Foto via Pexels. Minimumtarief zzp'ers cultuursector

Een verplicht minimumtarief voor zzp’ers uit dans- en theatersector

Vorige week werden de zzp-tarieven voor de theater- en danssector in de cao als algemeen bindend verklaard door het ministerie. Een grote verandering voor de sector is het nieuwe minimumtarief voor zzp-ers. 


De algemene cao was al langer verplicht in de hele sector, alleen kreeg het van het ministerie van Sociale Zaken en Werkgelegenheid geen algemene wettige status. Dat is nu wel het geval en dat noemt de Kunstenbond een historisch stap. ‘Ruim 60% van de beroepsbevolking in de culturele en creatieve sector is zzp’er en structurele onderbetaling is een groot sectoraal probleem’, zegt de Kunstenbond. Pepijn ten Kate, die vanuit de Kunstenbond onderhandelde vertelt: ‘We zijn hier al jaren mee bezig geweest, tot aan het Europees hof. Aan het zzp-stukje wilde men niet komen in Nederland, onder meer vanwege het mededingingsrecht.’ 

Het eerdere wetsvoorstel werd ingetrokken, omdat er toen nog te veel haken en ogen aan het voorstel zaten. Het toen voorgestelde minimumtarief van 16 euro per uur zou veel te laag zijn. Daarbij zou het volgens Ten Kate zo zijn de werknemers in deze sectoren vaak seizoenswerk doen met veel moeilijk declarabele uren. Ook zijn ze veelal hoogopgeleid, waardoor dit een oneerlijk tarief is.  

De vastgelegde uurtarieven voor zzp’ers zijn nu gebaseerd op de lonen van werknemers in loondienst die gelijk werk uitvoeren. Op het uurloon komt nog wel een percentage van 40% bij, waarmee de zzp’ers aanvullende voorzieningen en uitgaven kunnen maken, die normaal worden gefinancierd als je in loondienst werkt.

Toch zullen zzp’ers nog steeds moeten onderhandelen over het aantal uren. 

De minimumtarieven waren al verplicht bij theater- of dansgezelschappen die zijn aangesloten bij de Nederlandse Associate voor Podiumkunsten (NAPK). 

 

Meer inspiratie