Op 8 oktober wordt de Prijs van de Nederlandse Dansdagen Maastricht weer uitgereikt in het Huis van Bourgondië. Voor deze prijs van € 12.000,- zijn drie jonge choreografen genomineerd. Dit jaar zijn dat Tabea Martin, Itamar Serussi Sahar en Joeri Dubbe. 

In de jury van de Prijs van de Nederlandse Dansdagen zit onder andere directeur Peggy Olislaegers en de Maastrichtse wethouder van cultuur Jacques Costongs. Zij beslissen aan de hand van de plannen voor een nieuw werk die de genomineerden hebben moeten maken, wie de prijs krijgt. De prijs is bedoeld om jonge choreografen in hun ontwikkeling te ondersteunen.

Tabea Martin heeft een studie choreografie gevolgd aan de Rotterdamse dansacademie. Ze heeft choreografieën gedanst van Piet Rogie & Company, Fabian Chyle en Nick Bryson. Ze werkt nu als choreograaf voor verschillende Nederlandse en Zwitserse theatergroepen, waaronder Dansateliers. Ze maakte de voorstelling Keihard Kijken, een coproductie van Meekers en Dansateliers.

Itamar Serussi Sahar is huischoreograaf van Danshuis Station Zuid. De Israëliër heeft behalve in zijn geboorteland ook in Nederland, Denemarken en IJsland gedanst. In 2007 danste hij bij Danshuis Station Zuid en begon hij aan een master choreografie aan de Fontys Dansacademie. Hij maakte als beginnend choreograaf een solo voor zichzelf: Cactus, een coproductie van Danshuis Station Zuid en De NWE Vorst.

Joeri Dubbe volgde de Nationale Ballet Academie en danste daarna als stagiair bij Het Nationale Ballet en later bij het Nederlands Dans Theater II. Hij was voor Nederland een finalist van het Eurovision Young Dancer Competition. Bij Korzo Producties werkt hij als choreograaf, waar zijn eerste avondvullende voorstelling Chrono in première ging tijdens CaDance 2011.