Het Nationale Ballet stimuleert jonge makers met New Moves
Zaterdag 3 juli 2015 was de première van New Moves van het Nationale Ballet en werd het publiek verwend met elf nieuwe choreografieën van dansers uit het eigen ensemble. In de jaarlijkse choreografieworkshop worden dansers van het Nationale Ballet gestimuleerd om nog onontdekte choreografische talenten naar boven te halen. De elf dansers die dit jaar meededen als choreograaf waren Tycho Hupperets, Wolfgang Tietze, Chanquito van Hoeve, Peter Leung, Daniel Cooke, Matthew Pawlicki-Sinclair, Maria Chugai, Milena Sidorova, Bastiaan Stoop, Bruno de Roacha Pereira en Miles Pertl. Deze choreografen verzorgden zelf de productie en de organisatie van de avond; alles van lichtontwerp tot choreografie. De meeste choreografen dansten tevens in stukken van collega’s en repeteerden deze in hun vrije tijd buiten het drukke werkschema van het Nationale Ballet om. Een enorme prestatie met verrassende resultaten.
Young Creatives in de Grote Operastudio
Hoewel uit de inleiding blijkt dat de dansers en makers geen onderlinge afspraken hebben gemaakt over de thematiek van de avond, valt mij op dat de dansers van het Nationale Ballet veelal romantisch van aard zijn of in het bezit van een stevige klodder humor. Ik heb vaak moeten lachen om slapstick achtige momenten zoals bij de persiflage op het huwelijk van Milena Sidorova. De toegevoegde waarde van dit project komt naar voren in het interview met Matthew Pawlicki-Sinclair, Maria Chugai en Peter Leung. Het perspectief van de choreograaf voegt volgens de makers toe aan de beleving van de dansers in het gezelschap.
Buiten het respect voor het werk van de choreograaf spreken Pawlicki-Sinclair, Chugai en Leung over het ontstaan van innerlijke bevlogenheid en de drang tot communiceren door middel van dans. Groot verschil in houding is zichtbaar tussen de meer ervaren choreograaf Pawlicki-Sinclair die samen met Leung onderdeel uitmaakt van het interdisciplinaire kunstenaarsplatform House of Makers en de zeer nerveuze Maria Chugai die voor het eerst een choreografie op toneel bracht.
Choreografieën Tycho Hupperets en Miles Pertl buiten balletkader
De choreografieën aan het begin en aan het eind van de avond vallen op door de wijze waarop ze buiten het balletkader zijn gebracht. De eerste choreografie van Tycho Hupperets Plastic Dreams heeft alles te maken met de maakbaarheid van de danseres of wellicht de vrouw. Het dansveld wordt omlijnd door gele tape en de drie danseressen Michaele DePrince, Jing Jing Mao en Aya Okumara komen op in korte badjassen. De choreografie deed denken aan aerobics, turnen of een stewardessen routine. Het was een grappige choreografie waarin de danseressen vervuld waren van hun eigen ‘plastic’ routines, gebaseerd op herkenbare bewegingen uit onze maatschappij. Helaas worden de virtuoze kwaliteiten van deze danseressen door de eenvoudige bewegingstaal niet volledig benut.
De laatste choreografie van Miles Pertl Ars XX Machina gaat nog verder ‘out of the Nationale Ballet box’. Deze korte choreografie bestaat uit drie dansers achter een tafel, een discobal en vallend sneeuw. De dansers Clotilde Tran-Phat, Vincent Hoffman en Bastiaan Stoop bewegen zich voort met overdreven, grappige en expressieve gebaren. Dit is de enige choreografie waarin geen spoortje van ballettechniek terug te kennen is en steekt hiermee in zijn originaliteit en humor af tegen het werk van de andere makers. De dansers hebben duidelijk plezier in hun artistieke uitspatting.
Nieuwe ontdekkingen Bastiaan Stoop, Matthew Pawlicki-Sinclair en Peter Leung
De choreografiën van Stoop, Pawlicki-Sinclair en Leung vallen op vanwege hun modern karakter en geven de toeschouwer een blik in de toekomst. Het moderne duet Unreality van Leung wordt begeleid door heftige kathedrale muziek. Leung wisselt het modern ballet af met verstilling en ontzegt de toeschouwer veelvuldig de frontale blik op het lichaam van de dansers. De choreografie bevat een bijzonder vindingrijke combinatie van moderne -en ballettechniek maar doet door het veelvuldig afwenden van het gezicht van de dansers vervreemdend aan.
Pawlicki-Sinclair’s choreografie bevat drie danseressen en één danser waarbij er een verkort verhaal lijkt te ontstaan tussen de dansers. Er is een voelbare connectie tussen de dansers en in de wijze waarop hun bewegingen op elkaar aansluiten. In dit kwartet weet Pawlicki-Sinclair het allerbeste uit zijn prachtige danseres te halen, waarbij Samantha Mednick en Tess Sturman het meet opvallen.
Bastiaan Stoop weet met zijn Revolving Doors een prachtige combinatie te maken tussen lichttechniek en modern-ballet met dansers Rohan Dunham en Miles Pertl. Zijn choreografie is vloeiend, muzikaal en licht met natuurlijk en origineel bewegingsmateriaal.
Dichtbij bewonderen van New Moves
Tijdens het kijken naar de stukken valt mij vooral op hoe heerlijk het is deze prachtige, jonge dansers van zeer dichtbij te mogen bekijken. De ‘stage on stage’ constructie, theateropstelling waarbij zowel het publiek als de spelers zich op het toneel bevindt, biedt een unieke kans om de jeugdige kracht van de dansers van het Nationale Ballet te bewonderen. In het stuk Fidem Contra Fata van Daniel Cooke werd de kracht van de jonge mannelijke dansers prachtig belicht. De expressie van een danser als Chanquito van Hoeve is een feest om van dichtbij te mogen aanschouwen.
Een avond als deze voelt jong en nieuw aan, vrij van het strakke patroon waar deze jonge mensen normaliter in werken. Ik hoop dat deze dansers de smaak te pakken hebben en in de toekomst vaker de kans krijgen mooie stukken te maken.
De volgende New Moves wordt reeds aangekondigd op 28 juni 2016. Ga voor meer informatie naar de website van Het Nationale Ballet.