Wereldpremière Extremalism van ICKamsterdam revolteert de crisis
De wereldpremière van de multidisciplinaire hedendaagse voorstelling Extremalism van ICKamsterdam en Ballet National de Marseille vond op 12 juni plaats tijdens het Holland Festival in Koninklijk Theater Carré. Deze dansvoorstelling bezegelt de twintigjarige samenwerking van choreografen Emio Greco en Pieter C. Scholten en luidt het partnerschap van voorgenoemde dansgezelschappen in. Het af en toe meeslepende Extremalism wil - volgens de choreografen - het extreme en het minimale evenredig benadrukken rondom het thema ‘het lichaam in opstand’. Met name dit laatste roept vragen op betreffende de vertaalslag van artistieke visie naar voorstelling.
Ballet National de Marseille danst samen met ICKamsterdam
Extremalism is bij voorbaat een bijzondere dansvoorstelling, omdat het Nederlandse publiek voor het eerst kennismaakt met Ballet National de Marseille (24 dansers) in samenwerking met ICKamsterdam (zes dansers). Emio Greco en Pieter C. Scholten zijn sinds 2014 naast ICKamsterdam ook artistiek leiders van Ballet National de Marseille. Ook is er een coöperatie tot stand gekomen met IJslandse componist Valgeir Sigurðsson – wie met Björk heeft gewerkt – en kunstenaar Henk Stallinga – die onder andere zijn werk toont in het Museum of Modern Art (MoMA) in New York. Het beste van het beste is voor deze voorstelling uit de kast getrokken.
Met Extremalism grijpen de choreografen Greco en Scholten terug naar bewegingskwaliteiten uit het verleden die het ‘extreme’ en het ‘minimale’ bij elkaar brengen. ‘Het lichaam in opstand’ en ‘het lichaam van het ballet’ worden in deze dansvoorstelling - en in de komende jaren - als motieven ingezet. Tijdens en na Extremalism ben ik aan het zoeken naar wanneer het lichaam van de dansers in opstand was. Het programmaboekje vertelt dat het gaat over in opstand gaan tegen de crisis, maar ik kan dit niet terugvinden in de choreografie.
Extremalism van choreografen Emio Greco en Pieter C. Scholten
Terwijl mensen hun plek zoeken in het theater wordt er muziek met klanken van Kyrie Eleison, een (gezongen) gebed in de rooms-katholieke mis, ten gehore gebracht. Deze christelijke klanken worden soms verstoord door een harde dreun. Er zijn zes laaghangende lampenpanelen vooraan het toneel te zien. Terwijl de toeschouwers binnendruppelen gaat er achter elk lampenpaneel een danser staan.
De lichtpanelen gaan omhoog. De dansers dragen lange beige jurken en maskers met lange slierten in dezelfde kleur. Sommigen lijken op Egyptische farao’s, anderen op gasmaskers. Steeds meer dansers komen vanuit verschillende hoeken lopend op. Dit grote gemaskerde gezelschap geeft een griezelig beeld. Het is appellerend om de grote groep dansers te zien staan in deze bizarre kostuums met een indrukwekkend doch eenvoudig decor. Meterslange metalen kabelkettingen vormen drie wanden die door het warme licht van goud lijken te zijn.
Een zwart figuur komt door het ‘ijzeren gordijn’ lopen en gaat achter de dansers staan. Hij staat stil. Tijdens de dansvoorstelling komt hij op verschillende momenten op en gaat dan langzaam en geruisloos weer af. Deze danser lijkt een soort schaduw te zijn, iemand die niet ‘echt’ is maar wel invloed heeft op de omgeving. Het contrast dat ontstaat tussen de bewegingsloze donkere figuur en de veelvuldig bewegende dansers wekt het idee van het extreme en het minimale op. Willen Greco en Scholten met de zwarte figuur hier een ‘opstand’ verbeelden, juist omdat ‘de schaduw’ niet danst?
Balletvocabulaire als thematiek in hedendaagse dansvoorstelling
Greco en Scholten geven in Extremalism het motief ‘het lichaam van het ballet’ weer door een verbasterende vorm van het balletvocabulaire te gebruiken.
Een danseres gaat in het midden van het podium in een grote vierde positie staan met haar linkerarm langs haar rug, waardoor we haar handpalm aan de andere kant van haar lichaam weer kunnen zien, terwijl ze haar rechterarm opzij houdt. Ze staat stil. De andere dansers – die tevens in zwarte jurken en zonder masker opkomen – gaan in dezelfde positie staan als de eerste danseres. De handpalmen die langs de rug van de dansers te zien zijn beginnen hoe langer ik ernaar kijk een vervreemdend effect te krijgen. De manier waarop de dansers zich verspreid opstellen lijkt op het corps de ballet van een balletgezelschap.
Het gepiep in de muzikale compositie wordt intenser. De dansers bewegen in verschillende patronen en verplaatsen zich met wiebelende handjes boven hun hoofd. Op abstracte wijze is dit moment te refereren aan de vijfde positie van de armen in ballet.
Extremalism choreografisch niet rebellerend
Ik merk dat ik op zoek ben naar dans dat choqueert om in mijn optiek ‘het lichaam in opstand’ te vertolken. Er is bijvoorbeeld een Zwanenmeer moment waarin dansers een arabesque op negentig graden uitvoeren en op een rijtje achter elkaar een stukje vooruit hoppen. Is de moderne manier van balletvocabulaire uitvoeren nu nog een revolte? Ik vind het weinig rebellerend.
Dreigende lichtinstallatie Chain Reaction van kunstenaar Henk Stallinga
Elke keer wanneer het imposante, circulaire lichtkunstwerk Chain Reaction van Henk Stallinga naar beneden zakt vraag ik me af hoe deze zal worden ingezet in relatie tot de choreografie en thematiek. Soms voelt het als een dreiging wanneer het naar beneden komt, maar de lichtcirkel gaat met regelmaat spoedig weer omhoog. Ik bemerk dat ik de constructie bekijk en de dans vergeet.
Eindelijk arriveert het langverwachte moment dat de lichtcirkel compleet naar beneden komt. Op dit moment zitten de dansers in een cirkel om de vocalist, Jodie Landau, heen. Ze zijn letterlijk omcirkeld. Wanneer alle ringen van het felle lichtspektakel op de grond liggen komt de voorkant omhoog waardoor we Chain Reaction op andere wijze zien. Dit kunstwerk van Stallinga geeft een bijzondere - maar losstaande - dimensie aan de choreografie. Weer ben ik op zoek naar wat het revolterende is aan dit element.
Het extreme, minimale, opstand en ballet in Extremalism
Extremalism van Greco en Scholten is een groteske productie met bekende makers en ontwerpers zoals Stallinga en Sigurðsson, met extreem veel dansers, extreem groot kabeldecor, een extreem groot lichtkunstwerk en een overvloed aan bewegingen. In mijn optiek komt het grote aantal dansers de choreografie niet ten goede. Het hadden er wel tien minder mogen zijn. Het minimale kan ik vinden in de simpliciteit van datzelfde grote decor en lichtwerk, de stiltes en de eenvoudige, maar effectieve kostuums. En wat doet het gigantische nijlpaard aan het einde van de dansvoorstelling achter het transparante scherm? Ook best extreem.
Het meest duidelijke motief in de voorstelling vind ik ‘het lichaam van het ballet,’ omdat het bewegingsvocabulaire van ballet helder wordt ingezet in de choreografie en contrasten creëert met abstracte en moderne dans esthetiek.
Waar ik moeite mee heb is om te bespeuren waar het lichaam tegen in opstand komt. Greco en Scholten hebben een groteske artistieke visie, maar in de vertaalslag naar Extremalism mis ik choreografisch gezien een duidelijke uitwerking van dit motief. Om de voorstelling beter te begrijpen lees ik het perspakket meerdere keren door en ineens krijgt de volgende zin nieuwe betekenis. “Door de kracht van het lichaam breekt Extremalism uit een crisis als Houdini uit zijn ketens.” Het is in mijn optiek niet zozeer het lichaam van de dansers zelf dat in opstand komt, maar het geheel van de voorstelling. Door middel van het inzetten van de beste makers, kunstenaars, dansers, ontwerpers, partners en locatie wordt er een statement gemaakt dat de crisis in de dans niet wordt geaccepteerd. Het bezuinigen wordt een halt toegeroepen.
ICKamsterdam en Ballet National de Marseille gaan na het Holland Festival met Extremalism in 2015-2016 op tournee. Ga naar de website van ICKAmsterdam voor de speellijst.