Cao theater en dans verbindend verklaard
Op 19 maart, met de publicatie van de Staatscourant, is de cao theater en dans algemeen verbindend verklaard vanaf 20 maart 2015 tot en met 30 juni 2016. Dit betekend dat alle theater- en dansproducenten in Nederland die toneel- en/of dansvoorstellingen maken deze cao moeten toepassen voor hun personeel.
Cao theater en dans verbindend verklaard
Cao-partijen de Nederlandse Associatie voor Podiumkunsten (NAPK) en FNV KIEM hebben de algemeen verbindendverklaring aangevraagd om de arbeidsvoorwaarden in de sector theater en dans op een redelijk en aanvaardbaar niveau te houden. Daarmee wordt concurrentie op basis van arbeidsvoorwaarden tegengegaan. Sociale partners zijn van mening dat hiermee de kwaliteit van de sector gediend is. Het voorkomt wildgroei van producties en bevordert de professionalisering van de sector.
Cao theater en dans
De Cao Theater en Dans kent op de sector afgestemde arbeids- en rusttijden en bepalingen over duurzame inzetbaarheid en loopbaanbeleid. Werkgevers en vakbond hebben net als in de voorafgaande cao’s voor theater en dans, bovenwettelijke mogelijkheden voor het afsluiten van contracten voor bepaalde tijd opgenomen. Een werknemer kan maximaal 15 maal een contract voor bepaalde tijd krijgen binnen een periode van 48 maanden. Ook is in de cao een richtlijn opgenomen voor het honoreren van zzp'ers, met het doel de inkomensverschillen tussen zzp'ers en werknemers in de sector te verkleinen.
Elke in Nederland gevestigde rechtspersoon, die uitsluitend of in hoofdzaak toneel en/of dans produceert, gemeten naar tenminste 50% van de loonsom in de onderneming, valt onder deze cao. Uitgezonderd zijn werkgevers die vallen onder de Cao Nederlandse Podia, Cao Nederlandse orkesten en de Cao Nederlandse Poppodia en -festivals. Indien toepassing van (delen van) de cao tot problemen leidt, kan hiervoor dispensatie worden gevraagd bij de Sociale Commissie Theater en Dans.
Overaanbod afgestudeerden
Bij het afsluiten van de cao hebben NAPK en FNV KIEM ook een oproep gedaan aan het ministerie van Onderwijs en de hbo- en mbo-opleidingen om iets te doen aan het hoge aanbod van afgestudeerden. Ondanks de krimp in de sector neemt het aantal studenten op de kunstopleidingen nog ieder jaar toe. Ook vindt verdringing plaats: in voorstellingen nemen goedkope stagiairs nog vaak de plaats in van afgestudeerde dansers of acteurs. Ook leidt het overaanbod aan beroepskrachten tot een negatieve druk op de arbeidsvoorwaarden.