Op 14, 15 en 16 maart zijn er studiopresentaties van de Rotterdamse danswerkplaats Dansateliers. Dansmakers Katja Heitmann, Katerina Dietzová en Liat Waysbort brengen ieder een solo met een eigen karakter, geluid en benadering ten tonele. Omdat de solo's nog in ontwikkeling zijn, is het publiek uitgenodigd om met de makers in gesprek te gaan en te reflecteren op het gepresenteerde werk.

DragChild van Katja Heitmann

Katja Heitmann presenteert DragChild met danseres Helma Melis. De solo is onderdeel van Katja's nieuwste productie This is not a show waaraan ze tijdens One Night’s Dance 2013 een begin maakte. Heitmann ontwikkelt in totaal drie korte solo’s die samen een theatrale route vormen op het Festival CEMENT 2014. In de periode februari-maart werkt Katja afwisselend bij DansBrabant en Dansateliers aan de laatste solo DragChild waarin ze zich laat inspireren door de maskerades van het alledaagse leven.

Analog van Katerina Dietzová

Van de vijf One Night’s Dance choreografen die tijdens de 2013 editie een kort stuk ontwikkelden, werd Katerina Dietzová geselecteerd voor een vervolgtraject in Dansateliers. Dietzová start in haar creaties vanuit improvisatie. Haar huidige werk beschrijft ze als "een zoektocht naar het idee van een gedeelde structuur". Analog is een vervolg op Analog piece, het werk dat zij tijdens One Night’s Dance creëerde in samenwerking met Jelte van Andel. 

Please me Please van Liat Waysbort

Met haar project Please me Please doet Liat Waysbort een poging om op verschillende manieren te behagen en te bevredigen. Onderzocht worden de opvattingen over verwachting en teleurstelling. In Dansateliers presenteert Liat de solo van Ivan Ugrin als een work-in-progress. De solo gaat eind april in Zagreb in première en wordt uiteindelijk gecombineerd met een duet, gemaakt voor Angela Linssen en Amy Gale, twee ‘grandes dames’ uit de moderne/hedendaagse dans. 

Dansateliers studiopresentaties

Dansateliers, gevestigd in het centrum van Rotterdam, is een professionele danswerkplaats en een laboratorium waar choreografen in spé maar ook makers met ervaring de mogelijkheid krijgen tot onderzoek en ontwikkeling van ideeën, concepten en danstalen. Dialoog en uitwisseling worden gestimuleerd door de organisatie, met artist-talks, movement classes en studiopresentaties waarin het publiek wordt uitgenodigd om met de makers in gesprek te gaan over het proces of de uitkomst ervan.