Dawn van Adrienn Hód roept veel vragen op
Op 7 augustus beleefde dansvoorstelling Dawn van de Hongaarse choreografe Adrienn Hód haar Nederlandse première tijdens de eerste avond van het WHY NOT festival in de Tolhuistuin in Amsterdam. Hód staat erom bekend dat ze zich bezighoudt met het bewegende lichaam - los van de culturele context - en meestal geplaatst in een lege ruimte. Deze stempel drukt zij ook op Dawn. Ze laat haar vier dansers alle hoeken van het podium zien zonder dat het geplaatst kan worden in een bepaalde context. Dawn is een autonoom en radicaal onderzoek van het lichaam. In 2014 won deze choreografie de Lábán Award in Budapest, maar hier in Amsterdam oogt Dawn te radicaal.
Uit de kleren in dansvoorstelling Dawn
De vier dansers komen op en lopen ieder naar een hoek van het podium. Daar kleden ze zich uit, wachten op elkaar en nemen dan hun positie op het podium in. Ze vormen twee duo’s en beginnen op een rustige manier te bewegen. Wiegend en elkaar zacht aanrakend. Het ziet er zorgzaam uit en dat geeft me een prettig gevoel. Het lijkt me namelijk heel wat om naakt op een podium met vlakke vloer te staan, met het publiek om het hele podium heen in de vrije natuur. Zonder enige omhulling zien de dansers er kwetsbaar uit.
Uitputtingsslag voor de dansers van Adrienn Hód
De bewegingen versnellen zich vlug en wisselen zich, na een aantal herhalingen, steeds af. Waar de dansers aan het begin letterlijk uit de kleren gaan, lijkt het nu figuurlijk te gebeuren. Ze dansen onafgebroken zonder adempauze. Ze doen moeilijke lifts en bewegen tot in het kleinste detail. Het optreden wordt een uitputtingsslag. De dansers lijken in een trance te raken en steeds dichter bij een ander bewustzijn te komen.
Het is overleven voor de dansers in de voorstelling Dawn. Is dat wat Hód onderzoekt? Tot hoe ver de kracht van het menselijk lichaam rijkt? Ook lijkt het te gaan over hoe ver je in relatie tot een ander lichaam kan gaan. De dansers berijden elkaar op de rug en ze liggen met gezicht op de meest intieme plekken van de ander. Subtiel wordt er een hand op een borst of op een penis gelegd of worden er expressief, seksueel getinte, op en neer gaande bewegingen gemaakt.
Dawn van Adrienn Hód is ongrijpbaar
Alles lijkt ongecontroleerd en zonder richting. Maar zonder enorm bewustzijn over je lichaam en waar zich dat bevindt in de ruimte en ten opzichte van de ander kan je zo’n dansvoorstelling niet dansen, laat staan volhouden. Toch blijft het ongecontroleerde aspect voor mij hangen. Ik weet niet waar Dawn heen gaat. Het blijft een onderzoek, maar misschien is dat het ook en hoeft het nergens heen te gaan.
De dansers blijven gedurende vrijwel de gehele dansvoorstelling in hetzelfde duo dansen. Samen bereiken ze een climax door op de grond in verhitte, herhalende en op en neer gaande bewegingen door te gaan tot ze niet meer kunnen. De dans lijkt tot een eind gekomen. Onverwacht gaan de vier dansers solo nog op onderzoek uit. Een zucht gaat door het publiek. Het is vermoeiend om te kijken naar veel wat niet te plaatsen is en geen richting heeft.
Dansvoorstelling Dawn moet ook ongrijpbaar zijn
Door Dawn ben ik al mens geconfronteerd met mijn verlangen naar een context en te weten waar iets heen gaat. Hód laat zien dat een menselijk lichaam op zichzelf al genoeg laat zien als je je daardoor mee laat nemen. Het is voor mij lastig gebleken me alleen maar mee te laten nemen en de bewegingen die ontstaan niet in te vullen en te voorzien van een context. En dat is volgens mij precies wat Hód wil meegeven.
Sommige bewegingen waren voor mij té seksueel getint of mogelijk zag het er vernederend uit, maar dat zijn allemaal oordelen en dat is juist wat Hód, naar mijn idee, wil doorbreken. Anders heeft de dansvoorstelling Dawn voor mij geen doel gehad. Dawn is een autonoom en radicaal onderzoek van het lichaam, vrij van (voor) oordelen, staat in het programmaboekje. Voor mij is deze dansvoorstelling iets té radicaal.