Plooien vol licht en geluid, Van Dinthers Plateaueffect voor Cullberg

Redactie

Jeftha van Dinther (SE/NL) creëerde voor het internationale Cullberg Ballet (Stockholm) een overweldigende wereld waar dans, materialen, geluid en licht ieder een gelijke rol spelen. De kracht en de inspanning van de dansers, die zich meten met de materialen, creëren wonderschone beelden op het toneel. Het plateaueffect is voelbaar, en zeker niet oninteressant.

De negen dansers staan op een rij, eerst zacht wiegend in het enorme doek achter hen. Zij playbacken een onverstaanbaar lied en golven en plooien het doek, tot ze erin verdwijnen. Hier is al die onmetelijke kracht te zien, waarmee de dansers proberen de materialen te manipuleren en de materialen hen, waartussen zij zich staande proberen te houden. Het plateaueffect heeft zelf als effect dat je niet goed weet waar het heen zal gaan.

De dreunende beats van David Kiers lijken een wereld te scheppen die oneindig is, maar wel veranderlijk. Het lichtontwerp van Minna Tiikainen pulseert, dan weer stuwt zij de bewegingen. Intiem onderzoekend tot groots en onontkoombaar.

Het doek wordt neergelaten, de dansers knopen het los en slepen het over het podium. We zien een houten wand en een lichte, strak afgetapete vloer. Eromheen kabels en touwen die op hun plaats worden gelegd. Deze doorgaande wisseling is van belang voor het effect, de communicatie van de dansers, voor hun rustmoment.

Het toneelbeeld oogt architectonisch, functioneel. Het zuigt je de scène in. De dansers werken samen om het doek op te knopen, schuiven met gewichten, trekken aan kabels. Als een enorm zeilschip dat opgetuigd wordt, golft en zwiept het doek boven hun hoofden. Zij springen over touwen, knopen leggend, kabels sjorrend, steeds maar door. De muziek is indringend, het licht heftig, tot de situatie echt niet meer houdbaar is en het doek weer neergelaten wordt.

Direct weer wordt het doek getransporteerd, opgerold en geknoopt. De dansers bewegen alsof zij zelf een deel van het doek zijn. Langzaam rollen zij het enorme attribuut over het podium en weer die wisseling tussen wie het voortouw neemt in het rollen, het doek of de dansers. Tot zij zich losmaken van het doek en alle ervaringen van net in zich op hebben genomen, verplaatsen zij zich weer naar het publiek. Pulserende beats, licht en een oplichtende vloer.

Van Dinther en het Cullberg Ballet laten zien dat ‘experiment’ en installatie ook prima samengaan op het grote podium. Het Cullberg ballet staat bekend om haar verschillende voorstellingen, kleine en grote producties die het experiment en locaties niet schuwen. Eerder maakte van Dinther The Way Things Go (2009) voor het Cullberg Ballet. Dat het NDT nu voorzichtig een stap buiten haar eigen deuren waagt, verbleekt bijna naast dit binnenexperiment.

Gezien: 11 juli 2013, Stadsschouwburg Amsterdam, Rabozaal
Choreografie: Jeftha van Dinther