Loslopend wild
Onder de titel Loslopend wild liet Maas theater en dans in 2015 vijf jonge dansmakers los op zomerfestivals als Oerol en de Parade. Nu, in 2017, duiken ze de theaters in. Met twee triple bills, voor 8+ en voor XL. Dans Magazine in gesprek met artistiek directeur Moniek Merkx: ‘In het theater heb je een heel ander publiek, van alle leeftijden: families, jongeren en jong volwassenen.’
Wij zijn de tallentvolle makers dit keer?
‘In Loslopend wild XL kun je verschillende voorstellingen naast elkaar zien. Kraai van Jasper van Luijk is een lyrisch dansduet en Two Boys van Guilherme Miotto gaat over de dreiging van de ‘black mirror’, het zwarte scherm, gedanst door breakers. Alaska van theatermaker Elias de Bruyne is een fysieke, beeldende voorstelling, waarin jonge mensen op zoek gaan naar verloren dromen, als ontdekkingsreizigers die zich niet bij machte voelen om nog iets nieuws te ontdekken. De korte stukken voor Loslopend wild 8+ worden gemaakt door choreograaf Art Srisayam, theatermaker Jef Van gestel en makersduo Jurriën Remkes en Rosa van Leeuwen.’
Jasper van Luijk en Guilherme Miotto zijn toch al best ervaren choreografen?
‘Wat ik leuk vind bij Jasper en Guilherme is dat zij heel veel ervaring hebben in dansmaken voor een volwassen publiek, maar nu bij Maas voor het eerst voor jongeren gaan werken. Dat geeft hen als makers ook een extra dimensie. Je krijgt namelijk veel meer feedback van jongeren op wat je maakt. Het haalt je uit de comfortzone van de danswereld, je hoort heel direct hoe mensen je werk ervaren. Ik vind het goed dat ze daar beiden heel open voor staan.’
Wat is de verbindende factor tussen de zes stukken?
‘Wat wij bij talentvolle jonge makers zoeken, is een theatraal bewustzijn en een fysieke uitdrukkingsvorm. Dat is bij Jasper, Guilherme en Art expliciet dans, daar is de dansvirtuositeit heel belangrijk. En bij Elias, Jef en Jurriën/Rosa zijn het de fysieke persoonlijkheden die het verhaal vertellen, zij komen meer uit de mime en de performancekunst. De makers waar me mee werken, leren in dat opzicht ook van elkaar. Naast virtuositeit gaat het ook om de uitdrukkingskracht van lichamen en persoonlijkheden. Het zijn allemaal makers die dat fysieke en zintuigelijke heel belangrijk maken in hun werk.’ Een voorstelling die zeker aansluit bij de belevingswereld van kinderen en jongeren is PlayStation van Art Srisayam.
‘Wat vooral interessant is aan PlayStation is de betrokkenheid van Art met het onderwerp. Zijn persoonlijke honger naar gamen en daarmee het zich afsluiten in een droomwereld is heel herkenbaar voor een groot publiek. Een op de vijf jongens heeft te maken met die worsteling. Ergens begrijp ik het ook wel; de droom dat je onoverwinnelijk bent in grote vechtverhalen, welk kind wil dat nou niet? Het lastige is dat je die krachten en magie ook op het echte leven wilt toepassen en dan blijkt het echte leven ineens terug te praten en dingen van je te willen waar je helemaal geen zin in hebt. Dat is het parcours waarlangs deze voorstelling gaat. Ik geloof wel dat het echte leven wint.’