Serieuze toon op Nederlandse Dansdagen
Op zaterdagavond 7 oktober zijn twee bekende namen in de Nederlandse danswereld in het NND programma aan elkaar gekoppeld in De Bordenhal in Maastricht. Belgische dansmaker Ann van den Broek en Duitse choreograaf Nicole Beutler maken in hun voorstellingen lustig gebruik van het (schemer)donker en stimuli voor alle zintuigen.
Accusations van Ann van den Broek potentiële Zwaan
Van den Broeks mediavoorstelling Accusations werd door de Nederlandse Dansdagen genomineerd voor een Zwaan voor meest indrukwekkende dansproductie in 2017. Met zeven performers creëert de dansmaker een atmosfeer van ongemak. Het is als het ware een confrontatie met onze eigen fundamentele duisternis.
De spelers lopen stap voor stap op militaristische wijze richting de microfoon dat voor een verlicht vierkant staat. Deze vierkante meter op de grond beslaat allerlei elektronische vernuftigheden, zoals camera’s en loopers waarmee de performers hun eigen stem kunnen opnemen. De zeer getalenteerde en theatrale spelers spreken in korte zinnen over wat ze niet kunnen, wat ze wel kunnen, wat ze willen, wat ze zullen proberen en waarin ze zijn gefaald. De herhaling van deze woorden en het gebruik van zwart/wit beelden die live worden geprojecteerd bouwen persoonlijke portretten.
De voorstelling werpt de vraag op wie er wordt beschuldigd. Beschuldigen de performers zichzelf van hun eigen falen? Van hun eigen wensen? De choreograaf staat stil bij menselijke gevoelens en verlangens en creëert een intense voorstelling - vol beweging, minimale belichting, live beelden, penetrerende elektronische geluiden en gesproken teksten - dat ongemakkelijkheid en duisterheid als voor, hoofd en nagerecht serveert.
Nicole Beutlers ode 7: Triple Moon
Nicole Beutler | NB Projects zegt dat haar dansvoorstelling 7: Triple Moon een ‘ode aan de vrouwelijke kracht’ is, door middel van drie solo’s met vrouwen van verschillende leeftijden. Ook al het een visueel sterke voorstelling is - waarvan menigeen leek te genieten - voelt de choreografie generaliseerd aan.
Aan het begin van de voorstelling zijn er drie manen te zien op grote, zwarte, beweegbare schermen. Nadat de manen verdwijnen verschijnt de oudste danseres in een wolvencape. Ze heeft een masker - van een soort bosgod met een gewei en rode ogen - op haar achterhoofd. Wanneer ze zich omdraait lijkt haar achterkant haar voorkant te zijn geworden. De danseres maakt hoekige en hectische armbewegingen. Door de rode ogen in het masker lijkt ze bezeten te zijn. Teksten zijn te horen over haar heksenkarakteristieken. De voorstelling wordt vervolgd door een strak-getrainde danseres. Ze heeft een cape aan, maar met slechts een topje en een rokje eronder, zodat haar buikspieren getoond worden. Wanneer de danseres haar jas uitdoet en deze omgekeerd weer aantrekt lijkt ze een seksgodin te zijn geworden. Ze opent haar benen en beweegt haar bekken met schokkende stoten. Het is alsof ze je wil opvreten met haar vagina. De derde solo wordt gedanst door de jongste vrouw. Ze draagt een rode pruik met lang haar en springt als een jong dier in het rond. Ze haalt roze confetti uit haar topje en werpt het blij omhoog. Is het haar eerste menstruatie?
Een gekke oude vrouw, een op seks beluste dertig jarige en een vrolijk hertje zijn de beelden die Beutler geeft aan het vrouw-zijn. Een omnivalente voorstelling dat niet als ode aanvoelt. In uitvoering an sich was het wel sterk, maar het had veel persoonlijker gemogen. In beide voorstellingen staan het visueel sterke en de persoonlijke thematiek centraal. Ongeacht de intense beelden in Beutlers voorstelling blijft het terloops, terwijl Van den Broek, mede door toepassing van effectieve herhaling in de scenes, diepte weet te bereiken.