8 vrouwelijke choreografen op het grootste podium
In een danswereld ooit gecreëerd voor en door mannen, domineren danseressen en vrouwelijke dansdocenten nu de dansvloer. Dit in tegenstelling tot in de choreografiewereld. Daar krijgen juist mannen de volle steun van repertoiregezelschappen. Zij groeien uit tot de grote namen in de Nederlandse dans: denk maar aan Hans van Manen, Jiri Kylian, Sidi Larbi Cherkaoui en Ed Wubbe. Toch zijn er vrouwelijke choreografen die wel toegang weten te krijgen tot dezelfde platforms als hun mannelijke tegenhangers. Een greep uit een groep ondervertegenwoordigde vrouwen.
Regina van Berkel
Als danseres bij William Forsythes befaamde Ballett Frankfurt ontdekte Regina van Berkel dat het ‘zelf creëren’ haar eigenlijk wel heel goed lag. Van Berkel presenteerde in 1998 een solo op het Holland Dance Festival. Dit leverde haar meteen de Zilveren Theaterdansprijs van de Vereniging van Schouwburg- en Concertgebouwdirecties (VSCD) op. Vanaf dat moment ging het hard met haar choreografische ontwikkeling. In 2000 hakte ze de knoop definitief door: ze zei Ballett Frankfurt vaarwel om zich geheel aan de choreografie te wijden. Sindsdien maakt ze producties voor onder meer Pretty Ugly Dance Company, Ballett Augsburg en Delattre Dance Company in Duitsland, het Portugese Gulbenkian Ballet, het Zwitserse Cathy Sharp Dance Ensemble, het Zweedse Göteborg Ballet, het New Yorkse Cedar Lake Contemporary Ballet en Nederlands Dans Theater (NDT). Voor al haar producties ontwerpt Van Berkel zelf de kostuums en werkt ze, voor het decor- en lichtontwerp, samen met haar partner Dietmar Janeck. Haar meest recente werk is Memory of a shape (2017) voor het NDT.
Fang-Yu Shen
Fang-Yu Shen begon haar opleiding moderne- en traditionele dans in het Taiwanese Taipeh. In 2006 verhuisde zij naar Duitsland, waar zij haar dansopleiding voortzette aan de Folkwang Universiteit in Essen. Hier volgde zij ook de masteropleiding choreografie en bewegingscompositie, en creëerde verschillende dansstukken. Zij danste zelf in choreografieën van choreografen als Libby Nye, Urs Dietrich en Trisha Brown en werkte als assistent van de choreografe Susanne Linke. In 2011 won Shen de Prijs van de Kritiek en in 2017 de tweede plek op het Internationale Choreografenconcours in Hannover. De jury omschreef haar werk als "buitengewoon fascinerend vanwege de combinatie van dynamiek en snelheid met vormbewuste precisie." Momenteel is Shen verbonden als choreograaf aan het Scapino Ballet. Zij maakte hier haar debuut met TWOOLS 15, die in juni 2013 in première ging. Inmiddels heeft zij meerdere choreografieën op haar naam staan, waaronder Let it Spin, onderdeel van The Great Bean (2013) en Smashroom Too, onderdeel van Twools 16 (2014).
Sól Leon
De Spaanse Sol León kwam in 1987 in dienst van juniorengezelschap Nederlands Dans Theater 2, na een dansopleiding aan de balletacademie in Madrid. In 1989 maakte ze de overstap naar Nederlands Dans Theater 1, waar ze uitgroeide tot favoriet van meesterchoreografen als Jiří Kylián, Hans van Manen, Mats Ek en Ohad Naharin. In 2003 stopte León met dansen om zich volledig aan de choreografie te wijden, samen met Paul Lightfoot. León en Lightfoot vormen als sinds 1989 een choreografenduo en samen hebben ze meer dan vijftig stukken voor het gezelschap gemaakt en hiermee een eigen, karakteristieke beeldende danstaal ontwikkeld. Sinds 2002 zijn León en Lightfoot aangesteld als huischoreografen voor NDT. Voor hun choreografieën ontvingen zij vele prestigieuze prijzen, waaronder tweemaal de VSCD Prijs ‘Zwaan’ voor beste dansproductie (2003-2006) en de Benois de la Danse (2005). In het seizoen 2017-2018 worden zowel nieuwe creaties als een bestaand werk van León en Lightfoot getoond in het programma van NDT. Het NRC schreef een mooi artikel over dit bijzondere choreografenduo. Je leest dit artikel hier.
Annabelle Lopez Ochoa
De Colombiaan-Belgische Annabelle Lopez Ochoa voltooide haar dansopleiding aan de Koninklijke Balletschool van Antwerpen, België. Na een twaalf jarige carrière bij verschillende Europese dansgezelschappen besluit Ochoa in 2003 om zich uitsluitend te concentreren op choreografie.
In datzelfde jaar werd ze uitgeroepen tot 'rijzende ster van de Nederlandse dance scene' (NRC) en slechts zeven jaar later schreef de Temecula Performing Arts Examiner: "Ochoa is echt een meesterlijke choreograaf met een voorsprong voor wat dansen kan en moet zijn in deze voortdurend veranderende industrie ". Ochoa heeft choreografieën gemaakt voor meer dan vijftig dansgezelschappen over de hele wereld, waaronder het Scapino Ballet Rotterdam en Het Nationale Ballet. In april 2012 maakt ze haar eerste avondvullende ballet "A Streetcar Named Desire" voor The Scottish Ballet. Dit werk werd bekroond met de South Bank Award, de National Dance Award voor beste klassieke choreografie én een nominatie voor de Olivier Award. Momenteel choreografeert ze een nieuw stuk voor het DUTCH DOUBLES programma van Het Nationale Ballet. DUTCH DOUBLES gaat in première op 24 maart 2018 in de Amsterdam.
Sharon Eyal
Sharon Eyal danste van 1990 tot 2008 bij Batsheva Dance Company. Bij dit gezelschap creëerde zij dan ook haar eerste choreografieën in kader van het Dancers Create Project. Van 2005 tot 2012 is Eyal toen, naast danseres, als huischoreograaf verbonden geweest aan Batsheva. Vanaf 2009 creëert zij ook choreografieën voor andere dansgezelschappen wereldwijd: Killer Pig (2009) en Corps de Walk(2011) voor Carte Blanche Dance in Noorwegen, Too Beaucoup (2011) voor Hubbard Street Dance Chicago en Plafona (2012) voor Tanzcompagnie Oldenburg in Duitsland. Eyal heeft verschillende prijzen gewonnen, zoals de Prijs voor Jonge Dansmakers van het Ministerie van Cultuur in 2004 en de Landau Prijs voor Danskunst in 2009. In 2008 werd ze gekozen tot Chosen Artist van de Cultural Excellence Foundation van Israel. Haar eerste werk voor het Nederlandse NDT, Sara, creëerde zij in samenwerking met Gai Behar in mei 2013. In 2015 maakte dit duo ook de choreografie Bedroom Folk voor NDT 1 en in 2016 FEELINGS voor NDT 2. Hun laatste werk voor NDT 1, Salt Womb (2016), kreeg lovende kritieken.
Crystal Pite
In 1990 maakte Crystal Pite haar debuut als choreograaf aan het Ballet British Columbia. Sindsdien heeft ze al meer dan vijftig werken gecreëerd voor gezelschappen als Paris Opera Ballet, The Royal Ballet, Nederlands Dans Theater, Cullberg Ballet, Ballett Frankfurt, The National Ballet of Canada, Les Ballets Jazz de Montréal (huischoreograaf, 2001-2004), Cedar Lake Contemporary Ballet, en Ballet British Columbia. Sinds 2008 is Pite als associate choreographer aan het NDT verbonden. Voor NDT 1 heeft Pite diverse werken gemaakt waaronder Frontier (2008), Plot Point (2010, genomineerd voor de Benois de la Danse), Parade (2013) en The Statement (2016). In seizoen 2017-2018 zal Pite nieuw werk creëren voor het NDT 1 programma Savoir Faire dat in première gaat op 17 mei 2018. Naast dit alles richtte Pite in 2002 haar eigen gezelschap Kidd Pivot op.
Gabriella Carrizo
De van oorsprong Argentijnse choreografe Gabriela Carrizo begon op haar tiende met dansen en choreograferen op een multidisciplinaire school. Op negentienjarige leeftijd vertrok de jonge dansmaker naar Europa, waar ze samenwerkte met onder andere Caroline Marcadé, Alain Platel en Les Ballets C de la B. In de tussentijd bleef ze haar eigen choreografieën maken, zoals de solovoorstelling Et tutto sara d’ombra et di caline en Bartime. Carrizo’s experimentele stijl bevindt zich op het kruispunt tussen dans en theater, het alledaagse en het mysterieuze. In 2000 richtte ze het Brusselse collectief Peeping Tom op, samen met Franck Chartier. Sindsdien is Peeping Tom uitgegroeid tot een nationaal en internationaal gewaardeerd danstheatergezelschap. Peeping Tom toerde internationaal met de trilogie Le Jardin (2002), Le Salon (2005) en Le Sous Sol (2006). In 2013 maakte Carrizo haar eerste creatie voor de dansers van NDT 1, The missing door. In lijn met dit werk creëerde Chartier The lost room in 2015. In 2017 werd deze trilogie voltooid met nieuw werk van deze twee choreografen voor het programma Side B: Adrift,
Natalia Makarova
Natalia Makarova werd op haar dertiende toegelaten tot de Vaganova Academie in Rusland, waar ze – gezien haar late start én grote talent – in een speciale klas belandde, waarvan de leerlingen de opleiding in zes in plaats van de gebruikelijke negen jaar afrondden. Na haar opleiding kwam ze in dienst van het Kirov (nu Marijinski) Ballet, waar ze al gauw de rang van eerste soliste bekleedde. Haar carrière in het Westen begon bij het American Ballet Theatre, waar ze debuteerde als Giselle. Behalve de grote klassieke rollen danste ze bij dit gezelschap ook rollen in werk van onder andere George Balanchine en jerome Robbins. In 1974 studeerde Makarova bij het American Ballet Theatre het ‘’Rijk der Schimmen’ uit La Bayadère in. Zes jaar later produceerde en regisseerde ze bij dit gezelschap het complete ballet. Sindsdien heeft Makarova haar versie van La Bayadère bij – inmiddels – meer dan tien gezelschappen ingestuurd. Ook produceerde ze nieuwe versies van Het Zwanenmeer, Paquita, Giselle en The Sleeping Beauty. Zij is nu als choreograaf en regisseur verbonden aan het Nationale Ballet. Als choreograaf maakt Makarova voornamelijk eigentijdse versies van bestaande klassiekers.