‘Balabala’ transformeert kwetsbaren in krachtigen
Balabala - EkosDance Company
Gezien: 23 mei 2017 in Stadsschouwburg Utrecht
Balabala van EkosDance Company (Indonesië) is een ode aan de kwetsbare vrouw. Choreograaf Eko Supriyanto zet een uur lang vijf jonge danseressen uit Oost-Indonesië neer als krachtige vrouwen. De 17- en 18-jarigen dansen traag, staan in gevechtsposities en kijken indringend.
Het is doodstil. Het licht is nagenoeg uit. Diagonaal van linksachter naar rechtsvoor loopt een danseres langzaam het witte podium op. Haar schim is nauwelijks zichtbaar. Om de beurt volgen de resterende vier danseressen. Nog steeds is het donker en stil. De meisjes voelen zich ongezien in hun maatschappij waar traditie overheerst. De 17- en 18-jarigen komen uit Jailolo, een streek op de Molukken in Oost-Indonesië. De organisatie van een cultureel festival op Jailolo had choreograaf Eko Supriyanto in 2011 uitgenodigd om er een dansvoorstelling te maken. Dit deed hij met de lokale bevolking. Zo vertelt de choreograaf in een interview op de site van Noorderzon, een kunstenfestival in Groningen. De voorstellingen Cry Jailolo in 2013 en Balabala in 2016 zijn daar het resultaat van, staat in een interview voor kunstencentrum Vooruit in België. In Balabala transformeert Supriyanto de kwetsbare vrouwen uit Oost-Indonesië in krachtige vrouwen.
Balabala danst met luchtsperen
De danseressen kijken namelijk continu het publiek streng aan. Zelfs als de muziek mij doet opzwepen. Daarnaast ballen ze continu hun vuisten alsof ze een dolk of speer vasthouden. Ook nemen ze geregeld een gevechtspositie uit pencak silat of een lokale oorlogsdans aan. Pencak silat is een Indonesische krijgskunst en imiteert vaak lokale dieren. Nu houden de danseressen een luchtspeer vast boven hun hoofd, trekken een knie op en staan klaar om aan te vallen. Het woord ‘bala’ betekent ‘leger’ in het Indonesisch. De vijf dames staan als krijgers voor alle kwetsbare vrouwen op. De passie en indringendheid straalt uit hun ogen. Balabala is een ode aan de zwakkeren van hun gemeenschap. Zij moeten ook gehoord worden.
Label #sterkevrouw is nodig
Aan het eind schuilt de donkerste danseres met het kortste haar steeds achter een andere danseres. De vier meiden staan in een diagonaal. Voor het eerst kijkt de donkere danseres angstig. Ze vlucht voor een gevaar. Het raakt me dat deze Oost-Indonesische wellicht voor haar gewelddadige man vlucht. Balabala kreeg van Spring het label #sterkevrouw. De organisatie vindt het in deze tijden nodig om seksediscriminatie aan te kaarten en zichtbaar te maken. Nog steeds is er ongelijkheid tussen beide geslachten. In verschillende landen zijn vrouwen nog steeds ondergeschikt aan de man. Ook in Westerse landen verdienen mannen nog steeds meer dan de vrouw. Het zou mooi zijn als dit label in de toekomst niet meer nodig is. Voor nu is het nog niet zo ver. Metaforisch dimt het licht weer en zijn de meisjes nauwelijks zichtbaar. Ongezien. Ongehoord. Net als vele andere vrouwen op deze wereld.
Balabala maakt deel uit van het kunstenfestival Spring in Utrecht. Hierin mengen (inter)nationale choreografen en theatermakers dans, theater, fotografie, film, muziek en beeldende kunst met elkaar.