SPRING Performing Arts Festival Utrecht (4)
27 mei 2015 - Jacqueline de Kuijper
Van 21 tot en met 30 mei vindt in hartje Utrecht wederom het SPRING Performing Arts Festival plaats. Dit festival, dat bekend staat om zijn hedendaagse, experimentele en radicale programmering, brengt tien dagen lang internationale theatermakers en choreografen naar Utrecht. Festival-fan Jacqueline de Kuijper gaat elke dag naar SPRING, bezoekt vrijwel alle voorstellingen en houdt dagelijks een blog bij. Lees hier op Dansmagazine.nl haar avonturen!
Amanda Pina & Daniel Zimmerman - WAR
Zaterdag 23 mei was de Nederlandse première van dansvoorstelling WAR van de Chileens-Mexicaanse choreografe Amanda Pina en de Zwitserse beeldend kunstenaar en filmmaker Daniel Zimmerman. Terwijl het publiek een plek in de grote zaal van de Stadsschouwburg probeert te vinden, wachten twee danseressen, uitgedost in traditionele klederdracht en verentooi, ons op. Als ik langs ze loop kijk ik ze vriendelijk lachend aan, maar ze lachen niet terug. In WAR dansen zij namelijk elf oorlogsdansen, gebaseerd op traditionele Polynesische dansvormen die de makers tijdens een verblijf op Paaseiland bestudeerden.
Op het podium is een tweede podium gebouwd: een wit, verhoogd, vierkant speelvlak, met een achterwand van dezelfde vorm en formaat, die als projectiescherm dient. In de eerste scène worden op het scherm beelden getoond van Westerse oorlogswapens in vitrinekasten. De twee traditioneel geklede danseressen, vergezeld door een eveneens traditioneel uitgedoste oudere man, kijken naar deze beelden alsof ze in een museum zijn - zonder emotie. Dit toneelbeeld zet de toon en staat voor mij symbool voor de thematiek van de rest van de dansvoorstelling.
WAR doet me denken aan de dansvoorstelling van Chunky Move, Complexity of Belonging, dat het conflict op een individueel niveau benadert. In WAR lijkt het thema ‘complexity of belonging’ daarentegen vanuit internationaal perspectief benaderd te worden. De elf dansen en ‘hokos’ komen uit verschillende tijden en refereren aan verschillende internationale conflicten. Zo wordt er gerefereerd aan kolonialisme en de huidige problematiek rondom bootvluchtelingen. Ook de Tweede Wereldoorlog, de Koude Oorlog, de oorlog in Vietnam en de strijd om emancipatie van vrouwen en arbeiders worden genoemd. Wat gebeurt er als verschillende gevoelens van ‘belonging’ met elkaar in conflict zijn? WAR.
Links en rechts van het witte podium hangen verschillende kostuums over lange stokken, die me doen denken aan een ballet-bar. Tussen de dansen door kleden de performers zich hier in het zicht van het publiek om. Iedere oorlogsdans wordt ingeleid door een stem; de tekst van de oorlogsdans wordt (in het Engels vertaald) op het scherm achter de danser of dansers getoond. De enscenering van de elf oorlogsdansen is zakelijk en anticlimactisch, maar dat deert me niet. Ik vind WAR enorm intellectueel stimulerend!
Marlene Monteiro Freitas - Of ivory and flesh - statues also suffer
Compleet tegenovergesteld aan WAR is de dansvoorstelling Of ivory and flesh - statues also suffer van Marlene Monteiro Freitas uit Lissabon. Vanaf het begin ben ik lichamelijk zó overprikkeld, dat ik de zaal het liefst zo snel mogelijk wil verlaten. Ik probeer een lijn te vinden, een thema, iets om houvast te bieden en de prikkels minder intens te maken. Het lukt me niet, maar ik blijf toch zitten. Uit het nagesprek begrijp ik dat de choreografe op basis van intuïtie haar keuzes maakt, zonder deze intellectueel of conceptueel te onderbouwen. Voor mij verklaart dit waarom ik zo’n moeite met deze dansvoorstelling heb.
Aan het begin van Of ivory and flesh - statues also suffer staan zeven performers rondom een verhoogd zwart vierkant speelvlak. Ze dragen satijnen kamerjassen met puntige capuchons. Ze bewegen schokkend en op de maat van harde staccato geluiden van - tja, wat eigenlijk? - mijnwerkers? Even moet ik aan de zeven dwergen van Sneeuwwitje denken. Of zijn het toch boksers en volgt er een bokswedstrijd? Er klinkt regelmatig een luide zoemer. Hun benen zijn tot aan de knie zwart geverfd. Later blijkt dat de dansers ‘petrified figures’ (versteende figuren) voorstellen, maar zeg gerust ‘terrified figures’...
De performers bewegen spastisch, met wijd opengesperde ogen en wijd geopende monden. Ze lijken angstig en houden deze spanning de gehele, negentig minuten durende voorstelling vol. Wanneer ze praten of zingen doen ze dit tevens schokkerig; alle zuchtjes, ademhalingen en smakjes worden versterkt door de microfoon. De spanning zet zich ook in mijn lichaam vast; mijn ademhaling wordt oppervlakkig, mijn schouders trek ik onbewust omhoog, mijn maag verkrampt en ik voel me misselijk. De techno-achtige muziek en harde geluiden bezorgen me hoofdpijn.
Terwijl ik de performers om hun uithoudingsvermogen bewonder, verlang ik naar een verlossing. Deze komt echter niet. Meerdere malen stopt de voorstelling enigszins abrupt en denk ik, hoop ik, dat deze ten einde is gekomen, om vervolgens toch verder te gaan. Als we dan eindelijk mogen applaudisseren slaak ik een zucht van verlichting, maar wordt dan onaangenaam verrast door een toegift.
Gedurende de dansvoorstelling hoorde ik meerdere malen andere mensen uit het publiek lachen om de groteske gebaren, maar zelf kan ik de humor niet ontdekken. Gefrustreerd fiets ik die avond naar huis en eenmaal in bed kan ik de slaap niet vatten. Nog nooit heb ik me zo fysiek ongemakkelijk gevoeld door een voorstelling.
Dit thema wordt vervolg in blog #5. Lees verder.