Tijdens de les ben je deze dilemma’s vast wel eens tegen gekomen: was deze correctie té direct? Ben ik te streng? Moet ik meer complimenten geven? Welke muziek moet ik gebruiken voor de opwarming? Ben ik té chaotisch? 

Het beroep van een dansdocent is niet altijd makkelijk! We stellen hier een aantal punten op wat nou een goede dansdocent maakt.

Het is belangrijk dat een dansdocent… 

1. Goed kan uitleggen

Je zult waarschijnlijk denken, maar dit is toch vanzelfsprekend? Het komt echter vaak genoeg voor dat iemand een hele goede danser is, maar niet kan uitleggen. Als dansdocent is het belangrijk dat je één bepaald ding op meerdere manier kunt uitleggen. Iedereen leert anders, dus niet iedereen zal dat ene voorbeeld of die ene uitleg begrijpen. Weet ook belangrijke tips te geven zoals: waar komt de beweging vandaan, welke spieren gebruik je hier, denk aan gewichtsverplaatsing of ontspan je schouders. 

2. Enthousiast is en enthousiasme over kan brengen

Zit er een moeilijke technische oefening in je les die je leerlingen niet meteen kunnen waardoor ze gefrustreerd raken? Stel ze gerust en enthousiasmeer ze toch om door te gaan. Een kwestie van oefenen en dan lukt het wel! 

Het is ook belangrijk dat je zelf enthousiast voor de leerlingen staat. Als je zelf geen plezier hebt in wat je doet, kun je dit ook niet overbrengen op je leerlingen en zullen zij met tegenzin in de les staan. 

3. Persoonlijke aandacht schenkt aan iedere leerling

Niks is zo vervelend dan dat er niet naar je wordt omgekeken in de les. De ‘betere’ dansers worden voorgetrokken en gecorrigeerd, terwijl ook jij, die misschien pas net is begonnen met dansen, ook tips wilt. Het is dus belangrijk dat de docent voor iedere leerling persoonlijke aandacht besteed en zich focust op de goede kanten van de leerling: is deze niet zo technisch aangelegd, maar is het inlevingsvermogen groot, stimuleer dit dan. 

‘De docent moet ze een gevoel geven dat ze het goed doen en dat ze in een omgeving zijn waarin ze kunnen leren en fouten mogen maken’, vertelt Nienke Muskens, amateurdanseres. 

4. Een balans vindt tussen correcties en complimenten

Heb jij een dansdocent die alleen maar correcties geeft en je sporadisch een complimentje geeft? Dit kan hartstikke vervelend zijn, zeker als je nog niet zo zelfverzekerd in je schoenen staat. Een goede balans tussen complimenten en correcties is dus van groot belang. 

Diede Muskens zegt: ‘Na een dansvoorstelling is het fijn als de docent ons complimenten geeft en niet alleen maar de fouten opmerkt. Dat stimuleert niet.’ 

5. Een open houding heeft

Een open houding is op meerdere vlakken belangrijk: luister naar je leerlingen. Wat vinden zij leuk om te doen? Welke muziek vinden zij leuk? Hier kun je je les zo nu en dan op aanpassen. Sta dus open voor feedback. Ben je ook bewust van wat de sfeer is in de groep en speel daarop in. Maak grapjes, als de situatie zich daarvoor leent, en ben jezelf. Zo leren je leerlingen je het beste kennen, en jij hen.

Laura Wierdsma vertelt: ‘Ik vind het belangrijk dat een docent kan aanvoelen wat het tempo en niveau van de groep is, en hen de juiste uitdaging kan geven. Dus het belangrijkste is dat de docent de dansers echt leert kennen.’

6. Een les goed kan opbouwen

Begin jij na de vakantie meteen met een les waarbij veel sprongen zitten? Denk dan even twee keer na of dit wel zo fijn is voor het lichaam van je leerlingen. Uit enthousiasme wil je ze weer lekker aan het zweten krijgen, maar het is belangrijk dat je de intensiteit ook weer langzaam opbouwt. Zorg daarbij ook voor tempowisselingen in je les en elementen die gedurende de les terugkomen waaraan ze een periode kunnen werken. Probeer iets op te bouwen en dat ze aan het einde van een reeks lessen het gevoel hebben dat ze wat hebben geleerd.

7. Zichzelf ook blijft ontwikkelen

Niets is zo vervelend als steeds dezelfde bewegingen in een dans terugkomen, maar dan net op een wat andere volgorde. Als leerling wil je worden uitgedaagd, maar als dansdocent wil je jezelf ook steeds blijven uitdagen. Op die manier daag jij je leerlingen ook weer uit. Volg verschillende lessen, praat met collega’s en ga naar dansvoorstellingen. Zo zie je en doe je meer kennis op.