De componist als inspiratiebron in Uneven
Voor het jaarlijks terugkerende dansfestival Uneven legt initiatiefneemster en choreografe Lonneke van Leth dit jaar de focus op componisten. Bekende componisten uit verschillende perioden in de tijd dienen als inspiratie voor een voorstelling met vijf korte stukken, waarvan drie van de hand van Van Leth. Tijdens deze avond zien we zowel professionele dansers en musici op het toneel, maar ook studenten van Codarts en het Koninklijk Conservatorium. Ik zag Uneven op 7 november 2013 in het Theater aan het Spui in Den Haag.
Neo-klassiek
De twee stukken waar ik het meest van genoot waren Schnittke en Mompou. Schnittke werd gedanst door twee dansers en vier danseressen die live begeleid werden door een driekoppig strijkorkest. De muzikanten speelden een compositie van Shalygin en waren te zien tussen de voile paneelgordijnen die het achterdoek vormden. Van Leth geeft de dansers in dit stuk abstract materiaal in een haast neo-klassieke stijl. Wat opvalt zijn lange lijnen, regelmatigheid en synchroniciteit. Samen met de zwarte aansluitende pakjes en boxers die gedragen worden krijgt het geheel een hele academische uitstaling. Je vraagt je af of dit een knipoog is van Van Leth omdat de dansers zelf 2e jaars studenten van Codarts Rotterdam zijn. De dansers zetten in dit stuk trouwens een strakke performance neer!
Driehoeksverhouding
Twee vrouwen en één man, hoe loopt dat af? Van Leth verkent in Mompou het gedrag en de emoties van drie mensen in een driehoeksverhouding. Het stuk wordt gedanst op een compositie van Wolfert Brederode, drie musici begeleiden de dansers live. Aantrekken, afstoten, samenspannen en keuzes maken, het komt allemaal voorbij in dit stuk. Het onderliggende verhaal wordt door de choreografie helder verteld. Van de dansers had ik in dit stuk wat meer energie en intensiteit verwacht, zeker gezien het thema van het stuk.
Variatie
De voorstelling startte in de foyer met een karaktervolle vertolking van de historische theaterpersonages Petrouchka vs Pulcinella op een choreografie van Riccardo Sbringhi. Daarop volgde het korte stuk Ein Tag, een eigen werk, daadkrachtig gedanst door Niels Weijer. Vuurvogel (van Van Leth) sloot de avond af, een verhalend sprookjesballet, inclusief kostuums en decorstukken. Vooral de vertolking van de rol van het ‘duiveltje’ behorend bij het tovenaarspersonage kon op waardering van het publiek rekenen. We hoorden de originele muziek van Stavinsky, ‘groots en meeslepend’, wat naar mijn mening echter wat op gespannen voet stond met wat er te zien was. Ik vroeg mij in ieder geval af of een modernere versie/interpretatie van de muziek meer één geheel gevormd zou hebben met de choreografie en het toneelbeeld.
Al met al biedt het hele programma van Uneven een afwisselende avond, met een palet aan verschillende stijlen en sferen. De samenwerking met studenten is sympathiek en de live begeleiding voegt een extra beleving toe aan de verschillende stukken.