Ernst Meisner van de Junior Company
In navolging van verschillende nationale- en internationale gezelschappen is Het Nationale Ballet dit seizoen gestart met een jongerengezelschap. De Junior Company is een springplank voor jong danstalent. Twaalf jonge talenten krijgen een eigen tournee door Nederland en doen daarnaast ervaring op in producties van het grote dansgezelschap. Ernst Meisner, tot vorig seizoen zelf nog danser bij Het Nationale Ballet, is benoemd tot artistiek coördinator van de Junior Company. Dans Magazine sprak met hem over het ontstaan van het jongerengezelschap en zijn ervaringen in deze nieuwe functie.
Wanneer is het idee voor de Junior Company ontstaan?
Het idee voor de Junior Company kwam van Ted Brandsen. Ik denk dat de wens al een tijd geleden is ontstaan. Toen Christopher Powney in 2010 directeur werd van De Nationale Balletacademie is het niveau van de school omhoog gegaan en is de samenwerking met Het Nationale Ballet intensiever geworden. Dit was het juiste moment om de Junior Company op te zetten. Ted en Christopher zijn begonnen met het uitwerken van het idee, en sinds vorig jaar ben ik betrokken bij de uitvoering.
Waarom is het dansgezelschap opgericht?
We merken al jaren dat het verschil tussen de opleiding en het gezelschap erg groot is. De Junior Company is er om een brug te slaan tussen academie en gezelschap. Voorheen trad je toe tot het gezelschap als aspirant en deed je de eerste jaren relatief weinig voorstellingen. Je stond vooral achteraan en was vaak tweede bezetting. Dat is best even wennen als je tot de beste van de opleiding behoorde. De Junior Company geeft jonge dansers de kans om podiumervaring op te doen en een uitdagend repertoire te leren. Ook is er meer begeleiding. Als je net toetreedt tot het gezelschap is het moeilijk om in een les te staan met tachtig andere dansers. Er is te weinig tijd voor persoonlijke aandacht en correcties. Nu hebben we meer tijd om ze te helpen zich te ontwikkelen en hun plek te vinden binnen de groep.
Enerzijds is de Junior Company een zelfstandige groep, en anderzijds is die verbonden aan de grote groep van Het Nationale Ballet. Hoe ziet dit er in de praktijk uit?
Op dit moment danst de groep mee met het corps de ballet in de voorstellingen van Don Quichot en in december doen de dansers mee met The Sleeping Beauty. Ze hebben twee keer per week les met het grote gezelschap. Daarbovenop volgen ze een eigen programma met drie keer per week aparte balletlessen en workshops. Tijdens de tournee van de Junior Company krijgen de dansers de kans een uitdagend repertoire en grote rollen te dansen. Deze worden normaal gesproken gedanst door de meer ervaren dansers en solisten van het gezelschap. Als lid van het corps de ballet hadden ze deze kans dus nooit gekregen. De samenwerking met het grote gezelschap is inspirerend en het eigen programma biedt ze extra uitdaging.
Waar heb je op gelet bij het samenstellen van de groep? Waar was je naar op zoek?
We zoeken natuurlijk naar talent, maar we kijken ook naar potentie. Fysiek talent, coördinatie, muzikaliteit en dansgevoel zijn dingen waar we op letten. Op zo’n jonge leeftijd kan je niet verwachten dat alles al perfect is en daarom is het belangrijk te bedenken in welke mate iemand zich binnen twee jaar kan ontwikkelen.
Hoeveel dansers stromen uiteindelijk door naar Het Nationale Ballet?
Dat zal elk jaar verschillen. Uiteindelijk beslist Ted Brandsen, de artistiek directeur van Het Nationale Ballet, wie er aangenomen worden bij het gezelschap. Dat hangt van veel dingen af. Er moet onder andere genoeg plaats zijn in de groep, de dansers moeten er klaar voor zijn en ze moeten in de groep passen. Het is fijn dat we nu twee jaar de tijd hebben dit te bekijken. Mocht een danser uiteindelijk niet aangenomen worden, dan heeft hij of zij wel waardevolle ervaring opgedaan en kunnen ze gemakkelijker bij een ander gezelschap terecht.
Is er nog speciale aandacht voor de ontwikkeling van Nederlands danstalent?
Dat is er zeker. Ik ben heel blij dat er nu al twee Nederlanders (Nancy Burer en Nathan Brhane) bij de groep zitten. Overigens zijn er in totaal vier dansers die van de Nationale Balletacademie komen. Daniel Montero Real en Jessica Xuan hebben beide de Hbo-opleiding gevolgd. Die beschouw ik ook als dansers van onze school. Het is natuurlijk onze wens meer Nederlands danstalent te zien doorbreken. We hopen dat dit traject hier uiteindelijk ook aan kan bijdragen.
De balletwereld is heel internationaal, dus ik denk dat die internationale concurrentie ook positief is. Het is goed dat de Nederlandse dansers zich hiervan bewust zijn en jong in contact komen met buitenlandse dansers. Op die manier kunnen ze geïnspireerd raken en van elkaar leren. Ik merk dit heel sterk bij de Junior Company. Iedereen leert van elkaar en ze worden gemotiveerd het beste uit zichzelf te halen omdat er zoveel talent om hen heen is.
Je hebt zelf net je danscarrière bij Het Nationale Ballet beëindigd. Hoe ben je precies in deze functie terechtgekomen?
Voordat ik als danser bij Het Nationale Ballet ging werken heb ik eerst tien jaar in Londen gedanst. Ik heb Ted Brandsen in leren kennen via Dance East's Rural Retreat for Future Dance Leaders and Managers. Dit is een programma voor mensen die graag in de toekomst de richting van dans- en balletmanagement op willen. Ik deed hier in 2009 aan mee en ontving een studiebeurs om zes weken bij Ted Brandsen stage te lopen. We kregen goed contact en ik heb veel geleerd tijdens die periode. Een jaar later ben ik in eerste instantie als danser bij Het Nationale Ballet gaan werken, maar Ted heeft mij altijd veel kansen gegeven om mezelf ook op andere gebieden te ontwikkelen. Ik heb op een gegeven moment aangegeven dat ik graag verder zou willen als choreograaf en manager. Ik kreeg de kans om artistiek coördinator te worden van de Junior Company en heb toen ook besloten mijn danscarrière te beëindigen. Het is een fantastische mogelijkheid om aan het eind van mijn carrière dansers te kunnen begeleiden die nog helemaal aan het begin staan.
Hoe bevalt het je tot nu toe?
Het is fantastisch om met deze twaalf jonge talenten te mogen werken! Ik wil ze graag verder helpen en mijn ervaringen met ze delen. Ik vind het mooi om te zien hoe je al in twee maanden zo veel ontwikkeling ziet. Dat geeft me energie.
Wat kunnen we verwachten van de Junior Company?
De tournee begint op 24 november in de Stadsschouwburg Amsterdam. Vervolgens doen we de kleinere theaters door het hele land aan. Een paar maanden lang kunnen de dansers het toneel op om verschillende rollen te dansen. Vervolgens hebben we een project in het Muziekgebouw aan ’t IJ als onderdeel van de IJ-Salon en werken we samen met Mediamatic. Een aardig druk programma dus. In de toekomst willen we meer samenwerken met andere groepen en kunstdisciplines. Ik wil ook graag kijken naar de talentontwikkeling van jonge choreografen, designers en musici en deze bij elkaar brengen.
Voor meer informatie over en voorstellingen van de Junior Company kun je terecht op de website van Het Nationale Ballet.