Op Twitter is iedereen recensent
12 juli 2012 - Jan Kooijman
Voor dansgezelschappen zijn social media (in combinatie met YouTube) de ultieme manier om het visitekaartje van hun nieuwe voorstelling af te geven. Daarmee wordt de monopoliepositie van recensenten enigszins ondergraven. Geïnteresseerden kunnen immers met eigen ogen zien hoe een voorstelling er ongeveer gaat uitzien. Eén klik op de muis en fragmenten uit Giselle van het Nationale Ballet vullen haarscherp het scherm van de laptop. Een nieuw tijdperk is aangebroken.
Onlangs werden de cultuurplanadviezen van de Rotterdamse en Haagse Raden voor Kunst en Cultuur gepresenteerd. Wat opvalt in de uitkomst van de Rotterdamse Raad is het belang dat gehecht wordt aan promotie van dansgezelschappen via ‘nieuwe media’. Zo wordt Conny Janssen danst gecomplimenteerd met haar aangepaste (lees: aangescherpte) publiciteitsbegroting. Die was mede mogelijk via het inzetten van de relatief goedkope social media. Kennelijk is ook de gemeentepolitiek doordrongen van het belang van internet-PR, een publiciteitsvorm die vooral het jongere publiek enorm zal aanspreken. Laat dat nu precies het publiek zijn dat ook de Raad meer naar podiumkunst wil zien gaan.
Veel dansgezelschappen gaan met hun tijd mee op het gebied van social media. Dankzij snellere internetverbindingen en hoogwaardige beeldkwaliteit worden video’s, trailers van voorstellingen en interviews steeds vaker gebruikt om in de gunst van het publiek te komen. Om ze te teasen. Ofwel om potentiële bezoekers een indruk te geven van wat zij kunnen verwachten als zij daadwerkelijk een kaartje kopen. Een bezoek aan de homepage van Scapino Ballet Rotterdam toont onmiddellijk een snel geknipte trailer van Kathleen, de klassieker waarmee Scapino dit jaar weer volle zalen trekt. De video is wervelend, stoer en geeft zowel een zeer goed beeld van de choreografie als van de enorme kwaliteiten van de dansers. En dat allemaal in vijfendertig seconden! Het lijkt dus echt niet meer nodig om de krant open te slaan om een recensie te lezen op de dag na een première. Je kunt immers met eigen ogen zien of iets je aanspreekt of niet.
Deze ontwikkeling plaatst de recensenten wellicht in een enigszins lastig parket. Misschien zullen zij een andere insteek moeten vinden. Maar ook niet veel meer dan dat. Tenslotte blijven social media en webvideo’s van dansgezelschappen een manier om de eigen voorstellingen te promoten. Die subjectieve informatie zal dus altijd positief gekleurd zijn. Het zal de komende jaren blijken of het platform van recensenten verder zal worden verkleind door de voortzettende opkomst van de nieuwe media. Op Twitter is iedereen recensent. Na afloop van een voorstelling is het vrij eenvoudig om in 140 tekens een mening te formuleren. Hopelijk zorgt het niet voor meer populistische recensies (en koppen) van de professionals. Dit gevaar ligt op de loer, omdat dagbladen steeds minder geneigd lijken om recensies te plaatsen, zeker niet de dag na de voorstelling. Vaak genoeg worden dansvoorstellingen zelfs helemaal niet meer besproken in de grote dagbladen. Een betreurenswaardige ontwikkeling, omdat de professionele recensenten er uiteindelijk zijn om een helder en objectief beeld te geven van dans als podiumkunst.
Deze blog is eerder verschenen in Dansmagazine 3 2012