Home » Reportage

3 sprookjes waar dans centraal staat

Je krijgt ze als kind vaak te horen: sprookjes. Een volksverhaal waarin een beroep wordt gedaan op de fantasie van de lezer. Maar wist jij dat er in sommige van deze sprookjes dans in betrokken is? Hier lees je een paar van deze sprookjes.


1. De rode schoentjes

De rode schoentjes is een sprookje geschreven door Hans Christian Andersen. Het verhaal komt uit 1845 en deze wordt ook wel ‘de dansende schoentjes’ genoemd.

Het sprookje gaat over Karen. Ze is een lief meisje die na het overlijden van haar moeder wordt opgenomen door een vriendelijke oude vrouw. Wanneer Karen ouder wordt krijgt ze van de vrouw nieuwe kleren en schoenen. Tussen alle schoenen stond een rood paar waar Karen helemaal verliefd op werd.

Op een dag, na dat Karen en de oude vrouw naar de kerk waren geweest, stond er een oude soldaat buiten. Hij keek meteen naar Karens schoenen, “Kijk eens, wat een fijne dansschoentjes,” zei de man. Karen kon het niet laten en moest een paar danspassen maken en toen ze eenmaal begon, bleef ze doordansen. Het leek net alsof de schoentjes de macht hadden gekregen. Een koetsier moest achter haar aanrennen om haar te kunnen pakken. Hij tilde haar het rijtuig in, maar de voetjes bleven doordansen. De goede oude vrouw kreeg er een gruwelijke trap door. Uiteindelijk kregen ze de schoentjes uit en konden de benen van Karen rusten.

In de stad was er een paar dagen later een groot bal waar Karen een uitnodiging voor gekregen had. Ze deed de rode schoentjes aan en vertrok naar het bal waar zij begon te dansen. Maar ook deze keer kon ze ook niet meer stoppen. Ze danste de trap af, de straat door en door naar de stadspoort naar buiten. Ze danste naar een donker bos waar ze een beul tegenkwam. De beul zei: "Je weet zeker niet wie ik ben? Ik houw slechte mensen het hoofd af, en ik kan merken dat mijn bijl trilt!"

"Houw mijn hoofd niet af!" zei Karen, “want dan kan ik niet over mijn zonden treuren! Houw mijn voeten af met de rode schoentjes!"
Ze biechtte haar zonde en de beul hieuw haar voeten eraf met de rode schoenen en al. Deze dansten met de voetjes verder over het veld het duistere bos in.

2.  Assepoester

Bijna iedereen kent dit sprookje wel. Assepoester is een oud volkssprookje uit 1697 en is geschreven door de Franse schrijver Charles Perrault.

Het verhaal gaat over een meisje dat al het huishoudelijke werk doet voor haar stiefmoeder en diens gemene dochters. Omdat ze alle klusjes moet doen, zoals het aanmaken van de haard, wordt ze ‘Assepoester’ genoemd.

Op een dag krijgen ze een brief van de koning die beveelt dat alle meisjes uit het land naar het bal moeten komen. Assepoester wilt heel graag naar het bal, maar ze heeft geen goede jurk en krijgt daarnaast een berg klusjes van haar stiefmoeder. De dochters krijgen echter prachtige jurken. Ze vertrekken met z’n drieën naar het bal en laten Assepoester achter.

Met de hulp van een goede fee kan Assepoester toch naar het bal, mits ze om middernacht terug is voordat de betovering verbroken wordt.

De prins vraagt haar ten dans en ze zwoerden over de dansvloer. Ze blijven de hele avond dansen tot ze plots de slagen van de kerkklok horen. Assepoester rent snel de danszaal uit, de trappen af naar beneden. Tijdens het rennen verliest ze een van haar glazen muiltjes.

De prins gaat op zoek naar de mysterieuze vrouw van het bal en laat alle ongetrouwde dames het achtergebleven glazen muiltje passen. De stiefzusjes passen de schoen niet, maar Assepoester wel!
 

3. De dans van de kraanvogel

De dans van de kraanvogel is een Chinees sprookje. Door wie deze is bedacht is onbekend, maar het gaat als volgt

Het sprookje gaat als volgt.

Lang geleden, in het oude China, leefde er een arme student. Hij kon dichten en schilderen, maar geld had hij niet. Op een dag kwam de student een herberg binnen. Hij nam een pot Oost-Indische inkt. Daar doopte hij zijn penseel erin en schilderde op de muur een kraanvogel.

De jongen keek toen naar de waard en zei: “Beste vriend, vandaag vertrek ik uit deze plaats. Maar, omdat u altijd zo goed voor mij geweest bent en blijkbaar weet wat honger is, heb ik als afscheidsgeschenk deze kraanvogel op uw muur geschilderd. U hoeft maar drie keer in de handen te klappen of de kraanvogel strijkt neer op de vloer en maakt een dansje voor u en de gasten. Maar, beste man, houd er rekening mee dat de vogel maar één keer per dag kan dansen."

Hij klapte toen driemaal in zijn handen om te laten zien dat hij de waarheid sprak. De kraanvogel sloeg zijn vleugels uit, streek zijn vleugels glad en daalde naar de vloer. Hij begon op wonderbaarlijke manier te dansen. De gasten waren verbijsterd. Toen de vogel aan het einde van zijn dans kwam, steeg hij van de grond en werd hij weer een afbeelding op de muur.

Vanaf die dag bleven de gasten komen in de herberg. Iedereen wilde de dansende kraanvogel zien. Op een dag verscheen een bekende, slecht en hebzuchtige rijkaard. Nadat de kraanvogel gedanst had, beval hij dat hij nogmaals moet dansen. De waard vertelde hem dat dat onmogelijk was. Maar de rijkaard stond erop en gaf hem een zak goudstukken als beloning. De waard klapte met een bang voorgevoel driemaal in zijn handen. De kraanvogel bewoog zich langzamer dan normaal en danste een vreemde dans. Toen de kraanvogel klaar was, bleef hij roerloos staan. De student, die de kraanvogel had geschilderd, kwam plots de herberg in.

Hij had een fluit in zijn hand die hij zonder iets te zeggen begon te spelen. De kraanvogel liep rustig naar hem toe en samen verlieten ze de herberg. De student speelde een trieste melodie, die de mensen niet meer zouden vergeten. Aan het einde van het dorp aangekomen, verdwenen ze plotseling.
Sindsdien heeft niemand meer iets van hen gehoord.

Meer inspiratie