Keren Levi en Tom Parkinson laten Clubbing niet dansen
Donderdag 5 maart ging Clubbing van choreografe Keren Levi en componist Tom Parkinson in première in het Frascati Theater te Amsterdam. In de voorstelling Clubbing wilden zij de kloof tussen muziek en dans opheffen door alle elementen op het podium in te zetten als instrument en elke beweging in een passende compositie te plaatsen. Het is dan ook geen typische dansvoorstelling, maar eerder een muzikale live happening te noemen. Clubbing wist mij te pakken met zijn muzikaliteit en creativiteit, maar is voor dansliefhebbers wellicht niet de eerste keuze vanwege het kleine aandeel van dans.
Dansvoorstelling Clubbing op zoek naar de juiste sound
Een vrouw (Hilary Blake Firestone) betreedt in een mooie witte jurk het podium en grijpt meteen de aandacht van het publiek. Langzaam gaat zitten op het toneel, doet een schort om en begint een koffer uit te pakken. De koffer bevat allerlei uiteenlopende attributen die je normaal niet in je koffer mee zult nemen op vakantie, zoals bleekselderij, een meloen, een hakmes en een tol. Elk voorwerp ontdoet ze van het zand dat in de koffer zit. Rustig en gecontroleerd ordent ze de voorwerpen langs haar op de grond. De woorden die de vrouw vervolgens uitspreekt blijven de gehele voorstelling bij me en dienen als rode draad: “Speech becomes music, notes become language, weapons become instruments.”
De attributen in de koffer blijken later een deel uit een grote verzameling instrumenten te zijn die ingezet worden in de voorstelling. De vrouw met de witte jurk wordt vergezeld door vijf andere performers die stuk voor stuk iets extra’s aan de voorstelling toevoegen. Verdeeld over het podium staan stellages met allerlei attributen die als instrument worden ingezet. Behalve een cello zijn alle andere ‘instrumenten’ normale gebruiksvoorwerpen. Om deze ‘instrumenten’ samen te brengen tot een goed geheel, zijn de vrouwen volledig op elkaar aangewezen en moeten precies op elkaar afgestemd zijn. Hoewel ze helemaal samen op lijken te gaan in de voorstelling, blijft het voor mij toch wat onsamenhangend en blijft Clubbing een beetje in de ontdekkingsfasen van het zoeken naar de juiste sound steken.
Vrijwel geen dans in Clubbing
Clubbing bevat naast een dans met stokken vrijwel geen andere danselementen. Natuurlijk kunnen bewegingen in een bepaalde context en compositie ook gezien worden als dans, maar toch betrapte ik mezelf erop dat ik gedurende de voorstelling steeds wacht op een bepaalde vorm van dans die uiteindelijk niet komt. Wanneer beweging en muziek daadwerkelijk aan elkaar gekoppeld worden aan het begin van de voorstelling, krijg ik het vermoeden dat ze hierop zullen voortbouwen. Dit is helaas niet het geval. Het is dan ook niet zozeer kijken naar beweging, maar meer luisteren naar beweging zoals ook wordt aangegeven in de promotie van Clubbing. De bewegingen van de vrouwen en de dans met de stokken vormen samen een soort ritueel. De bewegingen worden door de geluiden naar een hoger niveau geheven - wat zeker indrukwekkend is.
Choreografe Keren Levi experimenteert
Choreografe Keren Levi merkt dan ook zelf op dat de ‘drumdans’ een experiment voor haar is. Het akoestische element is geïnspireerd uit danslessen, waar dansers regelmatig op akoestische muziek en drums oefeningen uitvoeren. De akoestische muziek zorgt ervoor dat de energie van de dansers aangewakkerd wordt. Deze inspiratiebron is duidelijk voel- en zichtbaar in de voorstelling en de energie die zich op het toneel ontwikkeld slaat gedurende de voorstelling over op de toeschouwers. Een andere inspiratiebron voor choreograef Keren Levi is de eeuwenoude en universele traditie van het dansen met stokken. De bewegingen krijgen een extra dimensie doordat zij geluid produceren en het dansen kan daarom ook gezien worden als drummen. Met het idee dat het dansen drummen wordt, kan ik de performance in een breder perspectief plaatsen en begin ik de voorstelling steeds meer als een dansperformance te zien.
Clubbing is muzikaal, humoristisch en creatief
Ook al is het aandeel van de dans relatief klein, is er nog steeds genoeg om naar te kijken en te luisteren voor de toeschouwer. Wat op het podium gebeurt weet mijn aandacht vast te houden, ondanks dat mijn verwachting niet wordt waargemaakt. Muzikaliteit, humor en creativiteit spelen namelijk een grote rol in Clubbing. De humor zit voor mij vooral in de gebruiksvoorwerpen die gebruikt worden en hoe zij ingezet worden als muziekinstrument. Vooral het kauwen van de bleekselderij zorgt voor gelach in het publiek. Maar zelfs het simpele ronddraaien van een munt of het typen op een ouderwetse typemachine wordt op zo’n manier ingezet dat ze een lach op de meeste gezichten te voorschijn toveren. Clubbing wist mij te pakken met zijn muzikaliteit en creativiteit, maar is voor dansliefhebbers wellicht niet de eerste keuze vanwege de kleine vertegenwoordiging van dans.
Clubbing is nog tot en met 1 april te zien in de Nederlandse theaters en zal daarna te zien zijn in Münster en Düsseldorf. Bekijk de exacte speeldata op de website van Keren Levi.