'De publieke omroep weet zich geen raad met de moderne dans'
Als de journalistiek de waakhond is van de politiek, dan is NTR Podium dat van de moderne dans. Maar zelfs een belangrijke speler als NTR Podium heeft te maken met veranderende tijden. Dans Magazine sprak met Joost van Krieken, eindredacteur van NTR Podium van dans en klassieke muziek. Hij vertelt over de samenwerking met diverse grote gezelschappen, maar ook over de consequenties van het snijden in het cultuurbudget voor NTR.
Tegenwoordig denken de meeste mensen bij dans op televisie aan So You Think You Can Dance. Maar vergeleken bij NTR Podium komt SYTYCD nog maar net kijken in de wereld van dans op tv. Eindredacteur Joost van Krieken beschrijft de werkzaamheden van NTR Podium als volgt: “Wij houden het dansveld in de gaten en proberen het te stimuleren zodat het op televisie komt. We willen aan een groot publiek laten zien: dans is fantastisch.”
Werken met dansgezelschappen
“We hebben veel contact met dansgezelschappen en haar choreografen. Tijdens de Nederlandse Dansdagen werken we intensief samen met bijvoorbeeld Conny Janssen en Ed Wubbe. Je vraagt je dan samen af: hoe gaan we dans op tv aan het grote publiek laten zien zodat ze geïnteresseerd raken. De gezelschappen moeten anders gaan denken dan gewoon op het podium gaan staan en dansen. Ze worden uit de comfortzone gehaald.”
Maar volgens Joost hebben de dansgezelschappen daar weinig moeite mee. “De gezelschappen moeten een mind switch maken, maar daar doen ze niet moeilijk over. Iedereen denkt heel erg mee. We moeten actief op zoek gaan naar publiek en daar hebben de gezelschappen veel voor over.” De eindredacteur heeft ook alleen maar lof over de houding van dansers in het algemeen: “Ik werk veel met artiesten uit de klassieke muziek, maar die zijn veel ouderwetser en wantrouwiger. Ik moet zeggen dat ik de afgelopen jaren onder de indruk ben van het meedenken en meewerken van de dansers zelf.”
“Ik heb ook nog nooit meegemaakt dat een danser een fout heeft gemaakt. Nog nooit. Zo gauw een dansgroep de studio binnenkomt, is iedereen onder de indruk van hun doorzettingsvermogen en dat ze niet zeuren. De klassieke muziekmakers zijn zeikerds, maar dansers gaan er gewoon voor. Het maakt ze niet uit als ze moeten wachten of als ze honger hebben.”
Cultuur op de schop
Bijna elke danser kent het Nederlands Dans Theater. Maar dit kon zonder de NTR weleens anders zijn geweest. “NTR heeft veel geïnvesteerd in registraties. Voornamelijk het NDT heeft daar veel profijt van gehad. Voordat er werd gesneden in de cultuur kon een dansgezelschap meerdere dagen de studio in. Toen werd er heel lang gediscussieerd over bepaalde shots. Daardoor werden de stukken van onder andere Jiří Kylián heel mooi in beeld gebracht. Dat heeft ze veel internationaal succes opgeleverd. NTR is daar medeverantwoordelijk voor.”
Door de snijden in het cultuurbudget zijn producties als die van Jiří Kylián niet meer mogelijk. “Er is minder geld voor zulke grote producties en het kijkgedrag is veranderd. Mensen kijken korter en de aandachtsspanne is kleiner. Omdat er minder geld is wordt de kwaliteit ook minder. We kunnen niet meer een uur over een camerashot discussiëren. Door het tekort aan geld vragen we ons af: waar helpen wij de mensen het meest mee? Een mooie dansregistratie van het NDT of verschillende fragmenten?”
Publieke omroep weet zich geen raad
De vraag naar dansproducties zoals die van NTR Podium is volgens Joost helaas ook minder aan het worden. “Ik ben wel bang dat de vraag minder is geworden. Het grote publiek staat ver van de danswereld af. Ze kunnen zich heel weinig voorstellen van wat dans nu is. Wat ze zien op tv snappen ze vaak ook niet.”
De vraag die toen in mij opkwam was of een ouwe rot in het vak als NTR Podium niet meer moet afkijken van een jonge hond als So You Think You Can Dance? “So You Think focust zich erg veel op de verhalen achter de dansers. Soms te veel, maar het werkt wel. Daardoor krijg je als kijker een band met de dansers en de publieke omroep doet dat niet. We moeten smeken om een beetje dans op tv. Ik vind het dus frustrerend dat de publieke omroep zich geen raad weet met de moderne dans en dat mag je best online plaatsen.”
Door: Thomas Hissink Muller