Dansspecifieke screening ter blessurepreventie voor dansers Theaterschool
Door Jacqueline de Kuijper
De Theaterschool Amsterdam (faculteit van de Amsterdamse Hogeschool voor de Kunsten) en de opleidingen Fysiotherapie, Oefentherapie Mensendieck en Diëtiek van de Hogeschool van Amsterdam (HVA) werken samen aan een onderzoek naar blessurepreventie bij dansers. Hiervoor vonden tijdens de eerste week van het nieuwe schooljaar de eerste functionele en dansspecifieke screenings plaats bij Polifysiek, de academische werkplaats van de HVA in Amsterdam. Dans Magazine volgde de eerstejaars student Docent Dans Noa Tielens tijdens de screening en de follow-up.
Functionele screening voor eerstejaars studenten dans
Studenten van de HVA onderzochten ongeveer zeventig jonge dansers van de Theaterschool. Hierdoor leren studenten van de HVA gestandaardiseerde metingen uit te voeren en ontwikkelen ze een gevoel voor normale en afwijkende waarnemingen. De screening bestaat onder andere uit spierkrachtmetingen, submaximale inspanningstesten en sprongtesten. Daarnaast zijn demografische gegevens als lengte, gewicht, lichaamssamenstelling en soepelheid gemeten bij de studenten van de Theaterschool. Ook is er een dansspecifieke screening gedaan waarbij observaties van dansspecifieke bewegingen, zoals pliés en relevés, plaatsvonden. Daarnaast is een voedingsdagboek ingevuld en zijn er vragenlijsten afgenomen om informatie te krijgen over blessures, klachten en copingsstrategieën (hoe om te gaan met klachten).
Tijdens de screening van 26 augustus volg ik Noa Tielens, een vrolijke meid uit Den Helder. Ze is achttien jaar en eerstejaars student Docent Dans bij de Theaterschool. De student oefentherapie Mensendieck die Noa screent begint met het analyseren van haar lichaamshouding. Tielens staat stil in een kort broekje en sportbeha en wordt van alle kanten bekeken. Af en toe moet ze een simpele oefening uitvoeren, zoals afrollen of vooroverbuigen. Ze wordt regelmatig gevraagd de oefening te herhalen terwijl de student van de HVA aantekeningen maakt. Er wordt niet uitgelegd waartoe de oefeningen dienen en op Noa’s gezicht herken ik een vraagteken. “Wat gebeurt hier?”, lijkt ze te denken.
Daarna volgen moeilijkere oefeningen zoals blind balanceren op een been en de ‘duiktest’. Tielens reageert enthousiast: “Oh! Je bedoelt vliegtuigje?!” Ze buigt, op een been balancerend, voorover en spreidt haar armen. Ook moet ze acht keer springen, eerst in parallel en daarna in de eerste positie. Met evenveel enthousiasme voert Tielens de oefening uit. Na wel iets van tien sprongen lacht ze: “Ik tel niet. Jij?” Nu ze mag bewegen voelt deze jonge danseres zich zichtbaar meer op haar gemak. Onderwijl kijkt de therapeute voornamelijk naar de romp, enkels en voeten van Tielens.
Samenwerking HVA en Theaterschool Amsterdam
Daarna volgt de inspanningstest, die om veiligheidsredenen tot het laatst is bewaard. Terwijl vijf dansers op hun hartslag laten stijgen door heel hard te fietsen, praat ik met Erzi Hoogveld, coördinator Health & Performance van de Theaterschool en mede initiator van het huidige onderzoek. Wanneer ik mijn blijdschap uit voor het bestaan van deze pilot, maar ook de verbazing dat het niet reeds bestaat, reageert Hoogveld enthousiast: “Ja dit is zo leuk! Het is echt een prachtig project! Maar ik heb er voor moeten vechten hoor!”
Mark Scheper, een van de organiserende fysiotherapeuten van de HVA, komt erbij staan en legt uit dat ze deze screening aan het begin van elk schooljaar willen doen en het liefst ook nog een keer midden in het schooljaar. Zo willen ze de ontwikkeling van de dansstudenten volgen en lering trekken uit de gegevens. Ze hopen dat over enkele jaren correlaties zichtbaar zijn zodat ze in de toekomst kunnen voorspellen welke dansers extra risico's lopen op blessures. Vandaag vormt dus de zogeheten 0-meting.
Dansers leveren bovenmenselijke prestaties
Normwaarden rondom kracht, soepelheid en conditie zijn onbekend bij dansers. Door middel van het meerjarige onderzoek proberen de HVA en de AHK deze normwaarden te genereren.
Scheper praat enthousiast over een aantal resultaten die hij al heeft geobserveerd. “Het is verbazingwekkend hoeveel kracht er in zo’n lichaam van een danser schuilt, ook bij een klein meisje!” Dan wordt ons gesprek onderbroken door de joelende studenten fysiotherapie die Tielens aanmoedigen door te fietsen. De twee meiden naast haar zijn al gestopt, maar Tielens trapt stug door. Schepers wijst naar haar: “Dat meisje gaat heel ver! Kijk maar, ze heeft witte handen en paarse lippen omdat al het bloed nu naar haar benen gaat.”
Scheper legt uit dat veel dansers ‘bovenmenselijke’ prestaties tonen. Over het algemeen zijn dansers bijvoorbeeld sterker dan gemiddeld, al toont dit resultaat zich niet bij hele soepele dansers. Als ik Tielens later vraag naar haar ervaring van de inspanningstest wordt meteen duidelijk waaraan dansers hun hoge prestaties te danken hebben, namelijk hun motivatie en doorzettingsvermogen. “Ik had veel meer willen geven,” zegt Tielens, “Ik wil het allemaal nog een keer doen en dan beter!”
Blessurepreventie dansers door persoonlijke feedback
Tijdens de ‘follow up’ twee weken later bij de Theaterschool zelf krijgt Tielens van oefentherapeut Mensendieck Lobke Mienis de resultaten van de screening te horen.
Uit de fietstest is gebleken dat de conditie van Tielens goed is, maar nog wel iets beter zou kunnen. Een goede conditie is belangrijk voor dansers omdat ze dan makkelijker herstellen na een training en zich beter kunnen concentreren tijdens de dansles. Mienis vraagt aan Tielens of ze weet hoe ze haar conditie kan verbeteren. “Ehm, ja, gewoon, door iets lang te doen” antwoordt ze twijfelend. Mienis legt uit dat ze aan haar conditie kan werken door drie keer per week op een bepaalde hartslag te trainen, bijvoorbeeld door te hardlopen of - in het begin - door te zwemmen.
Uit de analyse van de houding (postural analysis) is gebleken dat Tielens een ‘sway back’ houding heeft. Dit houdt in dat ze met haar bekken iets naar voren staat, wat zorgt voor spanning in de voet, kuit, en hamstring. Daarom vormt deze houding een risico voor onder andere ‘shin splints’. Mienis vraagt Tielens haar gewicht iets naar achteren te verplaatsen en haar buikspieren te activeren: “Kijk naar je enkels en til dan je hoofd op.” Nu staat ze recht.
Met deze aandachtspunten zal Tielens het komende schooljaar gaan werken tijdens de reguliere lessen, maar wordt er ook nog extra aandacht aan besteed tijdens de lessen fysieke fitheid. In januari 2016 volgt de tweede follow-up en zal blijken wat de impact van dit nieuwe traject is
Dit onderzoek is een gezamenlijk initiatief van Janneke de Vries MSc., Mark Scheper MSc., Dr. Bart Visser, Prof. Dr. Raoul Engelbert (HVA) en Erzi Hoogveld (De Theaterschool). Voor meer informatie:
Prof. Dr. Raoul Engelbert opleiding Fysiotherapie van de Hogeschool van Amsterdam: 06-2115 78 02
Mw. Erzi Hoogveld, coördinator Health & Performance van de Theaterschool Amsterdam: 020-5277639.