“Juist de diversiteit van culturen en dansstijlen in Puur-Barbaars levert een mooie energie op.”
Regisseur Jos Groenier maakte voor het 45-jarig jubileum van het Internationaal Danstheater de voorstelling Niëllo, waarin hij de theatraliteit van volksdans onderzocht. Vijf jaar later werkt hij opnieuw samen met het gezelschap. In de jubileumvoorstelling Puur-Barbaars gaat hij een stap verder om tot de kern te komen van wat folklore betekent in een tijd waarin culturen elkaar beïnvloeden en mixen, maar soms ook politiek misbruikt worden om machtsposities te versterken. Puur-Barbaars focust op de ontmoetingen tussen mensen en culturen. Hoe is de voorstelling tot stand gekomen?Het is de tweede keer dat je een jubileumvoorstelling maakt voor het Internationaal Danstheater. Hoe zorg je dat je niet in de herhaling valt?“Drie jaar geleden voerde ik met toenmalig artistiek leider Maurits van Geel de eerste gesprekken over deze productie. Hij weet ontzettend veel van folkloredans en kan er fantastisch over vertellen. Lang niet al zijn ideeën zijn terechtgekomen in de voorstelling, maar het was wel heel inspirerend. De behoefte om opnieuw samen te werken is dan ook niet ontstaan omdat ik perse weer een jubileumvoorstelling wilde maken, maar meer geboren uit de wens om na het succes van Niëllo nogmaals samen een grote productie met veel dansers en live muziek te willen maken. Ik heb me wel afgevraagd of een tweede jubileumproductie niet betekende dat ik weer hetzelfde zou gaan doen. Maar voor mij representeert Puur-Barbaars echt een volgende stap, ook voor het gezelschap. In Niëllo ging ik op zoek naar de theatraliteit van volksdans. Ik wilde niet puur laten zien hoe een bepaalde dans in elkaar zat of waar de dans vandaan kwam, maar juist iets nieuws creëren door de dans in een theatrale setting te plaatsen. Ik werkte samen met Lonneke van Leth, die ook voor Puur-Barbaars een aantal moderne choreografieën maakt, en Karel de Rooij, die vooral gespecialiseerd is in muziek en theater. Met hen ontstond er een goede synergie van kijken naar volksdans vanuit de muziek, de beweging en de theatrale vormen. Nu zijn we vijf jaar verder en is de tijd rijp voor iets nieuws. Het Internationaal Danstheater bevindt zich op een kruispunt en moet opnieuw onderzoeken wat folklore is en hoe het gezelschap daarmee verder wil. Daar heb ik me in de aanloop naar deze productie op gefocust.In sommige opzichten was die opbouw van drie jaar lastig. Meestal groeit een project, maar in dit geval werden er ook bepaalde dingen teruggedraaid. Natuurlijk had dat te maken met de vele veranderingen binnen het gezelschap: de start van een nieuwe directeur en artistiek leider en het verdwijnen van de vaste kern dansers en musici. Er is veel onrust geweest en dat tekent het karakter en de ontwikkeling van een voorstelling wel, juist omdat het gaat om een jubileumvoorstelling waarin je wil tonen welke richting het gezelschap opgaat. Maar de intentie van de voorstelling is altijd overeind gebleven. En wellicht heeft de moeilijke weg de voorstelling in bepaalde opzichten zelfs beter gemaakt. Het houdt je in ieder geval scherp!” trailer Puur-BarbaarsJe spreekt over de intentie van de voorstelling, waar zit hem dat in?“Dans of beweging is de meest universele en primaire vorm van communicatie. Juist daarom is dans hét middel om op een goede manier de verhalen van verschillenden culturen te vertellen. Zo zijn er in de voorstelling beelden te zien van een Afrikaans jongetje van ongeveer anderhalf jaar. Hij kan net lopen, maar zodra hij de trommels hoort begint hij als vanzelf dezelfde bewegingen te maken als zijn ouders, zonder dat zij hem iets hebben hoeven leren of uitleggen. Hoe kan dat? Dat is voor mij cultuur: jouw wezen, iets dat in je zit en dat niemand je kan afnemen. In dat gevoel zit de betekenis, de kern van jouw leven en dat is voor mij de waarde van tradities. Het is belangrijk om die waarde en rijkdom van cultuur te zien. Daarom vind ik het zo interessant om naar een ander land te gaan en te onderzoeken hoe men daar leeft. Welk land je ook bezoekt, als je open staat voor menselijk contact, blijkt iedere cultuur gastvrij te zijn. Daarom ga je vervolgens ook van zo’n cultuur houden. Het heeft te maken met wederzijdse acceptatie: je leert elkaar te begrijpen en waarderen. Zo ontstaan ontmoetingen tussen mensen. Die ontmoetingen zijn de kern van de voorstelling Puur-Barbaars.Het zijn de mensen die het verhaal vertellen, niet de kostuums of de geschiedenis. De processen op het toneel ontstaan dan ook echt vanuit de dansers. Ik heb bewust dansers gekozen van verschillende leeftijden en achtergronden: van achttien tot veertig jaar en van Nederlands, Grieks of Italiaans tot Kroatisch, Argentijns en Canadees. Er zitten echte folklorespecialisten tussen die aan de slag gaan met dansers met hele andere achtergronden, zoals moderne dans of hiphop. Juist die diversiteit levert een mooie energie op. De vraag die centraal staat, is: wat doet traditionele dans met mij? En waarom voel en uit ik dezelfde beweging anders dan de persoon naast mij? In andere woorden: in hoeverre beïnvloedt mijn cultuur mijn leven, mijn manier van dansen?” Je vertelt dat er gebruik wordt gemaakt van videobeelden. Wat kunnen we nog meer op het toneel verwachten? “Wat betreft videobeelden, gebruiken we onder andere archiefmateriaal. Zo tonen we zwart-wit beelden van een van de eerste voorstellingen van het Internationaal Danstheater. De dans is nog heel braaf: allemaal keurig op een rijtje in kostuum. Maar zelfs dan al spat de energie er vanaf. Die energie is de basis van het gezelschap en de volksdans in het algemeen. Tegenover die oude videobeelden zet ik moderne dans. Daardoor zie je de oude dansbewegingen letterlijk door de nieuwe choreografie heen schemeren. Die tegenstelling vind ik mooi.En natuurlijk kunnen mensen veel wervelende dans verwachten. De voorstelling is opgebouwd uit de hoogtepunten van vijftig jaar folkloredans, gemixt met verwerkingen van traditionele dans, plus een aantal moderne groepsstukken. In die moderne stukken zitten de ontmoetingen. Maar de aandacht ligt altijd op de individu. Dat wordt benadrukt door videobeelden van de gezichten van de dansers. Ik ben met de dansers gaan praten en hun reacties en uitdrukkingen zijn van heel dichtbij gefilmd. Je ziet de danser op toneel, maar tegelijkertijd zie je door de filmbeelden ook de persoon achter de danser: een mens die kan lachen of ontroerd kan zijn. Het maken van een jubileumvoorstelling gaat ook over het maken van keuzes. Als je aan de slag gaat met vijftig jaar choreografieën, maak je die automatisch. Je kiest de dans die je het meest aanspreekt of inspireert. Sommige choreografieën hebben misschien een grote rol gespeeld in de ontwikkeling van het gezelschap en zijn prachtig, maar vind ik inhoudelijk minder geslaagd. Ik wil niet alleen een mooi plaatje tonen. Voor mij is het vooral belangrijk dat iedere beweging, emotie of drift past in het grote geheel. Er zijn momenten waarop de hele wereld voorbij komt in dans en andere momenten waarop de nadruk meer op Europa ligt. Soms past een bepaalde dans gewoon niet in de cultuur van de dansers. Iemand met een Afrikaanse afkomst is bijvoorbeeld minder goed in Balkandans, omdat het gevoel dat bij zo’n dans hoort er niet van huis uit inzit. Wel mix ik verschillende dansstijlen. Ook zet ik traditionele dans tegenover moderne dans. Er zitten prachtige, authentieke kostuums in de voorstelling, maar er wordt ook gedanst in hedendaagse kleding. Met andere woorden: tradities van vroeger, geuit door mensen van nu!”
Je werkt in Puur-Barbaars met verschillende choreografen. Hoe geef je iedereen de vrijheid om een eigen choreografie te ontwikkelen, zonder dat dat de grote lijn van de voorstelling in gevaar brengt?Lonneke van Leth is een moderne choreografe, Alida Dors is gespecialiseerd in hiphop en Desiree Rebel focust zich op de traditionele dansstukken. Een van de dansers, Ezequiel Sanucci maakt een traditionele tango op “tap” muziek van Peter Kuijt. En ik zorg dat het allemaal in de voorstelling past. Als regisseur bepaal ik het inhoudelijke karakter van de voorstelling en daarmee ook van de afzonderlijke dansstukken. Waar gaat een dans over en hoe kan de choreograaf dat verwerken in de choreografie? De intentie van de dans is richtinggevend, maar de choreografen zijn vrij om zelf iets te doen met die intentie. Vervolgens praten we daarover: is dit de juiste vorm, komt de boodschap over? Die dialoog met de choreografen is heel prettig. Je hebt het over wezenlijke dingen en maakt de voorstelling echt samen. Ook de muziek is deels traditioneel en deels modern. We werken met zes live muzikanten, die alles kunnen: van slagwerk, toets en accordeon tot blaasinstrumenten, gitaar, klarinet en viool. De muzikanten, onder leiding van arrangeur/componist Hans Visser, zijn allemaal mensen die veel met folklore in moderne muziek hebben gewerkt. Naast deze live muziek maken we ook gebruik van bandopnames mixen met klassieke en moderne muziek, zoals disco en wonderlijke soundscapes.Het team van choreografen, musici en dansers is er klaar voor. Zo vlak voor de start van de repetities kan er nog van alles gebeuren, dat is heel spannend. Er ontstaat een nieuwe energie, het gevoel dat we nu echt aan de slag willen. Ik hoop de energie die folklore oproept, vorm te geven in een mooie, intense en theatrale voorstelling.”Tekst: Sabine van Vugt