Home » Reportage
Danshulp: Grand jeté/spagaatsprong

Danshulp: Grand jeté/spagaatsprong

De sprong komt in veel dansstijlen voor: de grand jeté. Moderne, klassieke en jazz danseressen gebruiken hem regelmatig. Ook in de turnwereld wordt de sprong gebruikt, wel onder de naam ‘spagaatsprong’. Het lijkt zo makkelijk, maar als je eenmaal begint te oefenen blijkt de sprong erg pittig. In het nieuwe deel van danshulp helpen wij jullie met de grand jeté. 

Oefen je spagaat

Om je grand jeté te perfectioneren is het belangrijk om in spagaat te kunnen zitten. De grand jeté is immers een spagaat, maar dan in de lucht. Stretch dagelijks voor je spagaat en probeer elke dag dieper in je spagaat te zitten. Probeer tijdens het stretchen zo voorzichtig mogelijk te zijn en zet zo min mogelijk gewicht in tijdens de stretch. Hiermee voorkom je blessures. Leg anders  yogablokken onder je benen. Zo zak je minder hard in je stretch naar beneden. De hoogte van de yogablokken kan je zelf bepalen en afbouwen als je verder komt in een spagaat.

Als je eenmaal in spagaat zit ben je nog niet klaar. Ga verder met ‘overspagaten’. Want, hoe dieper je in spagaat kan, hoe makkelijker je de benen in de lucht krijgt tijdens je sprong. Tijdens een overspagaat zak je in spagaat, terwijl je voorste voet op een verhoging ligt. Begin met overspagaten laag bij de grond. Als je zover doorzakt dat je achterste been volledig op de grond ligt kan je besluiten om iets hogers te zoeken. Een krukje of de banken in gymzalen zijn een goed begin. 

Saut de chat of grand jeté?

Voordat je de sprong gaat oefenen is het belangrijk om het verschil tussen de saut de chat en de grand jeté te kennen. Deze twee sprongen worden nog wel eens door elkaar gehaald. Dat is niet vreemd, want ze lijken erg veel op elkaar.

Tijdens een saut de chat open je de benen via développé. Je brengt je werkbeen gebogen naar voren om pas in het hoogste punt je been uit te vouwen. Zodra je voorste been in de lucht is volgt je afzetbeen, wederom gebogen. Ook deze vouw je daarna uit. De saut de chat staat ook wel bekend als de grand jeté développé. Tijdens de sprong ligt de focus op ‘omhoog’, je springt in de lucht.

Wanneer je een grand jeté doet, vouw je de benen niet uit maar gaan je benen recht omhoog. Je voorste been schuif je gestrekt omhoog en je achterste been gaat er zo snel mogelijk, gestrekt, achteraan. Tijdens de grand jeté ligt je focus op ‘vooruit’. Het is alsof je in spagaat over een sloot springt. 

Gebruik je plié en aanloop

Voordat je de sprong maakt gebruik je een aanloop. Het is moeilijk om uit het niks de kracht te verzamelen om in spagaat te springen. Binnen de balletwereld is de meest gebruikte aanloop: tombé, passe de bourrée, glissade. Wanneer je deze niet kent kan je ook een aanzet met een voorwaartse  chassé, een aansluitpas.Je schuift je voorste voet vooruit, waarna je achterste been aansluit. Daarna schuift je voorste voet weer vooruit. Een chassé wordt ook wel de ‘jagerspas’ genoemd, door de snelle voeten die elkaar opjagen.

Vergeet niet tijdens je aanzet al vaart te maken. Twijfel niet tijdens de aanloop. Als je twijfelt rem je af, waardoor je de vaart verliest en je benen niet in volledige spagaat zullen eindigen. Na je laatste aanzet maak je een plié. Er is geen enkele sprong zonder een plié. Hiermee genereer je kracht om omhoog te komen tijdens de sprong. Voor een hoge (spagaat)sprong zeker van belang.

Na de grand jeté landt je ook in plié. Dit is heel belangrijk voor je knieën. Door een plié verzacht je de schok op de benen na een sprong. Zo voorkom je knieblessures en –klachten.

Negentig graden in de lucht

Als laatste is het belangrijk dat je de benen omhoog durft te gooien. Als je eenmaal de spagaat kunt, toon dit in je sprongen. Daarvoor moet je wel de benen omhoog durven te gooien. Schuif tijdens een grand jeté je voet via de grond omhoog. Probeer je been op een hoogte van negentig graden te krijgen. Je achterste been probeer je eveneens zo recht en hoog mogelijk te krijgen. Zorg dat je knie en tenen gestrekt zijn in de sprong. Je benen moeten zo recht zijn als een plank.

Als het moeilijk is om beide benen te strekken kan je de sprong met een gebogen been oefenen. Focus je eerst om de strekking van je voorste been. Als deze recht is buig je het voorste been en focus je jezelf op het achterste been. Vervolgens kan je de twee combineren.

Combineer al deze tips en oefen veel. Na een tijdje zal je zien dat de grand jeté verbetert. Want oefening loont altijd!

 

Meer inspiratie