn eigenlijke betekenis - eigentijds – verloren.
Moderne dansstijlen
De moderne dans ontwikkelde zich in de eerste helft van de twintigste eeuw zowel in Europa als in de Verenigde Staten. Door de verschillen in cultuur, politiek en geografie ontstonden er binnen de moderne dans verschillende stijlen. Van de diverse moderne dans choreografen is de Amerikaanse Martha Graham de bekendste. In haar moderne dans staat de expressie van persoonlijke emoties centraal en die worden op verhalende wijze door haar verbeeld. De moderne dans in Europa haakte daarentegen veel meer in op eigentijdse thema’s zoals oorlog en innerlijke conflicten en werkte dat op abstract-symbolisch wijze uit.
Op dansacademies wordt voor de moderne danslessen vaak een onderscheid gemaakt tussen Graham techniek, Limon techniek en Cunningham techniek – vernoemd naar de beroemde Amerikaanse moderne dans choreografen Martha Graham, Jose Limon en Merce Cunningham (al wordt Cunningham binnen de dansgeschiedenis tot de postmodernen gerekend). In Europa bieden scholen vaak ook Europese moderne dans technieklessen aan.
Geschiedenis van moderne dans
De vernieuwingen in de dans stond niet op zich zelf. Rond 1900 stond de samenleving voor ingrijpende veranderingen op politiek en sociaal gebied: vrouwen dwongen politieke zeggenschap af, de wetenschap onderging revolutionaire vorderingen met Einstein en Freud, socialisten eisten in het begin van de twintigste eeuw in Europa wetgeving en politieke macht en de Eerste Wereldoorlog (1914-1918) eiste miljoenen slachtoffers en vormde een harde breuk met voorgaande tijden. Kunstenaars - schilders, architecten, schrijvers, componisten èn choreografen - voelden die veranderende mentaliteit feilloos aan. Om hun gedachten en gevoelens tot uitdrukking te brengen, braken ze met de academische traditie en zochten ze naar nieuwe vormen.
Francois Delsarte
Van grote invloed op de moderne dans was de Franse filosoof en pedagoog François Delsarte (1811-1871). Zijn theorie over lichaamsexpressie betreft de emotionele betekenis van houdingen en gebaren. Volgens zijn Wet van Correspondentie correspondeert iedere spirituele functie met een functie van het lichaam. Deze benadering van beweging is in tegenstelling tot het in verval geraakte Franse ballet uit Delsartes tijd waarin veel bewegingen louter decoratief waren.
Voor Delsarte was de torso – als bron van alle emotionele en expressieve bewegingen - het belangrijkste lichaamsonderdeel. Ook benadrukte hij het contact maken met de grond, waardoor men contact krijgt met het eigen lichaam. Deze ideeën werden in de Verenigde Staten verspreid door danseres Geneviève Stebbins en vormden een inspiratiebron voor pioniers Isadora Duncan en Ruth St.Denis.
Loïe Fuller
Loïe Fuller(1862-1928) was de eerste Amerikaanse danseres die Europa veroverde. Ze legde het korset af en danste blootsvoets op klassieke muziek. Fuller gebruikte dans, kostuum en licht om fantastische vormen tot leven te brengen en natuurlijke verschijnselen na te bootsen. Aan haar armen bevestigden ze stokken die zij net als haar lichaam in meters zijde hulde. Fuller was enorm creatief met belichting en ze bracht vele technische vernieuwingen.
Isadora Duncan
De Amerikaanse Isadora Duncan (1877-1927) is waarschijnlijk de meest legendarische pionier van de moderne dans. Ze choqueerde net als Fuller door, in het kader van de vrouwenemancipatie, geen korset te dragen. Ze danste op blote voeten in een loshangend gewaad. Duncan streefde naar een zo natuurlijk mogelijk dansstijl en maakte gebruik van alledaagse bewegingen zoals lopen, huppelen, rennen, liggen en opstaan. Dans was een instrument voor gevoelsexpressie en muziek diende de emoties vrij te maken die in haar dans werden uitgedrukt.
Ook wat toneelaankleding betreft was ze een vernieuwster door af te zien van een decor. Doordat Duncan sympathiseerde met het communisme, stuitte ze op weerstand in de Verenigde Staten en trad ze veel op in Europa en Rusland, waar ze vele dansers en kunstenaars inspireerde.
Denishawn
Terwijl Fuller en Duncan werden aanbeden in Europa, veroverden hun landgenoten Ruth St.Denis (1879-1968) en Ted Shawn (1891-1972) de Verenigde Staten. Kenmerkend was hun eclectische benaderingswijze. Het oriëntalisme vierde hoogtijdagen in de negentiende eeuw en Denis en Shawn lieten zich inspireren door Indiase tempeldans, Japanse zwaarddans, Indiaanse dansrituelen, en Flamenco, maar ook Amerikaanse of Europese vollksdansen.
Door hun vele voorstellingen in het hele land kweekten ze een groot publiek voor nieuwe dansvormen. Shawn maakte met zijn atletische vertolkingskunst de dans aanvaardbaar als beroep voor mannen en het sportieve karakter van zijn choreografieën paste goed bij de Amerikaanse levensstijl.
Geschiedenis van Moderne dans in Europa
De eerste modernistische stroming in de kunsten, het expressionisme, had grote invloed op de ontwikkeling moderne dans in Europa. De nieuwe generatie dansers zette zich af tegen de pioniers, wiens werk zij te oppervlakkig vonden en te veel gericht op uiterlijk vertoon. Met dans wilden zij de angst, verdriet en wanhoop uitdrukken die zij ervoeren in het oorlogvoerende Europa.
Rudolf Laban
De Hongaarse danskunstenaar en danstheoreticus Rudolf Laban (1879-1958) wordt ook wel gezien als de vader van het Europese dansexpressionisme, de zogeheten Ausdruckstanz. Hij trad in het voetspoor van Delsarte door zich te concentreren op beweging als expressie-vorm van innerlijke gemoedstoestanden. In Duitsland waren zijn bewegingskoren populair.
Toen de nazi’s deze groepsdansen echter gebruikten ter verbreiding van hun ideologie, emigreerde Laban in 1938 naar Engeland. Daar bestudeerde hij fabrieksarbeid met oog op de economische verdeling van lichaamsspanning en ontwikkelde zijn inmiddels beroemde systeem voor het noteren van bewegingsenergie, de zogeheten ‘effort notation’.
Mary Wigman
Labans studente en assistente Mary Wigman maakte de Ausdruckstanz populair bij een groter publiek. In haar pessimistische choreografieën domineren gevoelens van angst en verdriet – waarschijnlijk in reactie op de Eerste Eereldoorlog. Wigman gebruikte een combinatie van dans en mime met een aards karakter: knielen, hurken, kruipen en vallen zijn overheersende bewegingsthema’s. Na de Tweede Wereldoorlog was Wigman als pedagoge belangrijk door de school die zij in West-Berlijn opende.
Kurt Jooss
Danser en choreograaf Kurt Jooss (1901-1979) was de meest invloedrijke leerling van Wigman. Hij onderscheidde zich van de andere moderne dansexpressionisten door een synthese tot stand te brengen tussen Ausdruckstanz en de ballettechniek. In zijn choreografisch werk trachtte hij van iedere gemoedstoestand het meest essentiële in beweging uit te drukken. Zijn bekendste choreografie De groene tafel uit 1932 levert satirisch commentaar op de zinloosheid van oorlog.
Geschiedenis van moderne dans in de Verenigde Staten
Van de talloze leerlingen van Denishawn zijn Martha Graham en Doris Humphrey toonaangevend geweest bij de verdere ontwikkeling van de Amerikaanse moderne dans. Zij rebelleerden tegen de exotische en eclectische benaderingswijze van Denishawn en drukten met hun choreografieën als eerste de Amerikaanse cultuur en levenswijze uit.
Terwijl Europa verscheurd werd door oorlogen, leefde in de Verenigde Staten de Amerikaanse droom van ruimte en nieuwe kansen. Hierdoor heeft de Amerikaanse moderne dans een optimistischere toon en ligt de nadruk meer op de hartstochten en aspiraties van het individu.
Martha Graham
Als legendarische danseres, geniale choreografe en onovertroffen pedagoge, moet Martha Graham (1894-1991) gerekend worden tot de allergrootsten in de dansgeschiedenis. De techniek die zij ontwikkelde – de Grahamtechniek – is de enige moderne danstechniek die zich kan meten met de ballettechniek en had in de jaren veertig en vijftig een dominerende positie in de wereld van moderne dans.
Grahamtechniek
Voor de Grahamtechniek dient het middenrif als startpunt voor alle dansbewegingen, wat zijn uiting vindt in ‘contraction’ en ‘release’. Bij een contraction worden borst- en buikspieren gespannen en de rug en schouders gerond. Bij een release ontspannen de spieren zich en wordt de rug weer recht. Een contraction gaat gepaard met uitademen en een release met inademen. Grondoefeningen zijn eveneens kenmerkend voor de Grahamtechniek.
De Grahamtechniek staat in nauw verband met de expressionistische doelstellingen van Martha Graham. Doordat de beweging haar oorsprong vindt in het centrum van het lichaam, lijkt zij voort te komen uitheftige emoties. Graham was de dochter van een psychiater en groeide op met het gedachtengoed van psychologen Sigmund Freud en Carl Gustav Jung. Ze geloofde dat het lichaam niet kan liegen en het onderbewuste uitdrukt. Intieme thema’s zoals seksuele hartstocht en frustratie keren steeds in haar choreografieën terug. Verder vertolken veel van haar choreografieën mythologische verhalen, geïnspireerd door Jungs theorieën over het collectieve onbewuste.
Doris Humphrey
Doris Humphrey (1895-1958) ging er eveneens vanuit dat de dans voortkomt uit een emotionele impuls, maar ook dat de vorm in overeenstemming dient te zijn met systematische, samenhangende en logische principes. Ze werkte aan een eigen danstheorie en was een belangrijke danstheoreticus in de Verenigde Staten. Kern van haar danstheorie zijn de begrippenparen ‘balance’ & ‘imbalance’ en ‘fall’ & ‘recovery’. Humphrey beschouwde alle natuurlijke beweging als een fluctuatie tussen weerstand bieden aan de zwaartekracht en het toegeven eraan. Natuurlijke menselijke bewegingen vormen de basis van haar danstechniek.
In de choreografieën van Humphrey speelthet begrip 'evenwicht' ook inhoudelijk een rol. In haar dansen streeft ze naar geestelijk evenwicht en worden passies beteugeld. Aardse hartstocht wordt door beheersing verzoend met religieuze geïnspireerde idealen. Volgens Humphrey kon de danskunst zich het beste ontplooien in groepsdansen en veel van haar choreografieën tonen een maatschappelijke betrokkenheid.
José Limón
Humphreys bekendste leerling is José Limón (1908-1972). Hij richtte in 1947 zijn eigen dansgezelschap op, maar met Humphrey als artistiek leider. Zijn choreografieën zitten vol symboliek en leggen de nadruk op de meest edele menselijke gevoelens en aspiraties. Voortbouwend op de principes van Humphrey had Limon als pedagoog veel invloed. De door hemzelf ontwikkelde danstechniek is een van de meest verbreide moderne danstechnieken.
Heb jij een passie voor dans? Lees dan Dans Magazine! Neem een abonnement.
Of schrijf je in voor de nieuwsbrief voor het laatste dansnieuws, spannende reportages en de mooiste interviews.
Bronnen:
Utrecht, Luuk. (1988). Van hofballet tot postmoderne-dans. Zutphen: De Walburg Pers.
Website SLO Danstijd: http://danstijd.slo.nl/geschiedenis/modernedans/Moderne_dans.pdf/