Als danser is het belangrijk om je vochtbalans op peil te houden. Je wil namelijk uitdroging voorkomen, maar ook niet te veel drinken zodat je een opgeblazen gevoel krijgt of zelfs een watervergiftiging oploopt. Hoe doe je dat en wat zijn de verschillen tussen verschillende sportdranken? Wij leggen het voor je uit.

Wat is sportdrank?

Het gebruik van sportdrank is vaak erg persoonlijk. Zo drinken sommigen het alleen bij langdurige inspanning of bij warm weer, en anderen bij iedere training of juist nooit. Het verschil bij sportdranken zit in de osmolariteit, dit is de deeltjesdichtheid oftewel concentratie van deeltjes in de sportdrank. Hoge osmolariteit wil zeggen dat er veel deeltjes aanwezig zijn, zoals koolhydraten en zout. De osmolariteit zegt ook iets over de opnamesnelheid van de drank. Een lage osmolariteit voert meer vocht aan en wordt sneller opgenomen. 

Heb jij een passie voor dans? Lees dan Dans Magazine! Neem een abonnement. 

Of schrijf je in voor de nieuwsbrief voor het laatste dansnieuws, spannende reportages en de mooiste interviews. 

1. Hypertone sportdrank

Een hypertone sportdrank heeft een hoge concentratie osmolariteit. Een drank is hypertoon als deze per 100ml meer dan acht gram koolhydraten bevat. Deze drank blijft langer in de maag en wordt minder snel opgenomen dan isotone en hypotone sportdrank. Het is vooral geschikt om deze sportdrank te drinken tijdens of na een duurinspanning van meerdere uren om energievoorraden oftewel koolhydraatvoorraden te herstellen. Een hypertone sportdrank is bijvoorbeeld een energydrink of vruchtensappen en sinaasappelsap. Deze dranken zijn vaak geen goede bron om je vochtbalans op peil te brengen, je droogt er namelijk eerder van uit en ze bevatten veel suiker.

2. Isotone sportdrank

Een isotone sportdrank heeft ongeveer dezelfde concentratie osmolariteit als lichaamsvocht. Het bevat gemiddeld vier tot acht gram koolhydraten per 100ml. Deze drank gebruik je om een kleine hoeveelheid energie aan te vullen en jezelf te hydrateren. De meeste sportdranken uit de winkel zijn isotoon zoals AA-Drink en Aquarius. Deze dranken bevatten naast koolhydraten ook elektrolyten. Dat zijn belangrijke zouten voor dansers en dansdocenten om aan te vullen, omdat je deze verliest tijdens het zweten. Een isotone drank drink je bij matig intensieve inspanning die langer dan 1,5 uur duurt. 

3. Hypotone sportdrank

Een hypotone sportdrank heeft een mindere concentratie osmolariteit als lichaamsvocht. Dit zorgt ervoor dat deze drank de maag snel verlaat. Een hypotone drank is bijvoorbeeld water of water aangelengd met wat suikers zoals Roosvicee, siroop of citroensap. Een hypotone drank kan je goed gebruiken om jezelf te hydrateren bij matige inspanning. Als je minder dan 1,5 uur danst kun je het beste een hypotone drank drinken. Je kunt je energielevel op peil houden door van tevoren en naderhand je voeding af te stemmen op je training. Zorg er wel voor dat je je vochtopname regelmatig verdeelt over de dag. Vaak komt je dorsprikkel pas als het eigenlijk al te laat is, je kunt het dus het beste over de dag verdelen om te voorkomen dat je uitdroogt. Daarnaast kan het een opgeblazen gevoel geven als je in een keer grote hoeveelheden water naar binnen werkt. Watervergiftiging voorkom je door regelmatig water te drinken over de dag maar dus niet te grote hoeveelheden per keer.
  
Bronnen:

Basic-fit, duursport, gezondheidsnet, karinlambrechtse, runnersworld