Danssector eist meer maatwerk en minder productie drang
Meer maatwerk en minder productiedrang. De danssector heeft een advies geschreven over de toekomst van de dans in Nederland vanaf 2021. De plannen werden op 31 oktober overhandigd aan de minister van Onderwijs, Cultuur en Wetenschappen en de stakeholders in de danswereld.
Een naderend ‘dansinfarct’
In vijf knelpunten omschrijft de danssector dat er een ‘dansinfarct’ aan het ontstaan is. Het dansveld zou onder andere te flexibel zijn meegegaan in het uit een vallen van de subsidiestructuur. Daarnaast is het ministerie van Onderwijs, Cultuur en Wetenschappen te veel gericht op prestatie en te weinig op ontwikkeling en onderzoek. Ook is de dansketen van opleiding naar danser of choreograaf niet rond. Talenten stoppen hierdoor of vertrekken naar het buitenland.
Oplossing voor knelpunten
Als oplossing voor deze knelpunten heeft de danssector een lijst met actiepunten opgesteld. Deze actiepunten gelden voor de danssector zelf, maar ook voor de fondsen, de overheden zoals de Raad voor Cultuur en de minister van Onderwijs, Cultuur en Wetenschappen. De minister roepen ze op om ‘het bestuur te vernieuwen, zodat het aansluit bij het DNA van nieuwe maakpraktijken en gelijke tred houdt met de evolutie van het kunstenveld’. De Raad voor Cultuur dient onder meer voorwaarden te creëren voor een betere werkomgeving en een betere toepassing van de Fair Practice Code. De minister dient de wisselende werkpraktijken in de dans uit te leggen aan de Belastingdienst en vakbond FNV Kiem. Ook dient de minister volgens de Raad betere omscholingsregelingen in te stellen en diversiteit te vast te leggen in het bestuur.
Culturele Basisinfrastructuur en het Fonds Podiumkunsten worden verzocht op het gebied van de financieringsregelingen beter op elkaar af te stemmen.
De danssector stelt voor een platform voor het dansveld te ontwikkelen. Hier kunnen dan onafhankelijke makers terecht voor ondersteuning op gebied van organisatie, marketing en afzet en financiering.
Goed beeld krijgen van het Nederlands dansveld
Het gezamenlijke advies kwam tot stand door de Nederlandse Dansdagen in Maastricht en het Fonds Podiumkunsten. Om een goed beeld te krijgen van het hele Nederlandse dansveld heeft de danssector zich gericht op vijf verschillende sub-sectoren. Urban dans, jeugddansgezelschappen, talentontwikkelaars, projectgezelschappen en onafhankelijke makers en structureel gesubsidieerde gezelschappen (BIS en FPK). De sub-sectoren hebben eerst hun problematiek met hun achterban besproken en vastgelegd in aparte documenten.
Zie voor het volledige advies de site van de Nederlandse Associatie voor Podiumkunsten.