Home » Reportage
Rukmini Vijayakumar

Preview: ‘Als Indiase danseres word je nooit Beyoncé ’

Op 19 oktober gaat het achtste India Dans Festival van start, een initiatief van scheidend Korzo-directeur Leo Spreksel. Een van de hoofdgasten dit jaar is Rukmini Vijayakumar, die met haar adembenemende schoonheid en eigenzinnige benadering van de bharatanatyam de wereld verovert. Dit voorjaar al ‘won’ de Indiase de internationale residentieplek bij Korzo, mogelijk gemaakt door de Kylián Foundation.Wij geven je alvast een voorproefje van het interview dat te vinden is in ons komende nummer. 

Door Astrid van Leeuwen

In haar geboorteland India heeft ze de status van een ster. Tienduizenden volgen de danseres, choreografe én actrice op Instagram. Haar foto met Jiří Kylián, begin mei geschoten in Den Haag, had binnen luttele minuten duizenden likes. Maar in de prachtige Kerkstudio in Korzo, een dag na de ontmoeting met Kylián, is van dat alles niets te merken. Rustig, bescheiden en bloedserieus volgt Rukmini Vijayakumar de aanwijzingen op die Leo Spreksel, artistiek leider van het India Dans Festival, haar geeft. Het is de eerste week van haar residentie en door improvisatieopdrachten tasten de twee de mogelijkheden voor haar nieuwe choreografie af. In het midden van de studio staat een groot zwart blok: een voetstuk voor de vrouw, bedoeld om haar zichtbaar te maken, maar tegelijkertijd ook een beperking, een figuurlijke gevangenis, waarin, zeker in India, nog zoveel vrouwen dagelijks leven. Spreksel vraagt haar om ‘air’ in haar bewegingen te blazen, en vervolgens meer flow aan te brengen tussen de verschillende poses die ze inneemt. Rukmini zuigt alle input gretig op.
Even later, volgt de eerste lach: ‘Ik weet nu even niet wie de choreograaf is, hij of ik.’ Maar ze ziet wel hoe dit verder gaat, zegt ze kalm. ‘Leo heeft heel uitgesproken ideeën over structuur en vorm en ik ga daarin mee. Ik stel mij open, zonder verwachtingen; verwachtingen leveren immers zelden iets goeds op. Ik leer van alle gesprekken die ik hier voer, alle dansers en choreografen die ik aan het werk zie. Ik ben aan het leren begrijpen wanneer dans het stempel eigentijds verdient en wat dat dan bepaalt. En ik stel mijzelf steeds de vraag: zou ik binnen die eigentijdse dans een eigen stem kunnen vinden, en zo ja, zou die stem sterk genoeg zijn, zou ik er tevreden over zijn?’

Liefde voor Kylián en Korzo

De reden dat ze zich als kandidaat voor de internationale residentie bij Korzo aanmeldde, is simpel, zegt ze. ‘Ik ben al jarenlang een enorme  Rukmini Vijayakumarfan van Jiří Kylián, I absolutely adore him! Normaal ben ik totaal niet ‘starstruck’ hoor, beroemde acteurs, popsterren, ik geef er niets om. Bovendien: wanneer je een bekend iemand ontmoet, is die persoon als mens vaak mijlenver verwijderd van het werk dat hij of zij maakt, wat zo’n ontmoeting dus heel teleurstellend maakt. Maar met Jiří was dat absoluut niet het geval. Hij is zó open, zó kalm, zó vriendelijk, zó één met zijn werk, en wat ik vooral zo bijzonder vind aan de prachtige kunst die hij creëert: hij maakt eigentijdse dans, maar mét behoud van de integriteit van het klassieke ballet. Precies dat wil ik graag met bharatanatyam doen.’
Haar bewondering voor Kylián is echter niet de enige reden waarom ze zo blij is dat de keus van het bestuur van de Kylián Foundation op haar is gevallen. ‘In 2016 trad ik voor het eerst op in Korzo, tijdens het India Dans Festival, en ik werd direct gegrepen door deze plek. Een dergelijke ontmoetingsplaats, een productiehuis als dit, ik dacht meteen: hadden we dát maar in India. De meeste dansstudio’s in India worden door individuele artiesten gebruikt en gerund. Er is nu wel een trend aan het ontstaan om kunstcentra te openen, maar deze krijgen nul support van overheden of andere instanties. Dat maakt het zo bijzonder om hier te zijn: ik zíe de vele mogelijkheden, ik zíe het verschil dat een plek als deze kan maken.’

Zelf zie ik dat wat ik doe niet als iets nieuws, maar simpelweg als gezond verstand. De essentie van alles wat je doet is ‘rasa’ (Hindi voor nectar of sap – red.), zonder ‘rasa’ heeft het allemaal geen zin. Wat ik laat zien is niet iets voor de massa – als Indiase danseres word je nooit Beyoncé – maar ik heb nu wel een groot, jong publiek, onder wie ook veel mensen die voorheen nooit naar dans gingen.’

Het hele interview met de fantastische Rukmini Vijayakumar? Je vindt het in het komende nummer van Dans Magazine dat omstreeks 24 augustus verschijnt. Wil je dit nummer niet missen, maar ben je nog geen abonnee? Profiteer vóór maandag 13 augustus  16:00u. van de introductieaanbieding, dan krijg je dit nummer thuis.