BEYOND ballet why and how dynamisch internationaal danscongres (2)
BEYOND ballet why and how vond plaats van 16 tot en met 18 april in Arnhem, in Stadsvilla Sonsbeek, ArtEZ Hogeschool voor de Kunsten en Introdans. Deze internationale conferentie over dansmakers, danseducatie en danswetenschap is bedoeld voor docenten, kunstbeleidmakers, choreografen, medische staf en de nieuwe generatie danskunstenaars. Het dynamische programma van BEYOND presenteerde een scala aan lezingen, onderzoeken, presentaties, workshops, discussiepanels en activiteiten voor een gemêleerde internationale delegatie. Op 18 april werd de focus gelegd op danswetenschap en medicijnen, in samenwerking met het National Centre Performing Arts (NCPA).
Medicine and Science Saturday met het NCPA
De missie van het NCPA is om theorieën over pedagogiek, wetenschap en gezondheid toe te passen in de praktijk van onder andere danseducatie, zoals bij de ArtEZ Dansacademie (zie reportage #1). Deze toepassing wordt zichtbaar gemaakt tijdens de conferentie BEYOND. De dansstudenten van de Balettakademien Stockholm en ArtEZ worden actief betrokken door middel van het geven van lesdemonstraties, dansvoorstellingen en worden ingezet als input tijdens discussiepanels.
In tegenstelling tot andere conferenties wordt er bij BEYOND wel naar de toepassing van onderzoek in de praktijk gezocht. Er worden vier danswetenschappelijke presentaties gegeven: Ruud Meulenbroek en Derrick Brown vertellen geëngageerd over synchronisatie in dans, Yiannis Koutedakis geeft belangrijke informatie over anatomie en orthopedisch chirurg Corne van Loon praat over de impact van dans op het heupgewricht. De middag wordt afgesloten door ‘Plasticity of the Human Motor System and Orthopedic Rehabilitation’ door Robert van Cingel.
Synchronisatie in dans met Ruud Meulenbroek en Derrick Brown
Het hoogtepunt van de dag was de eerste presentatie in Stadsvilla Sonsbeek: ‘Dancing Together at the Same Time: Synchronisation Principles in Human Motor Control,’ een onderzoek van Dr. Ruud Meulenbroek en Derrick Brown, PhD kandidaat aan de Radboud Universiteit van Nijmegen. Brown begint de presentatie met “Let’s all stand up. Now shake someone’s hand. Walk away, and shake someone else’s hand.” Na deze oefening vraagt hij ons hoe we deze handdrukken gaven. Keken we eerst naar onze voeten, zodat we niet zouden struikelen? Keken we de ander in de ogen, of keken we juist naar elkaars handen? Er is sprake van synchroniciteit omdat we elkaar een handdruk geven, ook al komen we er misschien op een andere manier. In de natuur is er ook sprake van synchroniciteit—al dan niet intentioneel—zoals te zien bij springende dolfijnen in en uit het water of een vogelvlucht. Meulenbroek en Brown onderzoeken beweging vanuit neuro-aandrijving en passen hun theorieën toe op dansers. Er is namelijk sprake van intentionele synchronisatie wanneer we choreograferen.
Andere vragen die de onderzoekers stellen tijdens de presentatie zijn: Hoe onthouden dansers alle choreografieën? En hoe dansen ze zo goed tegelijk? Meulenbroek en Brown passen drie theorieën toe: ‘information-processing theory,’ ‘dynamical systems theory’ en ‘ecological psychology.’ Ze leggen uit wat de achtergrond, limitaties en voordelen van deze theorieën zijn. Meulenbroek legt uit dat mensen op verschillende wijzen leren. De één heeft een preferentie voor een haptische methode, terwijl een ander weer beter audiovisueel leert.
Meulenbroek en Brown houden de aandacht vast en brengen hun informatie op boeiende wijze over. Hun onderzoek over synchroniciteit is terug te zien in de manier waarop ze als een goed geoliede machine presenteren. Ik ben geïntrigeerd door hun passie over de relatie tussen neurologie en beweging, maar ook al is de presentatie imponerend, het onderzoek levert wel vragen op. Wat is de toegevoegde waarde van dit onderzoek in de praktijk voor dansers, dansdocenten en choreografen? Wat kunnen wij ervan leren? Het is bekend dat dansers capabel zijn om synchroon te dansen en dat ze lange stukken choreografie kunnen onthouden door middel van herhaling. Het doel en de toekomst van het onderzoek van Meulenbroek en Brown is mij daarom nog wat onduidelijk.
Fysiologie met Yiannis Koutedakis
Na een voorstelling van dansers uit het derde jaar gaat de middag verder met ‘Medical Support for Dancers in the (Near) Future’ van Yiannis Koutedakis, Yiannis Koutedakis, hoogleraar in Exercise Physiology aan de University of Thessaly in Griekenland en gastdocent aan de University of Wolverhampton in het Verenigd Koninkrijk, vraagt “Waarom hebben we een brein?” Zijn antwoord: “…om te rennen, maar niet om te dansen.” Rennen blijkt van grote invloed te zijn geweest op de menselijke evolutie. Deze activiteit heeft er kennelijk voor gezorgd dat we nu allerlei andere activiteiten, zoals dansen, kunnen ondernemen."
Koutedakis beschrijft dat mensen niet overlijden aan obesitas, maar door gebrek aan lichaamsbeweging. Spieractiviteit is gerelateerd aan de gezondheid van het lichaam. Met andere woorden is—gebaseerd op een reeks data—een dansend mens een gezond mens. De hoogleraar gaat in op allerlei aspecten van het bewegende lichaam, zoals ‘slow twitch’ en ‘fast twitch’ spiervezels en wat een ideale calorie verbranding is. Ook maakt hij af en toe een grapje over zijn tijd als roeier. Hij laat foto’s zien van hoe ‘slow twitch’ en ‘fast twitch’ spieren eruit zien. Het spiervezel van dansers is ongeveer 60% ‘slow twitch’ en is lichter van kleur en dat de langzame spiervezels langer zijn.
Koutedakis gaat ook in op ideale calorie verbranding voor optimale gezondheid (2000-2400 calorieën per week), hoe we als dansers ‘overtraining’ kunnen veroorzaken en wat de meest voorkomende blessure is in dansers (de onderrug). Hij gaat alleen niet verder in op hoe de presentatie begon over de evolutie van de mens in relatie tot rennen, roeien en dansen. Het meest interessante aan Koutedakis’ presentatie is de uitleg over snelle en langzame spiervezels en wat ‘overtrainen’ betekent in relatie tot wat de spieren aankunnen. Ik realiseer me dat dit goede informatie was geweest toen ik aan de dansvakopleiding studeerde, want dan had ik beter voor mijn lichaam kunnen zorgen. Beter laat dan nooit?
Heupgewrichten met orthopedisch chirurg Corne van Loon
Corne van Loon is orthopedisch chirurg in Arnhem. Van Loon vertelt dat dansers een zeer hoge pijngrens hebben en dat ze zelfs met veel pijn doordansen, wat hij bij voetbalspelers nooit ziet. Ik voel een trots opkomen van "Kijk eens hoe sterk ‘wij-dansers’ zijn!" Tegelijkertijd voel ik een bepaald verdriet dat we als dansers getraind zijn om (veel) pijn te accepteren, in ons nadeel. Voor dansers is er traditioneel altijd een groot risico geweest om pijn te bekennen, want het is dan mogelijk om niet gecast te worden of werk kwijt te raken wanneer een blessure aan het licht komt. Daarom dansen dansers door met pijn. Van Loon voegt toe dat professionele voetbalspelers verwend zijn door geld; sportmassages en fysiotherapie zijn voor dansers een ongekende luxe.
Van Loon gaat dieper in op het heupgewricht en de constante impact dat het meemaakt. Het heupgewricht ervaart acht keer het lichaamsgewicht van de danser bij een landing na een sprong. Het kraakbeen—het labrum—dat het heupgewricht als schokdemper ondersteunt, kan hierdoor beschadigd raken. Het labrum is te vergelijken met de meniscus in de knie. Als dit beschadigd is geraakt is er kans dat er geopereerd moet worden, maar dit is niet zonder risico. Ik vind Van Loons statistieken best schokkend. Van de 80 heupoperaties die hij heeft uitgevoerd bij dansers en atleten had hij een succesratio van 70%, waarvan 40% weer tot hetzelfde niveau kwamen als voor de operatie. Niet echt iets om naar uit te kijken. Het lijkt me beter om een operatie te voorkomen! Hier gaat Van Loon niet verder op in en ook heb ik zelf niet een ander voorstel om operaties te voorkomen dan tijdig aan te geven dat je pijn hebt, voordat het te laat is.
Breinplasticiteit met Robert van Cingel
De derde en laatste wetenschappelijke middagsessie gaat over hoe dansers kunnen rehabiliteren en dat ‘breinplasticiteit’ hierin een belangrijke rol speelt. Robert van Cingel vertelt dat een acute enkelverstuiking tot chronische enkel instabiliteit kan leiden. In het geval dat een enkel in het gips moet is het belangrijk om het andere been te blijven trainen, zegt Van Cingel. Het brein blijft op deze manier actief, het herkent de bewegingen en zal dit later gemakkelijker op het andere been kunnen toepassen wanneer het weer uit het gips is. Dat je tijdens een blessure moet blijven bewegen is de grootste boodschap die ik uit deze sessie heb ontvangen, maar verder ben ik cognitief overladen met informatie en kan ik niet meer opnemen.
BEYOND ballet why and how internationaal succes in Arnhem
Aan het eind van deze dag werden we uitgenodigd voor een kleine receptie in de hal van ArtEZ waar we van gedachten konden wisselen. De drie middagsessies waren direct achter elkaar geplaatst, wat weinig ruimte gaf om de informatie te verwerken. Het waren wel degelijk allemaal zeer relevante sessies en de NCPA wetenschappelijke dansdag tijdens BEYOND geeft ongelooflijke toegevoegde waarde aan de conferentie, omdat er informatie gedeeld werd vanuit de academische en medische velden die je als danser/dansdocent/dansmaker normaliter niet zomaar tegenkomt.
Tijdens BEYOND heb ik twee informatieve dagen gehad waarin ik verrast werd door de dynamische en goed georganiseerde aanpak van deze internationale conferentie. Ik ben vooral erg blij gestemd over het zien van de toepassing van vernieuwende danseducatie. Ook vind ik deze conferentie erg bijzonder omdat een hybride gezelschap van choreografen, dansdocenten, academici, paramedici én dansstudenten bij elkaar wordt gebracht om een eerlijke uitwisseling aan te gaan. Ik kijk nu al uit naar de volgende editie van BEYOND!
Bezoek voor meer informatie de website van BEYOND ballet why and how en van het NCPA.
Auteur: Lieneke Mous