Codarts Dance Therapy Intensive Course - Dag 2
26 februari 2015 - Jacqueline de Kuijper
Codarts Rotterdam organiseert van maandag 23 februari tot vrijdag 27 februari de Dance Therapy Intensive Course, een kennismaking met de methoden en docenten van de masterstudie danstherapie. Jacqueline de Kuijper doet hier aan mee en houdt een dagboek bij van haar ervaringen en inzichten. Gedurende de week zoekt zij voor zichzelf antwoord op de vraag: “Hoe creëer ik voor mijn dansstudenten een veilige ruimte?”
Dag 2 met danstherapeute Penelope Best
Op dinsdag hebben we les van danstherapeute Penelope Best en spelen we vooral spelletjes. Het gaat vandaag over ‘play and creativity’. Ook nu herken ik veel van de oefeningen, dit keer van mijn toneellessen tijdens mijn bachelor studie, maar ik voel ik me minder op mijn gemak dan gisteren. Toen waren verbale communicatie en dansoefeningen vrijwel gescheiden, terwijl nu sommige oefeningen vereisen dat we ook onze stem gebruiken.
Bij één van de oefeningen staan we in een cirkel en geven een “woosh” door naar rechts, een “pop” door naar links of een “kazam!” naar iemand anders in de cirkel. Daarna mogen we woosh-en, pop-en en kazam-en zoals we willen. Deze oefening vond ik vijf jaar geleden doodeng maar het gaat me inmiddels goed af, ik vind het zelfs leuk! Ik ben blij en opgelucht met de groei die ik blijkbaar heb doorgemaakt in mijn leven.
De volgende oefening gaat me daarentegen een stuk minder goed af. Onze klas wordt opgesplitst in drie groepen, ieder met een eigen stamp-ritme en een eigen moment om de vuisten te ballen en te schreeuwen. Ongemakkelijk en niet overtuigd van mijzelf kijk ik mijn groepsgenoten hulpzoekend aan. Ik vind het moeilijk om ‘woede’ te uiten, want dat is mijn associatie met de krachtige kreet die we schreeuwen. Dan is er een time-out en wordt ons gevraagd welke gevoelens en beelden deze oefeningen in ons oproept. Er wordt gevraagd of we de kreet ook als iets anders kunnen zien, bijvoorbeeld als een zelfbevestigende competitieve krachtkreet. Dan doen we de oefening nog een keer en gaat het me iets gemakkelijker af, maar kan ik de zelfontdekking nog niet helemaal van me afschudden. Blijkbaar heb ik moeite met ‘woede’ of agressieve communicatie, al blijft de reden waarom mij nog onduidelijk.
Verder werken we vandaag met een extern object. We beginnen de dag met het maken van een vorm uit een vel wit papier. Opvallend is hoeveel verschillende vormen er gecreëerd worden die tegelijkertijd ook zo hun overeenkomsten hebben. We worden gevraagd te reflecteren over hoe de kwaliteiten van het object overeenkomen met onszelf en hoe ze verschillen. Later op de dag halen we ons object er weer bij en maken we een korte dans gebaseerd op die kwaliteiten. Het belichamen hiervan brengt weer nieuwe inzichten. Zo heb ik een berg gemaakt door het vel papier op te rollen en de randen om te vouwen zodat de vorm gesloten blijft, maar dat blijkt niet te werken. Terwijl ik mijn dans aan het maken ben, ontvouwt het stuk papier zich en wordt de gesloten vorm een open vorm. Na de aanvankelijke frustratie voelt het als een opluchting: ik wil eigenlijk helemaal geen gesloten vorm zijn!
Doel van de Dance Therapy Intensive Course
Wanneer de groep de kans krijgt ervaringen te delen en de docent vragen te stellen is een vaak terugkomende vraag of wat wij deze week doen, overeenkomt met wat een danstherapeut met cliënten zou doen; oftewel, met mensen met psychologische problemen. Het antwoord daarop is altijd vaag maar hetzelfde: het hangt er namelijk van af. Danstherapie is zó breed en omvangt zóveel doelgroepen en methodes dat het er altijd puur van afhangt met wie je werkt. In de studie danstherapie leer je principes die je keuzes als danstherapeut beïnvloeden, maar geen vaststaande methodes. Ook kunnen veel cliënten niet wat wij doen, omdat ze niet zo’n sterke ‘ego structure’ hebben en minder goed met hun emoties en inzichten kunnen omgaan. De vraag wat ‘ego structure’ dan is wordt niet beantwoord, omdat dat niet in een paar zinnen te vatten is. De antwoorden bevredigen mij, en ik vermoed anderen, maar weinig.
Het doel van de intensieve cursus blijkt geen volledige introductie tot danstherapie te zijn. We hebben wel een reader gekregen, maar de docenten behandelen geen theorie met ons. We zijn de hele dag bezig met oefeningen: met bewegen, observeren, reflecteren en delen. Penelope legt uit: “We are not doing therapy with you, we are creating safe enough situations for you to reflect and discover things about yourself.” In het eerste jaar van de masterstudie is dat namelijk precies wat je doet: jezelf onderzoeken. Ook moet je tijdens de studie zelf vijftig uur aan danstherapie ondergaan. Penelope: “To be a therapist you have to survive and/or tolerate your own feelings and the risk of rejection.” Als danstherapeut moet je jezelf dus door en door kennen, zodat je in een therapeutische situatie met een cliënt niet verrast wordt door je eigen emoties.
Dat we deze week dingen over onszelf ontdekken is duidelijk. Ik blijk niet de enige te zijn die al ietwat moe is en weerstand voelt. De oefeningen vandaag zijn al een stuk uitdagender dan die van gisteren. Penelope: “Play is risky, you have to let go and try something else.” Deze cursus laat je in een veilige omgeving naar jezelf kijken, iets dat normaal gesproken maar beperkt mogelijk is. Het is fijn en bevrijdend, maar ook confronterend. We doen niet één uur therapie, maar zijn een week lang hele dagen met danstherapeutische oefeningen bezig. Ondanks alle mogelijkheden die we krijgen om te reflecteren en onze ervaringen te delen, is daar eigenlijk nog te weinig tijd voor. Aan het einde van de tweede dag ga ik vermoeid naar huis, mijn lichaam en hoofd vol met gevoelens en gedachtes die ik nog geen plek kan geven. Eenmaal thuis wil ik maar één ding: een warm bad nemen en de dag van me afspoelen.
“We are beginning to place enormous emphasis on creativity, but there is a tendency to think that being creative is limited to “producing” something. I would suggest that the basic creativity of the human being constitutes in his working toward his own fullest development, the realizing of his own potentials, the allowing himself to grow. What we create is ourselves, and it is out of ourselves that the producing comes.” Mary Whitehouse.
Hoe creëer je als dansdocent een veilige lesomgeving?
- ‘Foutjes’ of ‘vergissingen’ worden geïntegreerd in het materiaal zodat ze gewoon een nieuwe beweging zijn en door de groep geaccepteerd worden. ‘Fouten’ worden gezien als uitingen van creativiteit en positief benaderd. “Everything you do is fine.”
- Doe de deur dicht. Werk in een energetisch afgesloten ruimte. Als mensen dan binnenkomen, betreden zij de ruimte voorzichtig en met respect.
- Geef studenten de kans om hun ervaringen te delen met de groep en vragen te stellen. Stel als docent zelf ook vragen en creëer momenten voor reflectie.
- Werk in verschillende groepsformaties en -groottes. Sommigen voelen zich veiliger in een grote groep, anderen in kleinere groepen of op zichzelf.