Studiemiddag Dans en Filosofie doet stof opwaaien
Door Jacqueline de Kuijper
Afgelopen zaterdag, 8 februari 2014, vond in Parnassos Cultuurcentrum in Utrecht de jaarlijkse studiemiddag van de Vereniging voor Dans Onderzoek (VDO) in Nederland plaats. Dit jaar was het thema Dans en Filosofie. De lezingen van Diane Elshout, Sarah Soethoudt en Zeynep Gündüz leidden tot veel vragen en heftige discussies. Dus één ding is zeker: dans en filosofie zijn aan elkaar gewaagde partners die het dansonderzoek in Nederland veel te bieden hebben.
Dans en Filosofie
Hanneke Koolen, theoriedocent aan de dansacademie van ArtEZ in Arnhem, was de moderator en gaf een korte presentatie over de relatie tussen dans en filosofie. Aan de hand van een spotprent waarop een filosoof zich aan een paar balletpassen waagt, legde Koolen uit dat gedacht werd dat men zijn verstand uit moest zetten (bijvoorbeeld door alcohol te drinken) om aan ‘de danserij’ te kunnen beginnen. Zowel de sprekers als het publiek waren het daar niet mee eens!
Diane Elshout: ideeën over het lichaam
Diane Elshout, choreograaf, docent, dramaturge en onderzoeker, presenteerde vervolgens haar onderzoek Researching Bodies over impliciete en expliciete ideeën, aannames en vooronderstellingen over het lichaam in hedendaags choreografisch onderzoek. Van de vele verschillende filosofische theorieën die bestaan over de relatie tussen lichaam en geest besprak ze bijdrages van Foucault en Freud.
Elshout legde uit hoe haar eigen (voorheen) impliciete opvattingen over het lichaam haar keuzes als choreograaf hebben beïnvloed. Onder impliciete ideeën vallen onder andere onuitgesproken overtuigingen over de autonomie van het lichaam. Bijvoorbeeld, of het lichaam mak is of een eigen wil heeft. Tegenwoordig vraagt ze zich af of het publiek bij een dansvoorstelling wel haar aannames over het lichaam deelt en, als dat niet het geval is, of wat zij wil communiceren met een dans dan wel bij het publiek aankomt.
Daarmee werd de relevantie van filosofie voor dans duidelijk: het is belangrijk dat dansers en dansmakers zich bewust worden van de impliciete ideeën over het lichaam die ten grondslag liggen aan hun werk.
Sarah Soethoudt: dansers en Nietzsches Übermensch
Sarah Soethoudt, student moderne theaterdans aan de Theaterschool in Amsterdam, sprak daarna over haar scriptieonderzoek dat gebaseerd is op Nietzsches Übermensch. Aan de exacte formulering van de onderzoeksvraag wordt nog gewerkt, maar Soethoudt vraagt zich af of dansers een groter potentieel hebben om Übermensch te worden. Dansers hebben namelijk een open blik en het is voor hen essentieel om dingen vanuit meerdere perspectieven te kunnen bekijken, want dat vragen choreografen continu van hen. Een man uit het publiek betwijfelde of filosofen het eens zouden zijn met haar gebruik van de term Übermensch en suggereerde daarmee dat ze voorbijging aan de complexiteit van het begrip.
In haar presentatie raakte Sarah wel een gevoelige snaar in het publiek. Ze vertelde dat dansdocenten regelmatig van haar vroegen haar verstand uit te schakelen en gewoon te dansen; niet denken, maar doen. “Het is in mijn ervaring onmogelijk om dat te doen,” zei ze. Velen van de aanwezigen herkenden dit probleem en uitten hun frustratie, want wat bedoelen dansdocenten eigenlijk als ze dat zeggen?
Soethoudts invalshoek is interessant omdat niet de ‘lichamelijke’ maar mentale ervaring van dansers centraal staat en de cognitieve en emotionele flexibiliteit die zij moeten bezitten. Voorheen werden filosofische theorieën gebruikt om die benadering te hinderen - lichaam en geest zouden los van elkaar staan - maar nu lijkt de filosofie juist die legitimiteit te verschaffen.
Zeynep Gündüz: Wat is dans?
Zeynep Gündüz heeft na een blessure haar carrière als moderne danser moeten afbreken en is vervolgens Media Studies gaan studeren aan de Universiteit van Amsterdam. Gebaseerd op haar promotieonderzoek Digital Dance: (dis) Entangling Human and Technology, gaf Gündüz een presentatie die dans herdefinieert.
Technologie is nu zo geavanceerd dat het een zekere autonomie bezit en de interactie met dansers aan kan gaan in real-time. Technologie is daarmee een danspartner geworden. De interactie tussen bijvoorbeeld één projectie en één danser zou Gündüz dan ook omschrijven als een duet.
Als technologie ook een performance kan leveren, wat is dans dan? Kunnen alleen mensen dansen of moet de definitie worden uitgebreid? Gündüz deed de suggestie dat de term dans wellicht eerder een omschrijving is van esthetische beweging dan van een menselijke activiteit. Het belang van filosofie voor dans is hier het bevragen van definities en tradities.