Voor- en nadelen van hardlopen voor dansers
Er wordt vaak gezegd dat hardlopen slecht is voor dansers. Het zou niet goed zijn voor je knieën en je dijen zouden meer volume krijgen. Dit zou (negatief) van invloed zijn op de duur van je carrière. In de danswereld zullen er dan ook veel mensen zijn die je afraden om te gaan hardlopen. Hardlopen brengt volgens Pointe Magazine inderdaad een aantal risico’s met zich mee, maar er zijn ook zeker voordelen. Het vergroot namelijk je uithoudingsvermogen en er worden de nodige calorieën verbrand. Wegen de voordelen op tegen de nadelen?
Voordelen van Hardlopen
In Pointe Magazine wordt aangegeven dat hardlopen eigenlijk een ideale activiteit is voor dansers. Bij hardlopen beweeg je namelijk parallel en hierdoor worden spieren geactiveerd die dansers niet vaak gebruiken. Ook zorgt de aanhoudende inspanning ervoor dat je longen en hart efficiënter gaan werken. Hierdoor verbetert je uithoudingsvermogen. Aangezien 90% van de blessures bij dansers voortkomt uit vermoeidheid is dat zeer welkom, volgens Pointe Magazine. Uit onderzoeken komt ook naar voren dat technieklessen dansers niet voldoende voorbereiden op optredens. De fysieke inspanning die nodig is tijdens voorstellingen vereist meer zuurstof dan trainingen. Hardlopen is één van de snelste manieren om het verschil goed te maken.
Dat je van hardlopen dikkere dijen zou krijgen is een mythe. Dit is alleen het geval wanneer je hier aanleg voor hebt, maar dan hebben de balletlessen dat al wel veroorzaakt. Het is zelfs eerder het tegenovergestelde: hardlopen kan ervoor zorgen dat je afslankt. Waar bij hardlopen ongeveer tien calorieën per minuut verbrand worden, is dat bij een balletles ongeveer twee per minuut.
Het risico voor dansers
Volgens Nancy Kadel, orthopedisch chirurg en voorzitter van een Amerikaanse werkgroep die zich bezighoudt met de gezondheid van dansers, is het probleem voor dansers dat hardlopen een grote impact heeft op je lichaam en dat dit ook geldt voor dansen zelf. Ondanks dat hardlopen eigenlijk ‘vriendelijker’ is voor je lichaam dan ballet, staat er bij hardlopen wel meer spanning op kwetsbare gewrichten. Dit zegt echter niet dat dansers niet zouden moeten hardlopen, maar dat ze het op een bewuste en slimme manier moeten doen, aldus Kadel.
Tips voor hardlopen als danser
De grootste valkuil bij hardlopen is te snel teveel willen. Zeker bij dansers is dit een gevaar, aangezien dansers natuurlijk erg fit zijn. Het is noodzakelijk langzaam op te bouwen om de voordelen van hardlopen te benutten en geen blessures te riskeren.
Wanneer je de smaak te pakken hebt, is het doel dertig tot vijfenveertig minuten te rennen. Meer is voor dansers niet nodig, omdat langer dan een uur rennen tegen je kan werken. Hoe vaak je hardloopt is afhankelijk van je dansschema. Buiten het dansseizoen zul je vaker en langer kunnen rennen dan in het seizoen. Aangeraden wordt om vlak voor tournees intensief, maar minder lang te rennen. Zo kan je lichaam wennen aan de hoge inspanning tijdens een voorstelling. Ook tijdens tournees is het handig om één of twee keer per week te blijven hardlopen, anders verlies je het uithoudingsvermogen dat je hebt opgebouwd.
Een laatste tip is om aandacht te besteden aan de manier waarop je hardloopt. Dansers hebben vaak strakke kuiten ,waardoor de kans bestaat dat ze op een verkeerde manier lopen. Het is beter om op een zachte ondergrond te lopen, maar met juist schoeisel zijn ook harde paden geen probleem. Een expert kan je helpen met de juiste schoenkeuze.
Hardlopen in de Nederlandse danswereld
Jacques van Rossum heeft in Nederland in het seizoen 2002-2003 onderzoek gedaan naar danstraining. Hij merkte op dat dansgezelschappen steeds hogere eisen stellen aan dansers, maar dat de danstrainingen eigenlijk niet veranderen. Voor het onderzoek werd variatie aangebracht in het trainingsprogramma, door de toevoeging van cardiotraining en Pilates, met als doel het verbeteren van de conditie en de blessuregevoeligheid. Uit het onderzoek bleek uiteindelijk dat een conditieverbetering zorgt voor meer concentratie en een kortere herstelperiode bij blessures. Daarbij kwam wel naar voren dat de lijn tussen intensieve inspanning en té intensieve inspanning heel nauw ligt.